Dubbeldamseweg in stukken 5

Na de bouwfase 1909-1910 bleef tussen nummer 49 en 67 (toen 39 en 47) een ruimte over waar nog vier percelen bebouwd konden worden. Pas tegen het eind van 1912 kwam daar wat beweging in. Hoe het precies verlopen is kan moeilijk worden gereconstrueerd, ook niet met hulp van het kadaster. Jan Blok verkocht eind 1912, begin 1913 de vier percelen aan Jacob van Welzenis, een Dordtse smid die nogal veel in vastgoed speculeerde. Die diende 31 december 1912 een bouwaanvraag in voor het bouwen van vier huizen, maar op 13 januari daarna werd de aanvraag ingetrokken. Tien dagen later diende hij een nieuwe aanvraag in voor één dubbel woonhuis, dat tegen nummer 49 aan zou komen en dus 51-53 zou worden. Jonkers en Van Harten van het Kromhout zouden het gaan bouwen en tekenden het huis. Links ervan blijft dus nog een open ruimte.

Tekening van Jonkers en Van Harten van nummer 51-53 uit 1913
Nummer 51-53 nu

Die werd een paar maanden later van Van Welzenis gekocht door Coenraad Jan den Duijtsen. We zijn hem al tegengekomen als bouwer van het hoekhuis Hendrikstraat-Mauritsstraat, zie ook het blog dat ik daaraan wijde. Naast dat pakhuis met bovenwoningen had hij blijkbaar nog behoefte aan een kantoor, bergplaats plus een stal. Hij diende 16 mei 1913 een bouwaanvraag in, maar die werd geweigerd!

Tekening en plan van het kantoorpand plus stal van Den Duijtsen uit 1913

Dat kwam niet veel voor in deze fase van de uitbreiding van de stad. De reden? Gemeentewerken voerde aan dat ze gehoord had dat de bergplaats er een voor steenkool zou worden. Dat was de bedoeling niet: in deze rij van dubbele burgerwoonhuizen – soms ook herenhuizen genoemd – paste geen kantoor met een kolenzolder. Dat stond klaarblijkelijk in het bestemmingsplan en de politie bleek ook niet gelukkig met zo’n bergplaats in een woonstraat. Het ging dus niet door. Persoonlijk ben ik daar ook wel gelukkig mee, want de kolenzolder was gepland op de plaats waar nu ons huis staat en waar ik zit te werken.

De tekening van 55-65 waarnaar timmerman Kooijmans het rijtje in 1913-1914 bouwde

Toen Den Duijtsen zijn plan niet door zag gaan verkocht hij het perceel nog datzelfde jaar door aan de Dordtse timmerman Johannes Jacobus Kooijmans. Die tekende een plan voor drie dubbele huizen onder één kap dat in 1913-14 werd gerealiseerd. Kooijmans verkocht de huizen in 1916 door aan de weduwe  Van der Matten, koffiehuishoudster te Dordrecht. Helaas kan ik in de adresboeken van die tijd niet vinden waar dat koffiehuis stond. Er woonde in de stad enkele heren Van der Matten die bier brouwden, dus er zal niet alleen koffie gedronken zijn bij de weduwe.

Reconstructie van 55-65 naar de tekening uit 1913

Het rijtje kreeg de nummers 41-45 (nu 55-65). In 1918 werd de gevel op de begane grond van het middelste huis nog voorzien van een etalage en de rechterdeur (nummer 59) werd vervangen door een winkeldeur. Dat gebeurde op verzoek van spekslager Braun, die er in 1917 was komen wonen. Hij wilde er een slagerij in beginnen, waarvoor de kamers op de benedenetage werden omgebouwd tot een tot voor kort nog bestaande winkel. Inmiddels is het ook een eengezinswoning.

Tekening uit 1918 met het ontwerp voor de nieuwe winkelpui voor slager Braun

Braun voorzag het achterhuis, dat op staal gebouwd was en twee slaapkamers bevatte, van een verdieping, omdat hij een heleboel kinderen moest bergen. Dat achterhuis was via een gemetseld gangetje met vier deuren verbonden met de woonkamer van het huis. Die extra belasting was er de oorzaak van dat de achtergevels van de nummers 59-65 scheef getrokken werden en er scheuren in de muren ontstonden. Toen wij er kwamen wonen hebben we het gangetje weggebroken, zodat de verbinding werd verbroken en het scheef zakken stopte.

Eigen tekening uit oktober 1987. Links het achterhuis, waardoor de terrasdeuren tamelijk smal waren. Er zat nog wel glas-in-lood in de bovenramen

Omdat wij sinds 1987 eigenaar zijn van 63-65, waarbij het nummer 65 is opgeheven, en ik lang op het stadsarchief heb gewerkt, heb ik uitgebreid onderzoek gedaan naar de vroegere bewoners. Daar ga ik u echter niet mee vermoeien. Alleen vermeld ik dat we het pand hebben gekocht van de kleindochter van de eerste eigenaar van de bovenwoning. Het gezin was in 1926 naar Nederlands Indië vertrokken. Tijdens de oorlog was haar vader in Indië omgekomen en zij, haar broer en haar moeder verbleven van 1943 tot in 1945 in een Jappenkamp. Na hun terugkomst zijn de kinderen bij hun grootmoeder in het bovenhuis opgegroeid. Haar tante, ook weduwe, woonde beneden. Zij en haar broer erfden het hele huis. Ik zit nu te werken in haar voorkamer.

Boven het blog ziet u een foto van de Dubbeldamseweg uit ca 1925, met links het bewuste rijtje. Ik zit nu in de linker erker, naast het balkon van 67-69. Rechts ziet u het hotel-café-restaurant, nu Oishi, en midden de voetgangersbrug over het spoor bij de drukste overweg van Dordrecht.

Wordt vervolgd

Naar boven

Dubbeldamseweg in stukken 3

Het perceel aan de Dubbeldamseweg tussen de Mauritsstraat (nu Mauritsweg) en de Emmastraat is letterlijk in allerlei stukken en stukjes bebouwd. Jan Blok verkocht in 1908 en 1909 de hele strook aan diverse eigenaars die er elk één of meer huizen op lieten bouwen. De eerste die dat deed was dienstbode Jenneke Wünsch. Hoe een dienstbode een stuk grond kon kopen en een boven- en benedenhuis erop kon bouwen zal altijd wel een raadsel blijven. Had ze geërfd? De loterij gewonnen? In ieder geval verrees daar het huis dat nu nummer 83-85 heeft en toen 55 zwart/rood. Het is gebouwd met de bestemming ’handel en transport’ (beneden) en wonen (boven).

Het huis Dubbeldamseweg 83-85 nu

Sinds tenminste 1938 tot 1973 zat op 83 kapper C. Gravendeel. Boven woonde mejuffrouw Wünsch en tot 2002 diverse familieleden van die naam. Toen wij in 1988 in de wijk kwamen wonen was er beneden een kantoor in gevestigd. De eigenaars die er in 2003 introkken maakten er een enkel woonhuis van. De eigenares was degene die de website over de Dubbeldamseweg begon. De geschiedenis van dit huis staat erop

Overgenomen uit de website van de Dubbeldamseweg: mej. Wünsch met een jong familielid op de arm voor de etalage van kapper Gravendeel. Rechts is nog de etalage van de bakker op nummer 79-81 te zien (1948)

Direct daarna werd het perceel op de hoek van de Mauritsstraat gebouwd, nummer 49, toen 37. De eigenaar was sinds 1909 een administrateur uit Amsterdam, Jonkers, die zich in Dordrecht wilde vestigen. Hij liet er voor zijn gezin een prachtige woning, een herenhuis zelfs, bouwen. In het boekje over zijn vader beschreef Leo van Hoek hoe dat in zijn werk ging. Jonkers kwam zelf de eerste steen leggen en vroeg baas Hoek wanneer de vlag op het huis zou komen als het hoogst punt bereikt zou worden, want hij had er haast mee. Gerrit pochte dat dat al wel eens over veertien dagen zou kunnen zijn. Jonkers geloofde dat niet, maar beloofde een grote tractatie als dat zou lukken. Toen moest Van Hoek wel. Hij stelde een dubbele ploeg samen en schoof alle andere werk opzij. Er werd ook flink overgewerkt, maar het lukte! Iedere arbeider – en dat waren er veel – kreeg, zoals wel gebruikelijk was, een kilo vlees en een ons vet en bovendien een rijksdaalder (f 2,50).

Mijn reconstructie van Dubbeldamseweg 49 zoals het in 1908 werd ontworpen en in 1909 gebouwd

Ik heb al eens een blog aan dit huis gewijd, want sinds de jaren vijftig is er het nodige met dat pand gebeurd. Het is er niet mooier van geworden. De boekhandel Vos & Van der Leer, die er na de oorlog inkwam, heeft de erkers er rigoureus af gesloopt en er een ‘moderne’ etalage voor in de plaats gezet. Bovendien is het huis gaan verzakken tegen de naastgebouwde huizen, zodat de ingangspartij scheef is komen te staan. Lees verder mijn blog. De voortuin met een smeedijzeren hek eromheen (zie de foto bovenaan) is verwijderd en de tuin is onder de trottoirtegels verdwenen.

Het sterk verzakte en aangetaste hoekhuis Dubbeldamseweg 49 in 2021

Een paar percelen verder werd in 1909 door Daniël van Sliedregt, de bakker die we al in de Hendrikstraat zijn tegengekomen, een huis gebouwd dat nu nummer 67 heeft, maar vroeger een dubbel woonhuis 47 (67-69) was. Hier recht achter bouwde hij tegelijkertijd aan de Hendrikstraat zijn eerste bakkerij. Die zou in 1912 flink uitgebreid worden en Van Sliedregt zelf liet Mauritsstraat 2, het monument, bouwen en trok daarin.

Dubbeldamseweg 67-69 in ca 1935

Ik herken hier toch weer trekken van baas Hoeks stijl in, met name in het balkon en zijn kap (zie ook nummer 49) maar ook in de deuren en de gevel met wolfdak.

Dubbeldamseweg 67 nu

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 2

De Hendrikstraat oneven

Naast het in 1906 ontworpen rijtje 29-39, was nummer 23-27 het eerst aan de beurt. Nog tijdens het bouwen van de oudste huizen, in 1907, was het perceel ernaast door eigenaar Jan Blok aan Van Hoek verkocht en die bouwde er een rijtje met exact dezelfde decoratieve gevels. Het kwam in 1908 af, maar in 1907 waren ze alle drie al verkocht.

Reconstructie van een deel van Hendrikstraat 23-27. De dakkapellen zijn op een bepaald moment aanzienlijk vereenvoudigd. Of zijn ze nooit zo gebouwd?

Ten noorden van de percelen waarop de huizen langs de Frederik-, Sophia- en Hendrikstraat gebouwd zouden worden lag, boven de gedempte noordelijke sloot van het landgoed van de heer van Dubbeldam een brede strook land. Middenover dit perceel was de Mauritsstraat (nu Mauritsweg) gepland. Dit gebied zou nog tot 1920 grotendeels onbebouwd blijven. Alleen op nummer 2 zou in 1912 een groot villa-achtig pand gebouwd worden, met een fabriek erachter. Nu is nummer 2 een gemeentelijk monument.

Omdat er tot ca 1920 vanaf de Mauritsstraat  nog niets stond is de nummering van de straten nogal gewijzigd. Dus op het eerste perceel na de voormalige sloot werd in 1907 begonnen met nummer 1, maar nu is dat nummer 7, omdat er drie panden vóór kwamen te staan. Ik houd de nieuwe nummering aan, dan kan de lezer makkelijker zonder de kluts kwijt te raken zien hoe de panden er in het echt uitzien.

Nummers 7-9 nog met ‘kastrandje’

Op de erfscheiding van dit onbebouwde perceel met dat van de Hendrikstraat had ene B. Kraaijeveld, een sleepbootkapitein, in 1907 een stuk grond gekocht. Hij liet Gerrit van Hoek er in september 1907 een tekening voor twee tegen elkaar staande huizen (7-9) voor maken met de bedoeling dat die ze ook zou bouwen. Inmiddels verkocht Blok de nog overblijvende 6 percelen (11-21) aan particulieren. Van Hoek zorgde ervoor dat die eerste aan 9 aansloten en dat de laatste tegen nummer 23 aanstootte.

De rij 11-21, een voortzetting van 7-9

In de bouwtekening van 7-9 staat nog een Hoeks ‘kastrandje’ onder de goot, maar dat is niet gemetseld. Misschien was het decoratieplan van de eerder gebouwde woningen in de rij toch wat te duur uitgevallen en werd nog in 1907 besloten het wat eenvoudiger aan te pakken. Deze rij, dus 7-21 is in één keer gebouwd, want er is geen bouwnaad tussen 9 en 11. De rij was in 1908 af.

Bewijs dat de rij in een keer is gebouwd: geen bouwnaad tussen 9 (rechts) en 11
Het verschil in decoratie tussen dit rijtje en de iets oudere rij ernaast (zie bovenaan dit blog) is opvallend hoewel er maar net een jaar tussen zit

Er was toen na nummer 39, nog ruimte voor één huis. Dat zou tegen de erven van Emmastraat 13-23 aansluiten en die van de eerste drie huizen daar flink verkorten. Hier kwam dan nummer 41, een tamelijk hoog huis, waarvan de onderverdieping een metselaarsbergplaats werd. Het perceel was gekocht door metselaar Jan van Heeren, die het huis in 1909 zelf bouwde. Er is een mooie foto van dit huis uit ca 1920, waarop, waarschijnlijk, Jan van Heeren poseert, terwijl zijn gezin uit de vensters hangt.

Ook dit huis staat er nog steeds en is, van buiten in ieder geval, nog in goede staat. Het past perfect bij de kleurigheid van het ‘oudste rijtje’ aan de straat en heeft een speelse afwerking van de topgevel met zijn korte trapjes. Die top is nu wel aan het slijten en zou wel een opknapbeurt kunnen gebruiken. De originele dubbele bergplaatsdeuren zijn nog aanwezig en ook het glas-in-lood is nog gaaf. Na de dood van Van Heeren (1955) is zijn weduwe er nog blijven wonen en na haar dood in 1966 hebben haar kinderen het huis in 1967 verkocht.

1909 was ook het jaar dat baas Hoek in de Emma-, Sophia- en Frederikstraat rijen bouwde. Maar ik maak eerst even de Hendrikstraat af voor ik aan die straten begin.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 1

Ik krijg naar aanleiding van mijn blogs onregelmatig de vraag: wanneer doe je de Emmastraat nou eens? Daar is toch niet veel mis mee? Zo’n mooie sfeervolle straat… Dat ben ik natuurlijk eens met die vragenstellers, maar dat daar niks aan de hand is, is wat kort door de bocht. De huizen zijn inderdaad nog best gaaf. Juist omdat ze tamelijk groot zijn (in de bouwplannen werden het middenstandswoningen genoemd) wonen en woonden er dikwijls kapitaalkrachtige families in. Die hadden en hebben het geld om hun panden goed te onderhouden. Maar dat wil niet zeggen dat er in de 110-117 jaar dat ze er staan nooit rare dingen mee zijn gebeurd.

Het oudste rijtje, 1-11, is inderdaad al uit 1907. Kort nadat baas Hoek in 1906-07 zijn eerste rij arbeidershuizen aan de Hendrikstraat had gebouwd en aan het show-rijtje Willemstraat 1-9 was begonnen (nu een gemeentemonument) plande hij een rij veel sjiekere en grotere huizen dan die aan de Hendrikstraat. Ze moesten aan de Emmastraat komen, vanaf de hoek met de Dubbeldamseweg tot aan de hoek van de Hendrikstraat. Aan een straat die genoemd was naar de geliefde, toenmalige, koningin-moeder moesten het wel woningen van een bepaalde stand zijn. Waarschijnlijk waren ze erg succesvol, want hij begon al in 1908 met een ander rijtje aan de Emmastraat, 13-25. En dat terwijl hij in 1907 al begonnen was de rest van de Hendrikstraat tussen Mauritsstraat en Emmastraat vol te bouwen en in 1908 ook nog de hele Sophiastraat afwerkte en de even rij aan de Frederikstraat begon.

Er is een zeldzame foto van de Emmastraat waarop de eerste drie rijen staan in een verder nog leeg gebied. Ik schat hem kort na de bouw, misschien nog in 1908, maar waarschijnlijk in 1909 genomen, want er staan nog geen huizen aan de Dubbeldamseweg. Het hoekhuis van die weg met de Leliestraat (nu 150) is nog te zien en we weten dat Van Hoek in 1910 aan dat deel van de weg ging bouwen.

De Emmastraat ca 1909, links de rijtjes 13-25 en 1-11 en rechts 2-12. In het midden de Rozenstraat met op de hoeken links Dubbeldamseweg128 en rechts nr 130. Tussen de twee eerste rijen ligt de Hendrikstraat, op de voorgrond links de Sophiastraat en rechts de oostkant van wat nu het Emmaplein is, maar dat begon als een plantsoentje.

Pas in 1913 en 1914 werden de andere twee rijen in de straat gebouwd. Dat was geen werk van baas Hoek meer. De nrs. 14-34 uit 1913 waren van Abraham (Bram?) Brand die een timmerbedrijf aan de Suikerstraat had. In 1914 bouwde timmerman Simon Hurkmans van de Voorstraat de nummers 27-37 en het daarbij aansluitende pand om de hoek van de Frederikstraat, nummer 38. Het is verwonderlijk om te zien hoe die rijen afweken van wat baas Hoek tot dan toe allemaal gebouwd had. 27-37 sloten nog wel een beetje aan met hun torentjes, maar het was een veel minder symmetrisch ensemble. Met name 14-34 was toch wel anders en het waren ook boven- en benedenwoningen, in tegenstelling tot de eensgezins panden in de rest van de straat. Maar daar ga ik het later over hebben.

Ik ga in de volgende blogs achtereenvolgens de vijf rijtjes aan die straat behandelen. Er is tamelijk veel van de plannen en bouw bewaard gebleven en er zijn ook nog wat leuke oude foto’s van de straat.

Wordt vervolgd

Naar boven

De jaren twintig 7

Als ik niet via de Mauritsweg naar de Krispijnseweg fietste, reed ik via de Emmastraat en dan moest je op het Emmaplein even naar links om via de Anna Paulownastraat die richting uit te kunnen. Voor je linksaf sloeg zag je (en zie je nog) een rij jaren twintig huizen (Frederikstraat 39-47), die aan beide zijkanten een iets hoger pand bevat. Er zit daar een extra etage op, onder een plat dak. In het kader van het WINO spel valt je dan onmiddellijk nummer 41 op. Dit pand is een van de weinige in de wijk waarvan de gevel bijna nog geheel in originele staat is. Boven dit blog staat een zeldzame foto van dit rijtje in aanbouw, toen het in 1925 bijna klaar was.

Frederikstraat 41 in volle glorie

De originele voordeur is nog aanwezig en de roedeverdeling in de ramen is geheel compleet, Zelfs het glas-in-lood zit nog in het raam op de begane grond. Het is ook het enige pand waarvan het houtwerk van de ramen en de deur nog in een donkere kleur geschilderd is en dan gevat in lichte kozijnen, die misschien oorspronkelijk ook donker wareb. Van een bevriende restauratieschilder ben ik naderhand namelijk te weten gekomen dat dat soort houtwerk voor de oorlog zeer dikwijls donker geschilderd werd. Niet zozeer het bekende standgroen, dat zo ‘in’ is tegenwoordig, maar dikwijls ook in verschillende tinten olijfgroen. Of in donkere houtkleuren met nerf effect.

Fredeikstraat 39-47 nu

Het was daarom dus al een opvallend pand. Maar toen ik me verder ging verdiepen in de bouwwerken in de wijk, zag ik ook de detaillering van de muren. Ook de hoekoplossingen zijn apart en doen een beetje denken aan die van het huis op de hoek Hendrikstraat-Mauritsweg, maar dan eenvoudiger. In de beide hogere uiteinden zit ook een vijhoekige erker op de eerste verdieping met een klein balkon op de tweede. En tussen elk pand daartussen zitten speelse uitstulpingen tussen een iets vooruit springende borstwering die me ergens aan deed denken. Pas onlangs kwam ik erachter dat het ontwerp van deze rij van baas Hoek is en uit eind 1924 dateert. Hij moet het direct na Mauritsweg 1-23 hebben ontworpen en gebouwd. En het lijkt er inderdaad een beetje op. Van Hoek was dus ook betrokken bij de uitbreiding van de wijk naar het westen.

Detail uit de stadsplattegrond van 1939

Het is namelijk de eerste rij die de grens van de wijk aan de Frederikstraat doorbreekt. Op stadskaarten van vóór 1924 is daar nog niks anders te zien dan weiland, maar nu gaat deze rij de beide hoeken om en zitten er aan elke kant dubbelpanden met ingangen aan Anna Paulownastraat  1 en de Saksen-Weimarstraat 2. Die straten worden vervolgens pas tegen 1930 voorzichtig doorgetrokken richting Oud-Krispijn. En ook daarbij is baas Hoek betrokken, nu met enkele van zijn zonen.

Frederikstraat 49-57 nu

Uit 1930 dateren namelijk de bouwvergunningen en tekeningen van het volgende stuk Frederikstraat, de nummers 49-57, eveneens met een hoger pand  aan de Anna Paulownastraatkant, dat de voordeur in die straat heeft op nummer 2. Dat huis is trouwens het enige dat aan de Frederikstraat kant nog een paar originele houten ramen heeft. De rest is geheel gemoderniseerd.

De grens werd nog verder doorbroken doordat Van Hoek en zonen de op de hoekwoningen aansluitende rijen eensgezinswoningen in de Anna Paulownastraat 3-15 en 4-14 en Saksen-Weimarstraat 4-16 bouwden. Ze staan op één tekening met de rij aan de Frederikstraat en hebben een vergelijkbare bouwstijl. Zij vormen het aansluitpunt met de na-oorlogse witte woningen, die nu allemaal gesloopt zijn. Of ze zelf ook dat lot zullen ondergaan is me niet duidelijk. Ze zijn allemaal  wat sleets geworden en bevatten ook niet veel originele delen meer.

Blauwdrukken van de rijen in de Anna Paulowna- en Saken-Weimarstraten 1930
Anna Paulownastraat 3-15 nu

Het lijkt trouwens wel of baas Hoek rond 1930 zijn fantasie en speelsheid een beetje begon kwijt te raken, want behalve wat horizontale banden in de bovenste geledingen van de muren zit er zo goed als geen relief meer in de voorgevels. Of was het de crisistijd die om een soberder bouwstijl vroeg? Het is misschien niet toevallig dat hij in 1933 stopte met bouwen en sigarenwinkelier werd in de binnenstad. Zijn wereld werd kleiner, toen na het uitvliegen van zijn zoons, in 1935 ook zijn vrouw Sofie overleed. Na wat moeilijke crisisjaren en natuurlijk de oorlog, zorgde de winkel voor een regelmatig inkomen en een rustig bestaan tot dat in 1954 niet meer lukte. Hij trok eerst bij zijn zoon Gerrit in en later bij Thijs en bij de laatste in huis is baas Gerrit van Hoek in 1958 overleden.

Naar boven

De jaren twintig 5

Het volgende te behandelen rijtje is al eens eerder in een blog van mij verschenen. Eigenlijk vormde het de eerste aanleiding voor mijn acties om de aandacht te vestigen op het unieke van Nieuw-Krispijn-Oost. En dan met name naar de afdeling Monumentenzorg van de gemeente Dordrecht toe. Ik zag toen al de nodige verwaarlozing en dat was nog vlak voor mijn coronawandelingen begonnen. Ik kende toen al de hierboven getoonde foto, een zeldzame opname van een gezicht in de, toen nog, Mauritsstraat uit ca 1930, of iets vroeger. Links staat nummer 2, het recente monument, met rechts ernaast één van de toen nog niet ‘verwaarloosde hoeken’. Rechts is de in die tijd nog nieuwgebouwde rij 1-23 te zien, met erachter een soort (bouw?)keet.

Ik kende de rij woningen goed. Als ik door de jaren heen van het station naar huis fietste kwam ik op de Mauritsweg altijd langs dat blok tweehoog woningen. De bakstenen gevel was wat smoezelig geworden en ik werd altijd wat kriegelig als ik de ‘moderne’ aanpassingen van veel van de ramen en deuren zag. Ik stond er verder niet bij stil, maar ik had er geen positief gevoel bij. Het was pas rond 2019 dat ik in de straten in mijn wijk (en ook in andere buurten in Dordrecht) in rijen van in één keer gebouwde woningen begon te zoeken naar de huizen die nog hun originele kozijnen en verder houtwerk hadden. Het ‘wat-is-nog-origineel’ (WINO) spel dus. Gek genoeg was er dikwijls nog altijd wel één die min of meer onaangetast was. In het genoemde blok was het zelfs nog beter: de rechterhelft leek, hoewel wat verwaarloosd, tamelijk onaangetast.

Het rijtje Mauritsweg 1-23 in 2021

In 2020, tijdens de lockdowns, ontdekte ik de bouwdossiers op de site van het Regionaal Archief van Dordrecht. Een echte vondst. Alle bewaard gebleven Dordtse bouwdossiers, inclusief aanvragen, bestekken en blauwdrukken van voor de Tweede Wereldoorlog waren gewoon beschikbaar. Ook die van Mauritsstraat (de oudere naam van de Mauritsweg) 1-23. De bouwaanvraag dateerde van december 1923 en uit een Aanvraag tot afgifte van eene verklaring van voltooiing van 24 november 1924 bleek het rijtje afgebouwd te zijn. De initiatiefnemer was ene A. Hooijkaas en de bouwmeester/uitvoerder zou G. van Hoek worden. Dat was dus baas Hoek. Die het jaar daarvoor aan de overkant de nummers 14-24 had afgewerkt.

Mauritsweg 1-23 volgens de bouwtekening in 1923

Het was het eerste rijtje huizen dat ik vroeg in 2021 fotografeerde toen ik in mijn hoofd begon mijn plan voor een totale foto- en bouwdocumentatie van Nieuw-Krispijn-Oost te verwezenlijken. Ik stond in de Hendrikstraat en had een perfect beeld van een harmonisch tussen de bestaande bouw passend blok. Eigenlijk viel me toen pas echt op wat er allemaal was gebeurd met die huizen en hoe leuk de detaillering van de muren en daklijsten eigenlijk was. Nu kon ik het geheel ook vergelijken met de blauwdruk van de gevel. Je kon daarop ook zien dat tijdens de bouw al aanpassingen aan die gevel waren gedaan.

Ik besloot, toen ik die vergelijking maakte, die blauwdruk te gebruiken om een reconstructie te maken van de oorspronkelijk plannen (inclusief de deuren, die een eigen blauwdruk hadden). Het resultaat ziet u hieronder.

Reconstructie van Mauritsweg 1-23 met alle details, maar de deuren zijn hypothetisch

De bakstenen gevel is geheel bewaard gebleven; er zijn geen lekplekken of vochtuitslag te zien en er is geen bewijs van verzakkingen en daardoor ontstane scheuren. U ziet dat in de rechterhelft van de rij de roedeverdeling van de ramen, behalve in de rij op de tweede verdieping, intact is gebleven. Ik heb de indruk dat de drie raampjes bovenin de deuren van de eerste zes huizen ook nog origineel zijn, maar dat voor het onderste deel van die deuren een plaat board is getimmerd die de detaillering verbergt. Het linkerdeel is echter een rommeltje. Nummer 15 heeft nog een origineel raam op de begane grond, maar de rest is allemaal vervangen door kunststof ramen en bouwmarkt deuren van allerlei typen. Ik heb gedacht dat het verschil lag in het feit dat het rechtergedeelte van één eigenaar bleef en de linkerhelft er meerdere had. Dat bleek niet waar. Vanaf 1924 zijn er drie eigenaars: A. Hooijkaas (1-15), R.D. van Kooij (17-19) en A.H. Schillemans (21-23). Die samenhang is op den duur verbroken. Onlangs is vergunning aangevraagd voor het splitsen van het rechterdeel van Mauritsweg 1 in zes appartementen. Dat bleek een misverstand. De nummers 1-11 zijn al sinds de oplevering in 1924 zes aparte boven- en benedenwoningen. Maar het blijkt een technische term te zijn voor de verhuur door een nieuwe eigenaar van die zes panden. Ambtenarentaal, dus.

Ik blijf het een gaaf geheel vinden en ik zou willen dat de eigenaren van de linker zes panden zich bij hun buren rechts zouden aansluiten en er weer een harmonische rij van zouden maken. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Is daar het onderdeel worden van een beschermd stadsgezicht voor nodig?

Wordt vervolgd

Naar boven

De jaren twintig 4

Op mijn blogs over wat er nog origineel is aan de ensembles uit de jaren twintig in de wijk krijg ik beduidend minder reacties dan over de huizen tussen 1895 en 1920. Dat is gek. Misschien vinden de lezers ze saaier dan die oudere rijtjes met hun wat excentrieke vormgeving. Ik vind dat onterecht. Bouwhistorisch vertegenwoordigen ze een landelijke trend gebaseerd op de stijl van de Amsterdamse School. In Amsterdam hebben ze hele toeristenroutes langs die bouwkunst in de wijken rond het centrum opgezet. En hier? Men weet niet eens dat we hier dergelijke pareltjes hebben. En men heeft dan ook niemand een haarbreed in de weg gelegd toen ze hun interessante huizen gingen ‘moderniseren’. Juist die restjes van de originele opzet van deze huizen laten zien hoe het had kunnen zijn. Als men dat maar had gezien, wie weet wat voor prachtbuurt dit was geworden, ook met de huizen uit de jaren twintig. Kijk naar de tekeningen en foto’s, lees de tekst en kijk de volgende keer dat je hier door de straten wandelt eens goed om je heen en geniet van al die leuke details in die 100 jaar oude huizen. Ze zouden, in mijn opvatting, stuk voor stuk monumenten moeten zijn.

—-

Tot ongeveer 1920 bleef het stuk gemeentegrond tussen de Mauritsstraat en de eerste huizen van de Sophiastraat en Frederikstraat onbebouwd. Het kavel werd door de gemeente in een aantal percelen verdeeld.

Situatie van het kavel tussen de beide straten rond 1920

Het kavel werd in 1920 door Gerrit van Hoek gekocht en bebouwd. Eerst zette hij Sophiastraat 9-11 neer, tegen de eerder door hem gebouwde nummers 13-17 (1908). Het is een zeer eenvoudig dubbelhuis, waar in 1921 nog aan verbouwd werd, met getoogde strekken en rollagen in dezelfde baksteen als de muur. In de ramen van de begane grond zit nog glas-in-lood zoals dat vanaf even voor 1920 werd gemaakt. De bovenrraamkozijnen zijn inmiddels van kunststof. Het heeft nu de nummers 9-11.

Sophiastraat 9-11 in 2021

Baas Hoek bebouwde ook het eerste perceel op dit kavel tussen Frederikstraat en Sophiastraat en in 1921-1922 werd daar het blokje van twee dubbele woningen (1-7) gebouwd, tegelijk met een vergelijkbaar blokje aan de Frederikstraat (2-8). Beide zijn in precies dezelfde stijl opgetrokken. De stijl werd door baas Hoek in 1923-1924 herhaald in Mauritsstraat 1-23.

Sophiastraat 1-7 in 2023
Bouwtekening Frederikstraat 2-8 1921

Frederikstraat 2-8 is een vergelijkbaar ensemble als Sophiastraat 1-7. Terwijl baas Hoek bezig was met Mauritsstraat 14-24 maakte hij in 1921 bouwtekeningen. Aan de Mauritsstraat zit er alleen nog een extra laag op, een tweede verdieping.

Frederikstraat 2-8 zoals het er nu uitziet
Schoorsteen-pilaster door baas Hoek

De roedeverdeling in ramen en bovenlichten exact hetzelfde. Hoek zou Hoek niet zijn als hij toch niet ergens wat extra versiering aanbracht. En wel als aanpassing tijdens het werk, want die staat niet op de bouwtekening. Hij heeft op de muurdammen aan de binnenzijde van de deurpartijjen pilasters op halve hoogte naar boven verlengd, boven de dakrand uit, als schoorstenen. Die kolommen heeft hij 45 graden gedraaid en met naar onderen verjongend decoratief baksteenwerk versierd. Ik vind het geweldig dat hij zo’n variatie toepaste in zo’n relatief eenvoudige gevel. Hij ligt voor mij op één lijn met de zijgevel van Mauritsweg 22-24. Eind 1922 was dit rijtje klaar en kon hij verder met een nieuw project.

Ik vind het een mooi voorbeeld van de ‘speelsheid’ van de aannemers/timmermannen dat ze die rijtjes steeds net wat anders maken en dat het geheel daardoor net wat verrassender wordt. Ik vind het ook eeuwig jammer dat die in acht ruitjes verdeelde bovenramen (en in vieren verdeelde ramen boven de deuren) allemaal verdwenen zijn. Daar had je zo mooi met kerst Anton-Pieck-ramen met spuitsneeuw in de hoeken van kunnen maken. Zond

Bouwtekening Frederikstraat 1-11 1921

Terwijl W. de Kluiver voor aannemer Hijbeek in de Mauritsstraat bezig was zijn drie dubbele woonhuizen te bouwen, was Hijbeek zelf om de hoek in de Federikstraat (1-11) ook een rijtje van drie bijna identieke dubbele panden aan het bouwen. Ze moeten wel gelijktijdig, en door dezelfde, getekend zijn. De enige verschillen zijn dat er in de Frederikstraat geen ornamentale hoek in zit. Ook zitten er daar boven zowel deuren als ramen hoge rollagen, in plaats van strekken boven de deuren en lage rollagen boven de ramen zoals om de hoek. Al zijn ze wel zo getekend. De stompe driehoeken onder de twee stellen ramen aan de zijkanten zijn bewaard, maar er zitten geen panelen onder de middelste ramen op de verdieping. De detaillering van de gevel is redelijk identiek en de afwerking van de boven de daklijst uistekende stompe einden komt ook met elkaar overeen. Het enige dat verder in dit rijtje bewaard is zijn de daklijsten (die in de Mauritsweg zijn verborgen), voor de rest zijn alle ramen en deuren door moderne exemplaren vervangen. Inmiddels zijn het ook van zes drie woonhuizen geworden.

Frederikstraat 1-11 nu

Helaas zijn alle ramen vervangen door kunststof en zitten er moderne deuren in. Eeuwig zonde, maar ja, de eigenaars zullen hun reden daarvoor gehad hebben.

Wordt vervolgd

Naar boven

De jaren twintig 3

Ik ga weer verder waar ik was gebleven: in het begin van de jaren twintig. Nu aan de Mauritsweg, die toen nog Mauritsstraat heette. In eerdere blogs heb ik het al gehad over het blokje dat baas Hoek er in 1921 bouwde, de nummers 14-24, drie dubbele woningen. Het hoekhuis 22-24, op de hoek met de Sophiastraat is zelfs de aanleiding geweest voor deze hele website en zijn blogs.

Mauritsweg 14-24 1921 plus de zijgevel aan de Sophiastraat

Het rijtje is tamelijk eenvoudig van bouw, met nogal hoge, simpele rollagen boven de ramen en deuren. Alleen op de tweede verdieping zitten vijf rijen uitspringende bakstenen en onder het driehoekig naar voren springende stijltje tussen de dubbele ramen van 14 en 20 zit een klein naar onderen verkleinend bakstenen ornament. Alleen de uitspringende muurdammen boven de drie deurenparen hebben leuke decoratieve randen en een interessante onderkant die bijna golvend lijkt. Ik vraag me af of dat iemand ooit is opgevallen.

In de bovendorpel van de deuren zit nog een hoekig randje. De dammen lopen ook nog even door na de daklijst en vormen zo een mooie afwerking van het silhouet. Maar dat is nog maar het muurwerk. Behalve dat het op nrs 22-24 zwaar aangetast is door vocht, is het redelijke bewaard.

Mauritsweg14-24 2024

De ramen en deuren zijn echter allemaal vervangen door moderne exemplaren; de raamkozijnen  zijn allemaal van kunststof. Tot 2018 zat er nog een originele roedeverdeling in de bovenramen op de verdieping van nr 20, maar die zijn inmiddels ook weg. Alleen boven de deurstellen zitten nog wat elementen uit 1921, maar het is opvallend dat die afwijken van de tekening. Die zullen dus al tijdens de bouw zijn gewijzigd.

Ik heb het hier even niet over de zijgevel aan de Sophiastraat; daar heb ik het al over gehad in Verwaarloosde hoeken 4.

Mauritsweg 26-40 1921

Het volgende rijtje, tussen de Sophiastraat en de Frederikstraat, nrs 26-40, bestaat uit vier dubbele woonhuizen. Ze zijn in opdracht van timmerman A. Boogertman en metselaar H. den Breker in 1921 gebouwd door Arie Boers van het Weeshuisplein. Het complex heeft interessante plattegronden met ingenieuze oplossingen voor de trappenhuizen in de wat vooruitspringende ingangspartijen op de beide hoeken.  Verder is het zeer eenvoudig gebouwd met ook hier simpele rollagen boven ramen en deuren en weinig versiering. Alleen bij de driehoekige gevels van de beide buitenste ingangspartijen zit een verdikt bakstenen randje en de platte pilasters tussen de vier blokken hebben een eenvoudige horizontale decoratie. Er waren ook nog geveltuintjes voorzien, maar die zijn waarschijnlijk al heel lang geleden verdwenen. De rij werd al direct na oplevering, in 1922, verkocht.

Mauritsweg 26-40 in 2024

Wat hier wel bijzonder is zijn de nogal goed bewaarde roede verdelingen in de ramen en boven de deuren van 28, 34, 36, 38 en 40. In tegenstelling tot de wit geschilderde exemplaren laten die van 38-40 ook zien hoe donkergroene afwerking eruit ziet. Ik vind die wel mooi. Door die roedeverdelingen is  deze rij de best bewaarde van de drie.

Mauitsweg 42-52 in 1921

De nummers 42-52 vallen dan weer tegen. Ook deze rij is in 1921 gebouwd en wel door W. de Kluiver voor de heer K.H. Hijbeek, een timmerman-aannemer van de Toulonselaan. Hijbeek houdt ze tot 1946 in bezit en verkoopt ze daaarna aan particulieren. Deze drie boven- en benedenwoningen hebben dan wel weer aardig bewaard muurwerk, waaronder driehoekige oplossingen onder de ramen op de verdieping van nr 42 en 52 en een mooie uitspringende hoek van 42 aan de Frederikstraatkant.

Mauritsweg 42-44 hoek Frederikstraat in 2024

Onder drie van de vier middenramen zitten rechthoekige baksteen panelen die een rondgaande lijn laten zien. Onder het raam op de hoek zit naast de deur van 42 nog een ruitvormig paneel in de muur. Behalve vier, waarschijnlijk, originele voordeuren (46-52) is al het houtwerk vervangen. Er is geen enkele originele roedeindeling bewaard gebleven. Wat wel opvalt is dat boven de deuren een hanekam zit en boven de ramen een rollaag. Het verhoogde middendeel van de gevel bevat nog een strook verticaal gemetselde bakstenen boven de vier middelste verdiepingsvensters, maar de afwerking is op wat vooruitspringende hoekjes op de verhoogde zijkanten na, heel gewoontjes. Er zit duidelijk geen doordacht plan achter de decoratieve elementen in de rij; het is een rommeltje. De daklijsten zijn verder een late oplossing en zijn een aanfluiting; ze zijn gemaakt van plat mdf met een omgebogen zinkrandje van de goten.

Mauritsweg 42-52 in 2024

Wordt vervolgd

Naar boven

Krot!

Ik houd dus al sinds begin 2021 een soort fotojournaal van de wijk Nieuw-Krispijn-Oost bij. In november 2023 heb ik een serietje gewijd aan het blok hoek Hendrikstraat-Mauritsweg en daar wat gezegd over nummer 6, zie hier. Ik noemde het een verwaarloosde hoek.

Afgelopen zondag 25.2.2024 liep ik weer eens een rondje en schrok eigenlijk wel van dat pand en besloot de foto die ik nam eens te vergelijken met eerdere foto’s. Bovenaan dit blog zie je de close-up uit 2023. Dat is geen leuk gezicht, daar zult u het mee eens zijn. Hieronder zie je 2021 (boven)  en 2024 (onder). Zoek de verschillen tussen de drie. Gevonden?

MAW 6 – 2021
MAW 6 – 2024

Die zijn er dus niet. Alles blijft hetzelfde, alleen het verfwerk verpietert steeds wat verder. De zonneschermen en gordijnen zijn niet veranderd, alleen wat verder vergeeld. Het middelste dakraam staat nog steeds open en de wind waait het af en toe wat verder open en weer terug. De bakstenen zullen steeds wat meer (zout)uitslag laten zien. Conclusie: hier woont niemand en er wordt al minstens vier jaar geen onderhoud gepleegd. Het pand is verkrot en ik ben bang dat het binnen niet veel beter is. Of aan de achterkant.

Wat gebeurt er met deze hoek als dit pand onbewoonbaar wordt verklaard? Kan de eigenaar hierop aangesproken worden? Is er een mogelijkheid voor de gemeente om in te grijpen? Het is geen monument en we zitten hier niet in een bescherms stadsgezicht, dus er is door de buurt niets tegen te doen. Moeten we dan met de armen over elkaar toezien hoe een pand in elkaar stort? Nee toch?

Dit blog gaat naar diverse instanties voor reacties. Ik houd u op de hoogte van wat erover gezegd wordt.

Naar boven

De jaren twintig 1

In heb het in enkele eerdere blogs al gehad over de uit de jaren twintig daterende ensembles in Krispijn, toen de woningbouw na de Grote Oorlog weer langzaam opstartte. Ik heb al enkele rijtjes die toen gebouwd zijn behandeld hier over het hoekpand waar deze website mee van start ging, en hier over de beide andere blokken aan die kant van de Mauritsweg. Ook in de Sophiastraat staat zo’n rijtje waar ik hier wat over heb geschreven. In mijn vorige blog beschreef ik het zoekspel dat ik speelde als ik door de vooroorlogse wijken reed: wat-is-nog-origineel (aan-die-gevel). Afgekort WINO.

Ik heb besloten nu een serietje te doen waarin ik laat ziet welke onderdelen van gevels van ensembles uit de jaren twintig nog lijken op wat er op de originele bouwtekeningen staat. Je kunt er trouwens niet altijd vanuit gaan dat huizen precies volgens tekening gebouwd werden. De tekenaar  wist bijvoorbeeld niet altijd wat voor deuren erin zouden komen en of de bovenramen alltijd glas-in-lood bevatten. Ook kon de definitieve roedeverdeling in ramen wel eens afwijken van het getekende. Ik heb zelfs de indruk dat tijdens het bouwen soms van het plan werd afgeweken. Waarom dat gebeurde is niet bekend, want dat staat nergens opgeschreven en we kunnen het niet meer aan de bouwmeesters vragen. U zult die voorbeelden hierna nog wel tegenkomen.

Eerste ontwerp voor Dubbeldamseweg 108-112 zwart en rood (1920)

Ik heb besloten te beginnen met een kort rijtje aan de Dubbeldamseweg met de nummers 152-156 (oude nummering 108-112). Het kwam op de plaats waar sinds 1914 – toen het Woningzorg-complex gereed kwam – een gat was gevallen tussen de huizen op de hoek van de Leliestraat en de Madeliefstraat. Het duurde nog tot 1920 toen metselaar Leendert Molendijk een plan indiende om er drie dubbele woningen te bouwen. De blauwdruk bestaat nog, maar de huizen zijn nooit gebouwd (zie hierboven). Het plan werd in datzelfde jaar gewijzigd en bevatte nu drie middenstandswoningen. Niet alleen weken die nieuwe plannen qua inrichting van elkaar af, maar vooral de buitenkant kreeg een heel ander uiterlijk. Dat kwam gedeeltelijk omdat de plattegrond veel minder traditioneel was, waardoor het opgaande werk een wel heel bijzondere vorm kreeg.

Tweede ontwerp (ook uit 1920)

Ik zie de overeenkomsten met wat in Amsterdam de ‘school’ van die naam wordt genoemd. Maar dan in een lokale versie, zoals Hendrikstraat 65 in het vorige blog. We zullen helaas nooit weten waarom Leendert van opvatting veranderde of door wie hij beïnvloed kan zijn. Wel verrees daar in 1920-21 (tegelijk met baas Hoeks ensemble aan de Mauritsstraat 14-24) een heel bijzonder rijtje. Zie de foto boven dit blog. Die moet van voor 1923 dateren, want de twee ramen naast de deur zijn in dat jaar vervangen door een breed winkelraam. De begane grond werd dus winkel en in 1988, toen wij aan de weg kwamen wonen, was het dat nog: een drogist. Nu is het al weer lang een woonhuis.

De plattegronden van nrs 152-156 met de afplattingen van pand 156 beneden en boven

Omdat de muur met die ramen erin een zeer stompe driehoek vormde, moest het hele metselwerk van de begane grond overgedaan worden. Dat moet een kostbare operatie zijn geweest. Inmiddels is dat winkelraam alweer vervangen door een breed kunststofkozijn, maar je kunt aan weerszijden ernaast de nog enigszins schuinlopende muren zien. Het verdere metselwerk met de decoratieve uitspringende rijen bakstenen is keurig gedaan. Dat is echter niet het geval geweest bij het weghalen van het balkon erboven en het rechttrekken van de balkondeuren en –ramen. Ook die zijn nu van kunststof. Het stuk muur eronder ziet er niet uit en lijkt wel met lidtekens bedekt. Verder is de rollaag boven de ‘winkelruit’ bijzonder slordig gemetseld; de koppen van de bakstenen schelen centimeters met de originele en lopen ongelijk in het bestaande metselwerk over. Deze gevel is echt een aanfluiting en een voorbeeld van hoe je een jaren twintig gevel in Amsterdamse School stijl niet renoveert.

Detail van de gevel van 156 met de lidtekens van de verwijderde hoek

Even weinig gevoel voor het origineel blijkt uit het middenpand, nr. 154, waar op de etage kunststof kozijnen de plaats van hout ingenomen hebben met een moderne roedeindeling. Op de begane grond is het originele brede raam met zes vlakken vervangen door een grote doorzon-woning ruit die niet zou misstaan in een jaren zestig nieuwbouwwijk. En dat geldt ook voor de deur en de sponningen in bruin gevernist hardhout.

Overzicht van het lapwerk aan 152-156 met roodomlijnd de enige nog originele elementen

Alleen nr. 152 heeft nog elementen van de oude situatie bewaard. Het heeft nog de stompe driehoek muur zoals die in 156 was, het balkon, de terugwijkende balkondeur met zijn vensters ernaast en zowaar nog een rest roedeverdeling in de bovenramen aan weerszijden van de hoek. Helaas hebben de ramen op de verdieping die niet meer en is de voordeur modern.

Vorige bewoners/eigenaars kan je natuurlijk niet meer vragen het beter te doen. Omdat het rijtje geen monument is en ook niet in een beschermd  stadsgezicht staat kan je ook huidige eigenaars niet verplichten of tenminste smeken terug te gaan naar het uiterlijk van 1920. Inmiddels wordt echter in het middelste pand weer verbouwd, nadat zo’n beetje alles uit de binnenkant is gesloopt. Ik houd mijn hart vast voor wat er nu weer zal worden aangepast aan de ‘moderne smaak’. Oh, waren we maar beschermd stadsgezicht. Maar er is een mogelijkheid dat de nieuwe eigenaar dit blog leest en dat dan blijkt dat ik me voor niks druk heb gemaakt. Ik hoop het…

AANVULLING NOVEMBER 2024

Opname oktober 2024

Vanaf mei 2024 is de nieuwe eigenaar van Dubbeldamseweg zuid 154 bezig geweest met een nogal ingrijpende verbouwing. De buurt hield zijn hart vast toen ze zagen wat er allemaal in de skip verdween. Halverwege oktober was het klaar. Het houtwerk in de gevel werd strak zwart geschilderd en de gevel zelf zag er plotseling wat schoner uit. Ik moet zeggen: het ziet er niet gek uit, maar natuurlijk is wel de Art Deco stijl nu geheel verdwenen. Staan ons meer van dergelijke opknapbeurten te wachten?

Wordt vervolgd

Naar boven