De Mariastraat 2

De stee van Molendijk moet niet verward worden met het wat naar het oosten staande tuinmanshuis van het Huys te Dubbeldam. Dat was vroeg in de 19e eeuw (of misschien al laat in de 18e) al uitgebreid met een aan de lange zijkant gebouwde stal. Dit werd bewoond door Dubbeldamse melkboeren en –bezorgers als In ’t Veld en Schenk. Er stonden ook wat bijgebouwtjes en schuren omheen en links was er ook een houten aanbouw gezet, waarvoor de kap werd verlengd. Het spul was kort na 1900 al  eeuw deels afgebroken en de rest werd in 1909 gesloopt om de Alexanderstraat even zijde te kunnen bouwen.  

Bovenaan dit blog ziet u een aquarel uit 1809 gemaakt door Johannes van Lexmond (1769-1838), leerling van de beroemde Dordtse gebroeders Van Strij. Dit is diezelfde tot boerderij verbouwde tuinmanswoning (u ziet de minder schuine aanbouw rechts aan de gevel) vanaf de latere Mariastraat, toen nog een onverhard pad. Let even op het raam met het kruiskozijn links van de rechter van de twee deuren. Dat is nog een raam dat er in de 17e eeuw in is gezet, tijdens de bouw van het Huys te Dubbeldam. Maar ziet u ook de poort? De twee palen, waarschijnlijk van hardsteen, met de houten zijhekken en poorthekken. Er is goed op te zien dat er niets op geschreven of in uitgehouwen is. Is dit dezelfde poort die later bij de stee stond?

De boerderij en voormalig tuinmanshuis van het grote Huys in 1901, waarbij duidelijk is te zien dat er rechts nog een stuk aangezet is in vergelijking met de afbeelding uit 1809

Een foto uit ca 1901 (volgens de Beeldbank) staat hierboven, genomen vanaf het noorden; op de achtergrond de bomen van de begraafplaats. Als u goed kijkt ziet u vlak naast het lage schuurtje links, aan de rechterkant, één van de (wit geschilderde) palen van de poort, met het zijhek ertegenaan. Toen stond die daar dus nog. Is hij na de afbraak van de resten van de boerderij in 1909 pas naar de ingang van het erf van de stee verplaatst? Op de foto vanaf de begraafplaats uit ca 1890 in het vorige blog zijn de palen naast het voorhuis van de stee nog niet aanwezig, dus dat is heel goed mogelijk. Heeft boer Molendijk er toen pas die naam BLAUW-HUIS op gezet? Is die naam dus nog zo recent gekozen voor een gebouw dat daarvoor nooit een naam heeft gehad? We blijven zoeken naar meer bewijs, maar voorlopig is dat Alains en mijn conclusie.

Blauwdruk van baas Hoek in zijn typerende stijl voor een boerderij met woning ernaast

Om het verlies van de boerderij te compenseren werd nog datzelfde jaar voor de eigenaar op een wat zuidwestelijker aan de Mariastraat liggend perceel, melkboer Pieter Schenk, door baas Hoek een nieuwe stal, schuur en woonhuis en met erf gebouwd. Nu zijn dat nummers 11 en 13, waarbij 13 de grote schuur met de twee brede deuren is. Er was plaats voor 17 koeien en 7 paarden, er was een hooizolder, een dorsvloer en een wagenbergplaats. Datzelfde jaar liet Schenk door baas Hoek naast de boerderij nog een bakoven bouwen.

De voormalige boerderij uit 1909 herbergt nu een aantal bedrijven. De verfreclame is van de winkel van Van der Linden

Op het perceel westelijk daarvan bouwde baas Hoek in 1919 zelf nog het huis met nummer 15, waar hij in 1920 nog even heeft gewoond. Het was tot voor kort een vrolijk opgeschilderd voorbeeld van een Baas Hoek-huis met een rozentuin ernaast. Nu wordt het overschaduwd door een foeilelijk stuk nieuwbouw.

Nummer 15 kort voor de rozentuin links werd omgespit om er nieuwbouw op te zetten
Tijdens de bouw in 2023

Al eerder heb ik beschreven dat Mariastraat 1 de ingang is van het linkerpand in het rijtje huizen Willemstraat 2-20.  Het open stuk tussen die rij en de nummer 11-13 werd in 1913 gekocht door steenhouwers Leendert en Gerrit van der Linden. Toen waren de nummers 3-7 daar al in aanbouw. Het waren twee huizen en een werkplaats met erf. In dat laatste gebouw (3) oefenden de broers hun beroep uit: het houwen van voornamelijk grafstenen. Leendert en zijn gezin woonden op nummer 5 en Gerrit op nummer 7. Ze keken vandaar uit op hun afzetgebied: de begraafplaats.

Foto uit 1969 toen de steenhouwerij nog in vol bedrijf was
Het ensemble nu. Let op de wat nostalgische vormgeving van het raam en de deuren

Nummer 7 werd in 1985 verkocht aan Ar van der Linden (geen familie). Het wat later ertegenaan gebouwde nummer 9 werd samen met 7 de verf- en ijzerwarenwinkel van die Van der Linden, een begrip in de buurt. Hij werd samengetrokken met nummer 11, dat een schildersbedrijf bevatte. Het was de voorloper van doe-het-zelf winkels als Wickes en Praxis, maar dan veel kleiner. En aanvankelijk ook veel excentrieker. Je kwam door de winkeldeur in een afgesloten ruimte met wanden vol houten ladenkasten en een toonbank. Uit de enige andere deur kwam dan iemand die je vroeg wat je nodig had. Dat moest je dan wel goed benoemen en beschrijven, want anders moest er heel veel heen en weer gelopen worden. Je stond er dikwijls lang te wachten. Dat is nu al wat jaren niet meer het geval; het is meer een echte winkel, maar nog steeds kan je veel waren niet zelf gaan zoeken en verdwijnen er nog personeelsleden achter deuren naar magazijnen.

Het is duidelijk te zien waarin Van der Linden gespecialiseerd is

Opvallend is dat de hele rij aan de Mariastraat geverfde muren en gevels heeft. Er is geen baksteen meer te zien.

De rest van de Mariastraat dreigt nu verder overgenomen te worden door nieuwbouw. Het hier beschreven rijtje is dus nog alles wat rest van de oude situatie.

Naar boven

De Mariastraat 1

Hoe het is gebeurd weet ik niet, maar ik heb per ongeluk de Mariastraat overgeslagen. Ik had dit stuk op 5 januari geschreven en het was de bedoeling geweest het te plaatsen na de serie Dubbeldamseweg in stukken. Dat is dus niet gebeurd. En eigenlijk is dat maar goed ook, want op 23 januari, heb ik met hulp van Alain Mahieu, uitgevonden dat het daar anders zat dan dat ik eerst dacht.

De Mariastraat was oorspronkelijk een onverhard pad naar een boerderij die bij het Huys te Dubbeldam hoorde. Hij stond even ten zuidwesten van het grote huis. In de Beeldbank en elders wordt die boerderij dikwijls aangeduid met de naam Blauwhuis. Ik denk dat dat niet klopt. Het grote huis van de heer van Dubbeldam is gebouwd op de locatie van de Blaucamer. Ik heb daar in een blog over geschreven. Misschien is de naam gedeeltelijk blijven hangen. Ook het grote huis zelf, de buitenplaats die de locatie van de latere begraafplaats was wordt zo genoemd, zelfs de beheerderswoning daar komt onder de naam voor. Een boerderij zou in het verleden nooit een dergelijke naam krijgen.

Detail uit een kaart van 1620, met middenboven de Blaucamer, en links daarvan de stee. Het bosje lag op de plaats van de latere begraafplaats

De stee wordt in ieder geval in 1620 bewijsbaar op kaarten van dit gebied weergegeven en is duidelijk niet te vergelijken met wat men toen een ‘huys’ noemde. Ook werden boerderijdaken niet met leien of grijsblauwe dakpannen gedekt, want die gebouwen werden namelijk met ‘blauw’ aangeduid. Boerderijen hadden rieten daken. De hooiberg erachter duidt erop dat hier een veeboer gevestigd was, die zijn hooi daar voor de winter opsloeg om de koeien op stal te kunnen voederen.

De stee gezien vanuit een wilgenlaantje langs de vliet (links) en de begraafplaats. Het kleine huisje links van de boerderij is een bakhuis. De ramen in het voorhuis hebben nog de oudste roedeverdeling

In de 19e en vroege 20ste eeuw was dit gebouw bekend onder de naam ‘de stee van Molendijk’, naar het oeroude Dubbeldamse boerengeslacht van die naam, dat tot in de vroege 17e eeuw teruggaat en uiteindelijk afkomstig was van Ridderkerk. Ze kunnen kolonisten in de net ontgonnen Oud Dubbeldamse Polder zijn geweest en pachters van de ambachtsheer zijn geworden. Het was toen zeker geen domaniale hofboerderij meer, zoals die in de middeleeuwen bestonden. Met het woord hofstee (afgekort stee) werd inmiddels een flinke pachtboerderij aangeduid. Het water dat langs de begraafplaats liep werd dan ook de vliet van Molendijk genoemd. Het was beduidend breder dan de hedendaagse sloten op die locatie, het was bijna een vijver of meertje. De vliet werd in september 1935 gedeeltelijk gedempt, vanwege de uitbreiding van de begraafplaats en de aanleg van de Mariastraat. Er zijn nog diverse sfeervolle en minder sfeervolle foto’s van. Zie hieronder.

Foto van de stee met ervoor de grote brede vliet, bijna een meer, voor de demping in 1935. De hoge schoorsteen rechts ervan is die van de timmerfabriek van baas Hoek. Het wilgenlaantje ziet u rechts

Het was een groot ‘spul’ met een stenen voorhuis en een hoge, riet gedekte schuur/stal met een extra zijdak. Het ziet er een beetje uit als een Noord-Nederlandse kop-hals-rompboerderij of, omdat het voorhuis dwars is geplaatst, als een dwarshuisboerderij. Die komen ook elders in Nederland voor, maar horen wel tot dat type van de kop-hals-romp. Het had hoge schuiframen met kleine ruitjes die wijzen op een oprichting in de tweede helft van de 18e eeuw (zie de foto bovenaan het blog, die uit ongeveer 1892 dateert). Op de foto’s van net voor de demping van de vliet is te zien dat er grotere ruiten in de ramen werden gezet. Ook de schoorstenen veranderden van plaats.

Foto van kort voor de demping van de vliet, begin jaren ’30, waarop de modernere roedeverdeling van de ramen is te zien, evenals de verplaatste schoorstenen. Het huisje rechts stond tussen de stee en de boerderij uit het volgende blog. Het heeft er niet lang gestaan

Als u goed naar de laatste foto hierboven kijkt ziet u dat naast het pad naar het erf van de boerderij aan weerszijden een paal staat.

De paal…

De stee van Molendijk is in de meidagen van 1940 door de oprukkende Duitse luchtlandingstroepen in brand geschoten en verwoest en daarna niet meer opgebouwd. Op een foto die kort na de brand is genomen is de linkerpaal te zien en als je de foto goed bekijkt zie je dat er bovenaan het woord BLAUW staat. Het is dan waarschijnlijk dat op de rechterpaal het woord HUIS heeft gestaan. Dat houdt dus in dat boer Molendijk zelf de boerderij die naam heeft gegeven. Waarom of wanneer is de vraag. Maar er is meer aan de hand… dat komt aan de orde in het tweede blog over de Mariastraat.

Wordt vervolgd

Naar boven