De verwaarloosde hoeken 1

De Hendrikstraat, de Sophiastraat en de Frederikstraat waren zijstraten van de Mauritsstraat (nu de Mauritsweg) en de Emmastraat. Voor 1912 waren de eerste twee aan beide kanten bebouwd met rijen burgerwoningen en de Frederikstraat aan de oostkant, de even kant. Langs de westkant lag nog een tamelijk brede sloot en daarna begonnen de weilanden. Langs de Mauritsstraat stond nog niets. Alleen de gashouder en het slachthuis waren op terreinen die aan de Markettenweg grensden gevestigd. De straat zelf fungeerde als toegangsweg voor het voetbalterrein van DFC, die er rond 1900 niet meer dan een schuurachtige keet had staan voor opslag. In 1902 hebben ze er pas een clubhuis neergezet met een in 1903 toegevoegd afdak. In 1906 is het nog uitgebreid met het ’torentje’ dat het beeldmerk van de club zou worden. Wat later kwam er nog een tribune aan de westkant van het terrein. Op de plattegrond uit 1912 zijn beide te zien.

DFC-elftal voor het clubhuis met het afdak en het torentje dat net van een wereldtentoonstelling kwam waar het op een gebakkraam had gestaan (1906)

Het begin van de Hendrikstraat, vanaf die Mauritsstraat gezien, was een klein industrieel gebiedje. Fabriekjes en werkplaatsen waren er door de hele stad, maar hier, in de nieuwbouwwijk, onstond een bedrijvig stukje Krispijn. Aan de oneven kant van de Hendrikstraat was al sinds 1907 vanaf het huidige nummer 7 bebouwing. Aan de overkant stond alleen een koekbakkerij uit 1909-1910 met bovenwoningen op de nummers 10-18 en een rij huizen tot aan de Emmastraat met de nummers 22-50 die 1909-1910 door baas Hoek zijn gebouwd. De eigenaar van de bakkerij, Van Sliedregt, zou in juni van 1912 een bouwvergunning aanvragen voor het kapitale pand op de hoek, Mauritsweg 2, met een bij het bestaande koekfabriekje aansluitende uitbreiding van de bakkerij plus een magazijn. Een bakkerijbuurtje dus, waar het bij tijden lekker moet hebben geroken.

Ook in de andere straten stonden tussen de woningen wel dergelijke nijverheidsgebouwen. Aan de oneven kant van de Sophiastraat zou baas Hoek in 1908 voor zichzelf ook een timmerwerkplaats met bovenwoning bouwen en ernaast een breed huis met werkplaat voor een fietsenfabriek en 2 bovenwoningen. Nu zouden die nrs. 17-23 hebben, maar toen waren het de nummer 11-17. Zie hier.

In de Frederikstraat, tenslotte, bouwde van Hoek allemaal in datzelfde jaar nog de rij huizen met nummers 10-36. Maar de koppen van de straten, die op plattegronden steeds als gemeentegrond werden aangeduid, bleven leeg.

Tekening van de achterkant van Oranjepark 12, de voorkant ligt aan de Toulonselaan.

Coenraad Jan den Duijtsen (1875-1916) was een welvarende handelaar in brandstoffen. Hij bewoonde het in 1898 gebouwde herenhuis Oranjepark 12, het middelste in een rijtje van drie. Het staat er nog steeds. Hij had behoefte aan opslagruimte voor zijn koopwaar en diende eind januari 1912 bij de gemeente een aanvraag in voor een bouwvergunning met bijbehorende tekeningen. Het zou een pakhuis worden met twee bovenwoningen op de hoek van Hendrikstraat en Mauritsstraat. P. van Driel, die een bouwbedrijf had aan de Spuiweg, zou als aannemer en uitvoerder fungeren. De vergunning kwam 22 februari 1912 rond en waarschijnlijk is het pand in dat jaar op die hoek gebouwd. Zie deze versie van het gebouw bovenaan dit blog, getekend naar de originele bouwtekening uit 1912.

De hoekoplossing met integrale schoorsteen.

Het gebouw was ongeveer 10 x 11 m in oppervlak met een afgeschuinde kant op de straathoek. Het was opgetrokken in bruine baksteen met geel-bruin-gele speklagen, creatief vormgegeven hoekoplossingen en ingenieus gemetselde schoorstenen. De begane grond telde twee grote ruimten die bereikbaar waren via een dubbele deur op Hendrikstraat 1 en aan alle kanten werden de ruimten verlicht met hoogzittende kleine ramen. De bovenwoningen waren ruim, met kamers en-suite, grote ramen en vakkundig gemaakte voordeuren met bovenlichten. Aan de zijkant, in de Hendrikstraat, zat nog een grote poort met dubbele deuren die naar een bergruimte achter het huis leidde. Erop waren balkons voor de bovenwoningen.

Aan de jaartallen achter zijn naam is te zien dat Den Duijtsen in 1916 overleed; hij werd maar 41 en had geen kinderen. Of de zaken voordien al niet goed gingen is de vraag want in 1914 was er een aanvraag van overbuurman Van Sliedregt om achter het deel van het genoemde pand langs de Hendrikstraat nog een koekfabriek te bouwen. Dat plan is niet doorgegaan. Een paar jaar na de dood van Den Duijtsen vroeg de nieuwe eigenaar, NV Machinefabriek Maas en Merwe, een vergunning aan voor het vergroten van de ramen op de begane grond, het veranderen van deuren en het bouwen van een schoorsteen. Ze hadden daar een kantoor gepland.

Hendrikstraat 1-Mauritsweg 4-6 in 1920

Wordt vervolgd

Naar boven