De rijtjeswoningen 1907-1910 – 8

De Alexanderstraat even

Voor er aan die kant van de Alexanderstraat gebouwd kon worden moesten er eerst nog wat resten van bestaande bebouwing opgeruimd worden. Er stond daar nog een deel van de tuinmanswoning van het huis te Dubbeldam en wat losse schuurtjes. Dat gebeurde in december 1909. Er was al in januari 1909 een bouwaanvraag ingediend (in februari goedgekeurd) door de eigenaars Otto Dicke, die de huizen 1-10 had gekocht van Jan Blok, en J. van Heeren voor de andere 5. Een andere koper, G. de Bruijn, was al afgehaakt. Gerrit van Hoek zou ook hier het bouwen voor zijn rekening nemen. Op de bouwtekening (door Otto Dicke?) van dit rijtje is al rekening gehouden met de nummers 2-6 die ernaast zou komen. De ramen in die panden zouden op dezelfde hoogte komen als die in het korte rijtje.

Alexanderstraat 8-36, de tekening is identiek met die van HES even

Deze rij is wat gevels en plattegrond betreft identiek met de nummers 22-50 in de Hendrikstraat, alleen de strekken boven de deuren en ramen zijn geel-rood, in plaats van alleen rood zoals daar. Net als aan de overkant van de straat hebben bewoners de voegen tussen de rode spekranden donker gemaakt, zodat die er minder uitspringen dan die in de Hendrikstraat. Ik vind dat zonde. Ook hier zitten er in de puntgevels – de middelste is evenals die in de Hendrikstraat groter – makelaars, waarvan er hier net wat meer bewaard zijn gebleven. Ook hier waren Dicke, Van Heeren en De Bruijn trouwens eigenaren.

Reconstructie van de gevels in Alexanderstraat even

Op diezelfde bouwtekening is te zien dat een achter de erven doorlopend ‘achterom’ was gepland met een toegang aan de zijkanten van het blok. Nummer 8 sluit echter direct aan bij het rechterpand, nummer 6, van het korte rijtje. Aan de andere kant, naast nummer 36, zou een toegang geweest kunnen zijn, maar hier is een garage tegen het huis aangebouwd, die direct tegen een garage aan de Frederiksstraat grenst. Wat er met het achterom is gebeurd is me niet bekend. Bij de erven getrokken?

Plattegrond van Alexanderstraat 8-10 met de ingang naar het achterom

Tijdens de bouw van de lange rij had baas Hoek voor een eveneens van Jan Blok gekocht perceel op de hoek met de Willemstraat in oktober 1909 een aanvraag ingediend voor het bouwen van drie huizen daar. Dat zijn de nummers 2-6, die inmiddels gemeentelijke monument zijn, zie mijn blog over dit monument. Ik vroeg me daarin al af waarom deze huizen wat gevels betreft zo afweken van de rest van het ensemble. Verder komen nergens dit soort gevels met zo’n balkonnetje voor, dus misschien is het inderdaad een soort visitekaartje (dit kan ik ook!) voor een stijl die verder in de buurt niet is opgepikt. Het wordt  wel de chaletstijl genoemd.

Bouwtekening van Alexanderstraat 2-6

Ook de stijl van de strekken boven is apart. Ze zijn opgebouwd uit bakstenen, maar die vormen een gele ‘sluitsteen’ in het midden en twee gele ‘aanzetstenen’ opgebouwd uit een stapeltje baksteen-koppen. Daartussen zitten gewoon oranje-rode strekstenen.

De aparte strekken van het monument Alexanderstraat 2-6

Of baas Hoek de gebouwde rij van Dicke en Van Heeren kocht is niet bekend, maar wel waarschijnlijk. Hij deed de nog niet verkochte panden met het failliet gaan van de timmerfabriek in 1917 namelijk van de hand aan particulieren. Er waren eerder, in 1910, al enkele huizen verkocht.

Allexanderstraat 2-6 in 2023; alle balkons zijn nu weer wit, alleen het rechter heeft nog blauwe elementen

Bovenaan het blog ziet u enkele huizen uit de lange rij zoals ze er in 2021 uitzagen. Let op de nog originele deur van het pand rechts. Daarvan zitten er nog enkele in de rij, terwijl er ook nog wat glas-in-lood over is.

De originele deur uit 1910 in nummer 36

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 6

De Sophiastraat oneven

Ongeveer tegelijkertijdmet de even kant, dus in 1908, werden plannen gemaakt voor de bouw van woningen aan de oneven kant van de Sophiastraat. Jan Blok had het kavel onderverdeeld in 12 percelen bedoeld voor twee rijen van zes gelijkvormige, steeds gespiegelde ‘burgerwoningen’. Hij verkocht ze datzelfde jaar nog aan Gerrit van Hoek. Op de bouwtekening van 1908 (waarschijnlijk van de hand van Otto Dicke) is deze situatie te zien. Ze bestaan uit afwisselend twee aan twee gevels met pilasters en een balkonnetje en twee aan twee versmalde puntgevels met waarschijnlijk een houten driehoekig bord, met steeds een even puntdakkig kapelraam boven de deur. Een eigenaardige toevoeging was een metalen tuinhek tussen de vooruitspringende deuren van de panden; daar moest waarschijnlijk een voortuintje komen. Je kon erin komen via een deur in het portaaltje achter de deur. Het tuintje was ondiep (ca 1.10 m), de toegang dus smal. De plattegronden waren exact hetzelfde als die van de overkant.

De eerste versie van Sophiastraat oneven

Het zou er niet van komen. Er werd een andere tekening gemaakt waarop de rij ineens 13 panden telde. Daarbij waren de beide buitenste huizen en dat in het midden tweehoog en bedoeld als winkel met bovenwoning. Ze waren wat breder en ook wat dieper, want er kon achter de winkel gewoond worden; er waren twee bedsteden in een alkoof beschikbaar. De keuken was ook nog wat uitgebouwd.

Plattegronden van de tweede versie inclusief het dubbele huis

Waar kwam dat dertiende pand dan vandaan? Dat werd, waarschijnlijk tegelijkertijd (dus in 1908) voor baaas Hoek gebouwd als zijn werkplaats en bovenwoning. Ik heb het er in een eerder blog over gehad. Er moet een besluit genomen zijn om dit zelfde type woon-winkelpand (of werkplaatspand) ook aan het andere einde en in het midden neer te zetten, om een mooie symmetrische rij te krijgen. Om in stijl te blijven moest dan wel de nogal uitbundige decoratie met tweekleurige strekken en spekranden plus de kastrandjes overgenomen  worden. De twee keer vijf tussenliggende woningen moesten dan wel eenvoudiger gedecoreerd worden, maar kregen wel decoratieve gevels boven de beide ramen op de benedenverdieping. De puntige dakkapellen bleven, evenals de tuinhekken.

De tweede versie van Sophiastraat oneven
Reconstructie van de gevels van de hoge en lage huizen. Aan de foto hieronder is al te zien dat er van de tekening is afgeweken.

Er is een foto waarop een deel van dit rijtje, nu nr. 21-25 te zien kort na de bouw. De werkplaatsen van baas Hoek en de eerste fietsenfabriek van Woerdenbag staan afgebeeld. De kwalitiet is niet geweldig, maar het geeft wel een indruk van de donkere afwerking van het houtwerk. Welke kleur dat precies had is naturlijk niet uit te maken.

Foto uit 1909 van, vrnl, de fietsenfabriek van Woerdenbag en de werkplaats van baas Hoek, beide met bovenwoningen, en Sophiastraat 25 (huidige nummering) toen de rij net was opgeleverd

In deze rij, en vooral bij de linker vijf tussenpanden, is het meest veranderd. Er is bijgebouwd, kamers zijn uitgebreid met aanbouwen, er zijn ramen vervangen, glas-lood-verwijderd, deuren zijn niet origineel meer en de dakkapellen zijn flink aangepakt. De eerste vijf hebben nog wat origineel glas-in-lood, twee originele deuren en nog vier dakkapellen in enigszins oorspronkelijke staat. Nummer 25 heeft zelfs de zijdeur naar het voortuintje nog, terwijl die in de rest van de rij is dichtgemaakt of vervangen door een raampje. Natuurlijk zijn al die hekken, en de voortuintjes, verdwenen. En al die veranderingen zijn dikwijls niet bepaald vakkundig uitgevoerd.

Sophiastraat 27 met de originele voor- en tuindeur

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 5

De Sophiastraat even

In 1908 werd het perceel aan de oostkant van de Sophiastraat door Jan Blok in tweeën gesplitst. Er was plaats voor 15 huizen, dus ze kregen aanvankelijk de nummers 2-30. Toen later nog drie huizen links tegen de rij aangebouwd werden, werd dat 8-36. En zo is de nummering nog steeds. De eerste 7 kavels werden in datzelfde jaar door Blok verkocht aan baas Hoek en de rest aan Otto Dicke. Ze maakten op hun beider naam een plan voor de hele rij. Gedurende dat jaar werden de zo genoemde ‘burgerhuizen’ gebouwd. Vanaf 1909 werden dan de huizen individueel aan diverse personen doorverkocht. Er bleef nog een smal achterom over tussen nummer 36 en de tuinen van de Emmastraat.

De rij Sophiastraat 8-36 in de tekening uit 1908

Ik heb van de bouwtekening de twee verschillende gevels, die steeds als duo’s naast elkaar wisselen, gereconstrueerd. Ook hier blijkt weer dat niet aan het ontwerp is vastgehouden.

Reconstructie naar de originele tekening, de kleuren zijn niet bekend

De gevels met de pilasters zijn duidelijk veranderd en de dakramen hebben een uiterlijk gekregen dat hetzelfde is als die van de rij aan de overkant van de straat. Niet dat daar hier inmiddels nog veel van over is; nog acht, in diverse staten van onttakeling. De eigenaardige constructie is dikwijls aangepast en soms helemaal verdwenen. Op de tekening waren het niet meer dan een paar vierkantjes boven elkaar; misschien was het ontwerp toen nog niet helemaal af. De afdakjes boven de deurenparen zijn uniek in de wijk.

De uiteindelijke versie van de gevels met pilasters en een van de nog originele dakkapellen

De oppervlakte van de huizen met hun inpandige keuken is niet meer dan ca 9.25 x 5.5 m (ca 51 m2), maar ze hebben natuurlijk wel een verdieping waar drie slaapkamers op passen. Er zit in 1908 op de begane grond nog een alkoof met bedstee in die inmiddels overal is verdwenen. Ook bevatte elk huis een ouwerwetse plee, die in de loop van de jaren 20 meestal is vervangen. Maar wel had elke kamer een haard, evenals de keuken.

De originele plattegrond uit 1908

In deze rij is gelukkig nogal wat glas-in-lood in de bovenramen van de begane grond aanwezig. Op de verdieping heeft waarschijn niets gezeten. In maar één dakraam is nog wel de oorspronkelijke roedeverdeling bewaard gebleven. Er zijn ook nog wat originele deuren.

De Sophiastraat even in aanbouw, dus waarschijnlijk zomer 1908

Uniek voor de wijk is een foto van de bouw van deze rij uit de tijd van de bouw, 1908 dus. Er is goed op te zien hoeveel bouwvakkers er aan zo’n project werkten. En dan waren er waarschijnlijk aan de overkant tegelijkertijd net zoveel bezig.

De Sophiastraat gezien vanaf de Emmastraat ergens in de jaren ’10

Ik wilde ook nog even laten  zien dat na de bouw van de Sophiastraat aan beide kanten bomen werden geplant. Daar was na de oorlog niet veel meer van over. Er is een foto uit de jaren 70 waar alleen aan de even kant nog bomen stonden. Nu staan er aan die kant nog maar weinig van, al zijn er niet lang geleden wat nieuwe geplant.

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 3

De Hendrikstraat even

Iets meer dan de helft van het perceel waar Hendrikstraat 22-50 op gebouwd zou worden werd in een keer door Jan Blok in 1909 als ‘huizen in aanbouw’ verkocht aan Otto Dingeman Dicke (1884-1948), bouwkundig ingenieur te Dordrecht. Dicke was als tekenaar in dienst van Gerrit van Hoek en zal veel van de tekeningen die bij de bouwaanvragen van de door zijn baas gebouwde blokken gemaakt hebben. Hij was in dat jaar nog jong, 25 jaar, en volgens Leo van Hoek, Gerrits zoon, een “levendig jong mens, dat door allerlei grappen de vrolijke noot aanbracht in het nijvere bouwwereldje”. Toen hij bij Hoek kwam werken was hij nog ‘volontair’ – wij zouden zeggen: stagiair – want hij studeerde nog voor architect. Zijn familie was niet onbemiddeld, zodat het niet vreemd was dat hij soms percelen of huizen kocht voor familieleden. Hier schafte hij dus meer dan een halve straatkant aan.

De volledige rij van 15 huizen in Hendrikstraat 22-50

In 1910 waren de eerste acht huizen gereed (22-36). Wat later volgden de andere twee. Otto Dicke verkocht echter de hele boel, nu dus met een gloednieuwe rij huizen erop, in 1910-11 aan investeerders, die ze daarna verhuurden. Waarschijnlijk heeft hij daar wel een behoorlijke winst op gemaakt.

Inmiddels waren de vijf percelen (42-50) ernaast door Blok, eveneens met de huizen in aanbouw, verkocht aan Jan van Heeren en Gerrit de Bruijn, beide metselaars, respectievelijk in Dordrecht en Dubbeldam. Ook die huizen waren in de loop van 1910 gereed. Van Heeren kocht even daarna zijn collega uit en verhuurde zelf de huizen.

Het renvooi van de verdeling van de eigenaren

De hele rij is volgens de tekening van Dicke, gedateerd januari 1909, en daarna door zijn baas en diens arbeiders gebouwd. Dat is beschreven in de bouwaanvraag. Baas Hoek heeft op de tekening de verdeling aangegeven.

De reconstructie van drie van de huizen in de rij

Ook deze rij is wat eenvoudiger en minder kleurig van opzet dan 23-39 aan de overkant. En ook hier heerst symmetrie, alleen het pand in het midden, nummer 36, heeft een wat grotere en hogere puntgevel dan de vier aan weerszijden. Al die puntgevels hadden ‘gevelmakelaars’ in hun punt, die hen een wat speels aanzicht gaven. Een makelaar is een geveldecoratie die door middel van een balkje, dat boven de nok uitsteekt, en een ligger de windveren van het dak met elkaar verbindt. Daar zijn er nu nog maar twee van over. Ertussen zijn wat uitgebouwde dakkapellen gecreëerd met een dubbele deur erin, een balkonhekje, en een puntig torendakje erop, dat wat lijkt op die in de Emmastraat 13 en 23. De balkonhekjes zijn inmiddels alle vervangen door een houten wandje met openslaande ramen erboven. De strekken en speklagen in de gevels zijn van oranje persbaksteen, net als bij Hendrikstraat 7-21, behalve waar de ramen zijn vervangen door moderne exemplaren. Daar zitten rollagen van gewone baksteen boven. Helaas zit het originele torendakje er alleen nog maar bij nummer 46. Alleen in nummer 28 is het glas-in-lood in de bovenramen van deur en ramen bewaard gebleven.

De  basis van die rijtjes is in die bijna 120 jaar hetzelfde gebleven. Wel zijn de dakkapellen dus aangepast, deuren vervangen (behalve op nummer 28) en roedeverdelingen in de ramen gemoderniseerd. Zie de foto uit 2021 van de complete rij bovenaan het blog, waarop de veranderingen op het eerste gezicht niet opvallen, maar wel degelijk zichtbaar zijn.

Wordt vervolgd

Naar boven