Winkels aan de weg 1

En omgeving…

Aan de Dubbeldamseweg zitten nu, in 2025, een sushi-restaurant, een snackbar, een afhaal- en bezorgcafetaria, een varkensslager, een poppenhuizenwinkel, twee kappers en een slechtlopend uitdragerijtje. Om de hoek in de Mariastraat zit Van der Linden nog, ijzerwaren en verfwinkel. Er zitten wel nog wat bedrijfjes die vanuit huis werken en er is sinds kort ook nog een verloskundigenpraktijk bij gekomen in de oude Hobbyhal. En natuurlijk is er de steeds groter wordende ALDI supermarkt. In de achter- en zijstraten zitten geen winkels meer. Alleen in de Hendrikstraat is nog een autobedrijf waar je je auto kunt laten repareren en keuren. Maar dat is natuurlijk geen winkel. Dat is alles:  negen ‘winkels’ en een supermarkt.

De gloednieuwe ALDI in 2022

In 1938 zaten hier 34 winkels, inclusief één aan de Markettenweg en twee in de Hendrikstraat. In 1955 waren het er 30 inclusief een aan de Hendrikstraat. Toen ik hier in 1988 kwam wonen zaten er nog 20. Het café aan de overkant, een herenkapper, een Turkse winkel van Sinkel, de snackbar Hobé, een sigarenboer, een groentenboer, De Zonnebloem, een gezonde productenwinkel, de hengelartikelenwinkel van Piet Borst, de Hobbyhal, doe-het-zelf zaak, de drogist, Aart Bons de slager, een dameskapper naast ons (die later even een curiosashop werd), een videotheek op de hoek van de Mauritsweg, er was nog even een duikartikelenwinkel annex duiklespraktijk, het café De Pui, bakker Schepers naast de Emmastraat, Erica, de bloemenwinkel. Aan onze overkant kwamen er ook nog twee zaken bij: de Schoenenreus, een schoenen- en kledingwinkel, en de ALDI.

Waar nu de parkeerplaats van de ALDI ligt zat in 2015 de Schoenenreus. In die winkel zat de eerste vestiging van de ALDI. Rechts de machinehandel van Van Randwijk, links het café

Daar hoorden dus ook de machinehandel van Van Randwijk bij (later dierenspeciaalzaak Jumper) en nog later een zaak op de hoek naast de kapper bij ons aan de overkant: eerst een lingeriezaak later een installatiebedrijf van satelietschotels. Ook waren er twee bordelen, maar daar merkte je weinig van. In het verborgene functioneerden nog twee wietplantages, tot daar kortsluiting en brand ontstond. In de Hendrikstraat zat een kleine supermarkt van de A&O, die de concurrentie met de ALDI niet lang heeft volgehouden. Om de hoek van de weg, in de Mariastraat, zat dan nog Van der Linden, waar je ook allerlei materiaal voor het opknappen van je huis kon kopen. Die zaak is er ook nog.

De zaak van Van der Linden in de Mariastraat begin 2024

Natuurlijk hoorde bij een nieuwe wijk een assortiment winkels om de bevolking te voeden en te laven, hun haar te laten knippen en en rokertje aan te verkopen. Er waren dus in de jaren ‘30 aan de weg drie bakkers, twee groenteboeren, vier kruideniers en drie slagers, drie sigaren- en sigarettenverkopers, drie kappers, twee rijwielzaken en -reparateurs aan de natuurlijke ader van de buurt, de Dubbeldamseweg, gevestigd. Verder was er een zuivelhandel, een drogist, een winkel in huishoudelijke artikelen en schrijfwaren, een boekhandel annex leesbibliotheek, een schoenmaker en een garen- en bandwinkel. En aanvankelijk één, later twee café’s. Ook was er al vroeg een bloemen- en  plantenzaak, die in een voormalige smederij was gevestigd. Het was één van de laatste traditionele winkels die verdween.

Melkboer in de Bloemstraat begin jaren ’20

Het is typerend voor elke nieuwbouwwijk van voor de oorlog van 40-45 dat er aan een centrale straat een serie winkels werden ingericht om de buurt van het nodige te kunnen voorzien. Een enkele keer gingen die vestigingen ook enkele tientallen meters een hoek om en dus een zijstraat in. Dat is niet typerend voor Dordrecht; het gebeurde overal in Nederland. Alles was binnen loopafstand te koop. Daarnaast kwamen bakkers, groente- en melkboeren etc. ook nog langs de deur: een erfenis van het platteland. Daar stonden de huizen en boerderijen in een lange rij op afstand van elkaar langs dijken en dorpswegen. Alleen in het centrum, rond de kerk, had je winkels. De uitbaters daarvan kwamen dus voor de dagelijks boodschappen langs met paard (of hond) en wagen.

Plan voor het winkelcentrum op het Johan van Oldenbarneveltplein in Crabbehof, 1960

Na de oorlog werden andere oplossingen verzonnen. De nieuwbouwwijken kregen een centraal plein, een winkelcentrum, midden tussen de woonwijken. Nog steeds niet ver weg, maar de loopafstand werd groter, omdat die wijken ook groter waren dan vroeger. Er was dan ook altijd parkeerruimte nodig. Nu kun je wat in de oude winkels verkocht werd allemaal in de supermarkt kopen. Die inmiddels wel een nog grotere parkeerplaats nodig heeft. Alleen enkele speciaalzaken, en gek genoeg ook kappers, hebben nog winkels.

De winkels die er in 1938 waren ingetekend in de plattegrond van de wijk van 1939.
De nummers zijn die van vóór de hernummering van de straten in 1955

Boven het blog ziet u een foto van de even kant van de Dubbeldamseweg ergens in de jaren ’30 met in het midden de Bloemstraat. Overal waar een markies uithangt zat een winkel. In het midden loopt een slagersknecht naar zijn transportfiets om een bestelling te gaan bezorgen.

Ik geef hierna een overzicht, uitgaande van de situatie in 1938, van de winkels. Daarbij geef ik soms ook aan wat eraan vooraf ging of na kwam. Dat was echter lang niet allemaal mogelijk vanwege gebrek aan bronnen. Dit blog was overigens niet gelukt zonder de hulp van (ex)buurtbewoners en hun herinneringen; mijn dank aan hen allemaal. Ik hoop daarbij dat lezers nog met aanvullingen en/of foto’s komen, want erg volledig is het allemaal nog niet. Ook hiervoor vast mijn dank.

Wordt vervolgd

Naar boven

Dubbeldamseweg in stukken 5

Na de bouwfase 1909-1910 bleef tussen nummer 49 en 67 (toen 39 en 47) een ruimte over waar nog vier percelen bebouwd konden worden. Pas tegen het eind van 1912 kwam daar wat beweging in. Hoe het precies verlopen is kan moeilijk worden gereconstrueerd, ook niet met hulp van het kadaster. Jan Blok verkocht eind 1912, begin 1913 de vier percelen aan Jacob van Welzenis, een Dordtse smid die nogal veel in vastgoed speculeerde. Die diende 31 december 1912 een bouwaanvraag in voor het bouwen van vier huizen, maar op 13 januari daarna werd de aanvraag ingetrokken. Tien dagen later diende hij een nieuwe aanvraag in voor één dubbel woonhuis, dat tegen nummer 49 aan zou komen en dus 51-53 zou worden. Jonkers en Van Harten van het Kromhout zouden het gaan bouwen en tekenden het huis. Links ervan blijft dus nog een open ruimte.

Tekening van Jonkers en Van Harten van nummer 51-53 uit 1913
Nummer 51-53 nu

Die werd een paar maanden later van Van Welzenis gekocht door Coenraad Jan den Duijtsen. We zijn hem al tegengekomen als bouwer van het hoekhuis Hendrikstraat-Mauritsstraat, zie ook het blog dat ik daaraan wijde. Naast dat pakhuis met bovenwoningen had hij blijkbaar nog behoefte aan een kantoor, bergplaats plus een stal. Hij diende 16 mei 1913 een bouwaanvraag in, maar die werd geweigerd!

Tekening en plan van het kantoorpand plus stal van Den Duijtsen uit 1913

Dat kwam niet veel voor in deze fase van de uitbreiding van de stad. De reden? Gemeentewerken voerde aan dat ze gehoord had dat de bergplaats er een voor steenkool zou worden. Dat was de bedoeling niet: in deze rij van dubbele burgerwoonhuizen – soms ook herenhuizen genoemd – paste geen kantoor met een kolenzolder. Dat stond klaarblijkelijk in het bestemmingsplan en de politie bleek ook niet gelukkig met zo’n bergplaats in een woonstraat. Het ging dus niet door. Persoonlijk ben ik daar ook wel gelukkig mee, want de kolenzolder was gepland op de plaats waar nu ons huis staat en waar ik zit te werken.

De tekening van 55-65 waarnaar timmerman Kooijmans het rijtje in 1913-1914 bouwde

Toen Den Duijtsen zijn plan niet door zag gaan verkocht hij het perceel nog datzelfde jaar door aan de Dordtse timmerman Johannes Jacobus Kooijmans. Die tekende een plan voor drie dubbele huizen onder één kap dat in 1913-14 werd gerealiseerd. Kooijmans verkocht de huizen in 1916 door aan de weduwe  Van der Matten, koffiehuishoudster te Dordrecht. Helaas kan ik in de adresboeken van die tijd niet vinden waar dat koffiehuis stond. Er woonde in de stad enkele heren Van der Matten die bier brouwden, dus er zal niet alleen koffie gedronken zijn bij de weduwe.

Reconstructie van 55-65 naar de tekening uit 1913

Het rijtje kreeg de nummers 41-45 (nu 55-65). In 1918 werd de gevel op de begane grond van het middelste huis nog voorzien van een etalage en de rechterdeur (nummer 59) werd vervangen door een winkeldeur. Dat gebeurde op verzoek van spekslager Braun, die er in 1917 was komen wonen. Hij wilde er een slagerij in beginnen, waarvoor de kamers op de benedenetage werden omgebouwd tot een tot voor kort nog bestaande winkel. Inmiddels is het ook een eengezinswoning.

Tekening uit 1918 met het ontwerp voor de nieuwe winkelpui voor slager Braun

Braun voorzag het achterhuis, dat op staal gebouwd was en twee slaapkamers bevatte, van een verdieping, omdat hij een heleboel kinderen moest bergen. Dat achterhuis was via een gemetseld gangetje met vier deuren verbonden met de woonkamer van het huis. Die extra belasting was er de oorzaak van dat de achtergevels van de nummers 59-65 scheef getrokken werden en er scheuren in de muren ontstonden. Toen wij er kwamen wonen hebben we het gangetje weggebroken, zodat de verbinding werd verbroken en het scheef zakken stopte.

Eigen tekening uit oktober 1987. Links het achterhuis, waardoor de terrasdeuren tamelijk smal waren. Er zat nog wel glas-in-lood in de bovenramen

Omdat wij sinds 1987 eigenaar zijn van 63-65, waarbij het nummer 65 is opgeheven, en ik lang op het stadsarchief heb gewerkt, heb ik uitgebreid onderzoek gedaan naar de vroegere bewoners. Daar ga ik u echter niet mee vermoeien. Alleen vermeld ik dat we het pand hebben gekocht van de kleindochter van de eerste eigenaar van de bovenwoning. Het gezin was in 1926 naar Nederlands Indië vertrokken. Tijdens de oorlog was haar vader in Indië omgekomen en zij, haar broer en haar moeder verbleven van 1943 tot in 1945 in een Jappenkamp. Na hun terugkomst zijn de kinderen bij hun grootmoeder in het bovenhuis opgegroeid. Haar tante, ook weduwe, woonde beneden. Zij en haar broer erfden het hele huis. Ik zit nu te werken in haar voorkamer.

Boven het blog ziet u een foto van de Dubbeldamseweg uit ca 1925, met links het bewuste rijtje. Ik zit nu in de linker erker, naast het balkon van 67-69. Rechts ziet u het hotel-café-restaurant, nu Oishi, en midden de voetgangersbrug over het spoor bij de drukste overweg van Dordrecht.

Wordt vervolgd

Naar boven

Dubbeldamseweg in stukken 3

Het perceel aan de Dubbeldamseweg tussen de Mauritsstraat (nu Mauritsweg) en de Emmastraat is letterlijk in allerlei stukken en stukjes bebouwd. Jan Blok verkocht in 1908 en 1909 de hele strook aan diverse eigenaars die er elk één of meer huizen op lieten bouwen. De eerste die dat deed was dienstbode Jenneke Wünsch. Hoe een dienstbode een stuk grond kon kopen en een boven- en benedenhuis erop kon bouwen zal altijd wel een raadsel blijven. Had ze geërfd? De loterij gewonnen? In ieder geval verrees daar het huis dat nu nummer 83-85 heeft en toen 55 zwart/rood. Het is gebouwd met de bestemming ’handel en transport’ (beneden) en wonen (boven).

Het huis Dubbeldamseweg 83-85 nu

Sinds tenminste 1938 tot 1973 zat op 83 kapper C. Gravendeel. Boven woonde mejuffrouw Wünsch en tot 2002 diverse familieleden van die naam. Toen wij in 1988 in de wijk kwamen wonen was er beneden een kantoor in gevestigd. De eigenaars die er in 2003 introkken maakten er een enkel woonhuis van. De eigenares was degene die de website over de Dubbeldamseweg begon. De geschiedenis van dit huis staat erop

Overgenomen uit de website van de Dubbeldamseweg: mej. Wünsch met een jong familielid op de arm voor de etalage van kapper Gravendeel. Rechts is nog de etalage van de bakker op nummer 79-81 te zien (1948)

Direct daarna werd het perceel op de hoek van de Mauritsstraat gebouwd, nummer 49, toen 37. De eigenaar was sinds 1909 een administrateur uit Amsterdam, Jonkers, die zich in Dordrecht wilde vestigen. Hij liet er voor zijn gezin een prachtige woning, een herenhuis zelfs, bouwen. In het boekje over zijn vader beschreef Leo van Hoek hoe dat in zijn werk ging. Jonkers kwam zelf de eerste steen leggen en vroeg baas Hoek wanneer de vlag op het huis zou komen als het hoogst punt bereikt zou worden, want hij had er haast mee. Gerrit pochte dat dat al wel eens over veertien dagen zou kunnen zijn. Jonkers geloofde dat niet, maar beloofde een grote tractatie als dat zou lukken. Toen moest Van Hoek wel. Hij stelde een dubbele ploeg samen en schoof alle andere werk opzij. Er werd ook flink overgewerkt, maar het lukte! Iedere arbeider – en dat waren er veel – kreeg, zoals wel gebruikelijk was, een kilo vlees en een ons vet en bovendien een rijksdaalder (f 2,50).

Mijn reconstructie van Dubbeldamseweg 49 zoals het in 1908 werd ontworpen en in 1909 gebouwd

Ik heb al eens een blog aan dit huis gewijd, want sinds de jaren vijftig is er het nodige met dat pand gebeurd. Het is er niet mooier van geworden. De boekhandel Vos & Van der Leer, die er na de oorlog inkwam, heeft de erkers er rigoureus af gesloopt en er een ‘moderne’ etalage voor in de plaats gezet. Bovendien is het huis gaan verzakken tegen de naastgebouwde huizen, zodat de ingangspartij scheef is komen te staan. Lees verder mijn blog. De voortuin met een smeedijzeren hek eromheen (zie de foto bovenaan) is verwijderd en de tuin is onder de trottoirtegels verdwenen.

Het sterk verzakte en aangetaste hoekhuis Dubbeldamseweg 49 in 2021

Een paar percelen verder werd in 1909 door Daniël van Sliedregt, de bakker die we al in de Hendrikstraat zijn tegengekomen, een huis gebouwd dat nu nummer 67 heeft, maar vroeger een dubbel woonhuis 47 (67-69) was. Hier recht achter bouwde hij tegelijkertijd aan de Hendrikstraat zijn eerste bakkerij. Die zou in 1912 flink uitgebreid worden en Van Sliedregt zelf liet Mauritsstraat 2, het monument, bouwen en trok daarin.

Dubbeldamseweg 67-69 in ca 1935

Ik herken hier toch weer trekken van baas Hoeks stijl in, met name in het balkon en zijn kap (zie ook nummer 49) maar ook in de deuren en de gevel met wolfdak.

Dubbeldamseweg 67 nu

Wordt vervolgd

Naar boven

Dubbeldamseweg in stukken 1

Ik nader het einde van de serie blogs die ik aan de beschrijving van het wel en wee van de wijk Nieuw-Krispijn-Oost wilde wijden. Dat doe ik met een korte serie over de oneven zijde van de Dubbeldamseweg. Deels heb ik ermee gewacht omdat de geschiedenis van de bebouwing nogal apart is, maar ik wilde ook niet direct met dit stuk buurt op de voorgrond treden omdat ik zelf aan dat deel van die weg woon. De ingewikkeldheid van de volgorde van de bebouwing, die ik al aan zag komen, is deels opgeheven door de beschikbaarheid van de kadastrale gegevens  die ik van buurman Alain Mahieu heb doorgekregen. Dat gaf wat meer zekerheid over die volgorde.

Wat ook nogal uniek is, was dat hier een complete rij huizen door oorlogsgeweld was verdwenen. Er zijn meer slachtoffers van bommen en vlammen in de wijk geweest, maar deze rij was van een bijzondere kwaliteit. Ik behandel dit ensemble hieronder in het eerste en tweede deel.

Het hoekje van Jan Blok bebouwd

Het noordelijkste perceel in de hoek tussen de Marketteweg, de spoorwegovergang en de Dubbeldamseweg lag naast het land waar de gashouder op stond. Dat deel, inclusief het perceel van het slachthuis, was van de gemeente, maar dit hoekje hoorde ook bij het bezit van Jan Blok. Het plan was om hier tussen die hoek en de Mauritsstraat ook een rij woningen neer te zetten, maar of het plan ook de bedoeling had dat dit nogal chique huizen zouden worden is niet bekend. Het was echter wel zo.

DDW 35/47 van Van Altenburg op de hoek van de Mauritsstraat

Al in 1907 verkocht Blok een perceel op de hoek van die Mauritsstraat aan een Dordtse makelaar, Cornelis van Altenburg (1871-1953).  Die liet er datzelfde jaar nog een huis op bouwen en ging er met zijn vrouw Elizabeth Ets (1874-1956) wonen. Ze zijn in 1901 getrouwd. Let wel: de bouw vond tegelijk plaats met het eerste rijtjes in de Hendrikstraat 29-39, de Emmastraat 1-11 en de Willemstraat 1-9. Eenzame huizen in een verder nog kaal terrein.

Bouwtekening van Markettenweg 2-4 die echt de stijl van baas Hoek ademt

In 1908 kwam de verkoop van de rest van de percelen op gang. Te beginnen om de hoek met de Markettenweg langs het spooremplacement. Blok verkocht toen een flink perceel aan Jan Strous, een werktuigbouwkundige uit Rotterdam die met een Dordtse was getrouwd. Hij begon er een zaak in en woonde erboven. Gerrit van Hoek bouwde het huis en de bedrijfsruimte, want in november 1909 werd een plan afgekeurd om het pand zo te bouwen dat het over de grenzen van de beschikbare ruimte ging. Ze wilden er nog een winkel en monsterkamer aanbouwen, maar dat ging dus niet door. Baas Hoek bouwde dus een wat kleinere versie van het nogal opvallende pand. Het was een typerend voorbeeld van zijn bouwstijl.

Markettenweg 2-4 (links) op een foto van het uitladen van een circustrein in de jaren dertig

In 1925 noemde Strous zijn bedrijf een ‘inrichting voor het beproeven van electrische machines en apparaten’. Helaas zijn er geen mooie aanzichtfoto’s van het pand en moeten we het doen met de bouwtekening, een foto uit de jaren twintig waarop je een hoekje ziet en de resten van het huis na het in brand schieten op 12 mei 1940. Op de fundamenten werd in 1941 een nieuw, soortgelijk bouwwerk, maar dan veel minder opvallend, gebouwd, waarbij ook nog delen van de overeind staande muren werden gebruikt.

De sigarenwinkel op de hoek van de Markettenweg en de Dubbeldamseweg op de bouwtekening

In datzelfde 1908 kocht Cornelis Marinus Nusteling, chef bij de firma Dolk, het hoekje Markettenweg-Dubbeldamseweg van Jan Blok. Hier werd in 1909 een winkel met bovenwoning gebouwd (toen 21 nu 29-31). Is dit ook een ontwerp van baas Hoek? Het zou zomaar kunnen. De goedbeklante zaak stond jarenlang bekend als de sigarenwinkel van H. Smits en later, kort voor de oorlog, als Industria. Zie bovenaan het blog een foto uit ca 1915 van dit pand. Na de verwoesting in de meidagen van 1940 werd de winkel in 1941 opgenomen in de nieuwe rij.

Wordt vervolgd

Naar boven

De lange rijen 2

Hendrikstraat even

Via Jan Blok, en S.G. Schreuder, kwam een deel van de straat al in 1910 in handen van de jonge timmerman en investeerder Daniël Monté. Hij liet er in 1910-11 vijf huizen bouwen. Hun huisnummers zijn nu 96-104.

De rij Hendrikstraat 92-104, aansluited bij het monument Willemstraat 1-9 (rechts)

Ernaast kocht Arie Franken (1872-1946), een Dordtse opzichter en controleur bij de NASM in Rotterdam, een perceel waar hij in 1912 een huis op liet bouwen. Het is nu nummer 94. Het heeft in  afwijking van de andere huizen in de rij vier geel-oranje-gele speklagen in de gevel naast strekken in dezelfde kleuren.

Hendrikstraat 94 met zijn afwijkende decoratie

Toen was er nog een lange strook onbebouwd tot aan de Emmastraat. Die kwam in 1913 handen van de Zwijndrechtse loodgieter Pieter Seijffert, maar die verkocht hem datzelfde jaar nog door aan Anthonie van Chastelet, een Dordtse timmerman en aannemer uit de Martinus Steinstraat. Die bouwde er in 1915 tien dubbele woonhuizen (52-90) op, plus een enkel pand dat wat zielig tegen nummer 90 aanleunt en nummer 92 heeft. Toen de rij af was verkocht Van Chastelet hem in 1917 weer terug aan Seijffert. Had hij verlies geleden of kreeg hij de huizen niet verkocht of verhuurd in de oorlogstijd? Boven dit blog ziet u een impressie van dit deel van de straat in de zomer.

Ook hier is aan de buitenkant nog weinig over van de originele bouw. De strekken zijn er nog wel, maar de meeste ramen en deuren zijn vervangen. Dat ook hier kamers aan gastarbeiders worden verhuurd is maar al te duidelijk.

Willemstraat even

De rij Willemstraat 2-26 in de lente

Er was nog een stukje over van het perceel land waar de Alexanderstraat en de Mariastraat op werden gebouwd. Jan Blok splitste het in 1913 af van het grotere geheel en verkocht het als bouwterrein aan de Dordtse timmermannen Teunis Jonkers en Johannes Harten van het Kromhout. Zij bouwden er vanaf 1914 tot april 1915 zeven boven- en benedenwoningen op, die de nummers 2-26 kregen. De benedenwoning van het eerste huis heeft echter de ingang aan de Mariastraat en is daar nummer 1. Toen de huizen opgeleverd waren verkochten de bouwers ze in 1915 aan Marinus Kooijman, sleepbootkapitein en reder te Dordrecht.

Mariastraat 1, de zij-ingang van de rij aan de Willemstraat, met een charmant hoektorentje

Als rij is Willemstraat 2-26 nog tamelijk gaaf gebleven. In enkele ramen zijn veranderingen aangebracht en er zijn wat deuren vervangen. De ‘betonnen’ strekken zijn alle bewaard, al zitten ze soms verstopt achter zonneschermbakken. Veel van de bovenlichten hebben nog hun twee verticale glaslatjes. Het is geen opvallend geheel, maar ziet er degelijk uit zonder veel speelse details. Alleen de hoekoplossingen hebben wat variatie. Maar dat is ook wel eens mooi. Dit ennsemble is trouwens nogal te vergelijken met ‘nieuwbouwwijken’ uit de vroege 20ste eeuw bij andere oudere steden. Maar die hebben er dan geen huizenrijen naast die door baas Hoek zijn gebouwd en die voor de unieke variatie zoals die in Dordrecht bestaat zorgen.

Willemstraat 24-26, waarbij 24 een balkon heeft op de uitbouw van 26

Naar boven

De lange rijen 1

Nu de Dubbeldamse geschiedenis van onze buurt zo’n beetje afgewerkt is, ga ik weer verder met de bebouwing van de straten. Nu beschrijf ik de langere rijen, zoals ze tussen 1912 en 1915 werden opgetrokken. Op een paar plekken stonden toen al wat huizen op een kluitje bij elkaar. Die keken enkele jaren uit over een nog grotendeels kaal terrein. Maar dat veranderde gauw.

Hendrikstraat oneven

Toen wij hier in de wijk kwamen wonen zat hier een A&O kruidenier; sfeervol winkeltje met een wat dromerig, tobberige uitbater in een blauwe stofjas

In de Hendrikstraat ten zuiden van de Emmastraat stonden al sinds 1909-10 een paar panden waarvan er één bestond uit een huis met stal en erf, waar een groothanndel in spek en kaas inkwam, met ernaast een winkel in kruideniers- en grutterswaren met een woning erachter en erboven.

De bouwtekening van 49-53 met de winkelopschriften

Tegenwoodig hebben ze de nummers 49-53. Ze vallen tamelijk op, want de gevels zijn speels versierd met gekleurde strekken en hebben mooi glas-in-lood. Later werden het twee winkel(s) met twee bovenwoningen. Nu zijn het een kinderdagverblijf en een atelier, eveneens met bovenwoningen.

Op het eerste gezicht nog een aardige gevel

Ernaast kwam in 1912-13 een apart pand (55); een gewoon woonhuis. Het werd gebouwd voor Bastiaan Lanser (1872-1927), een Sliedrechtse molenbaas, die het in 1916 weer doorverkocht. Kort daarna moet de pui zijn gewijzigd want de deur met twee vensters ernaast werden vervangen door een winkeldeur naast een groot winkelraam.

Zo zag het eruit voor het een winkel werd

De gevel ziet er nog redelijk uit, maar aan de zijkant van het huis is te zien dat hij bijna loskomt van de zijwanden. Daar moet echt naar gekeken worden.

De zijgevel zit vol scheuren en die achter de voorgevel loopt van de goot tot de straat

Arie Brand Hzn. (1866-1939), metselaar-aannemer en bouwondernemer uit Dubbeldam, met een werkplaats aan de Suikerstraat, kocht in 1913 de rest van het driehoekige perceel ten zuiden van de Emmastraat tussen Hendrikstraat en Willemstraat van Jan Blok. De Emmastraat 14-38 met de dubbele huizen werden er eerst gebouwd (zie dit blog). De rest van het terrein vulde hij met een rij van met zes dubbele huizen aan de Willemstraat (zie hieronder) en met aan de Hendrikstraat kant drie huizen (57-61) die wat minder ruimte achter zich hadden. Zodra ze klaar waren in maart 1914, verkocht hij ze door. Tegenwoordig zijn de gevels nogal gemoderniseerd en zit er geen originele deur meer in.

Willemstraat oneven

De dubbele huizen, die ook nog voortuintjes hadden, met de nummers 11-21 (nu 13-23) bouwde Brand ook zelf. Hij begon er in juli 1913 aan en de rij was in juni 1914 klaar.

De rij Willemstraat 13-23

Er was toen nog een stukje over en ook hier was nog ruimte voor zes dubbele huizen met voor- en achtertuin. En kelders. Boven dit blog ziet u een foto van deze rij zoals die zich voordoet in de zomer achter het welige groen van de straatbomen en de voortuinen.

Brand bouwde eveneens de rij met de nummers 25-47 in 1914-15, maar verkocht de huizen al in 1914 door aan Arie Visser, een Dordtse slager.

De rij Willemstraat 25-47

De meeste huizen in de rij hebben de nodige aanpassingen aan de gevels ondergaan. In 13-23 zijn nog wel tamelijk veel originele vensterindelingen, maar in 25-47 is veel houtwerk vervangen door kunststof en zijn er geen oorspronkelijke deuren meer. Daar staat ook een aantal panden met kamers die aan gastarbeiders zijn verhuurd. Er is ook nogal wat achterstallig onderhoud zichtbaar. Met nam 45-47 is sterk verwaarloosd. De tuintjes zijn hier of betegeld en lichtelijk overwoekerd. Dat laatste geldt ook voor de andere rij. Maar boven dit blog kunt u zien dat dat er wel sfeervol uit kan zien.

Het hoekhuis Willemstraat 45-47 verkeert in een belabberde staat van onderhoud

Wordt vervolgd

Naar boven

Dubbeldam 10

Als je een betrouwbare afbeelding hebt van een inmiddels verdwenen herenhuis en zijn omgeving wil je natuurlijk weten waar dat huis precies heeft gestaan. Er zijn wat aanknopingspunten voor. Delen van de tuinen, de waterpartij, paden en sloten zijn nog lang zichtbaar geweest in het onbebouwde landschap. Pas met de aanleg van de straten in de Oranjebuurt verdwenen die. Op kaarten uit 1901-1902 staat nog de typerende waterpartij (en in 1907 nog op de rijks-topografische kaarten), maar op de kadastrale kaarten van 1905-1906 is hij dan al verdwenen onder de zandlichamen voor de bouw. Het tuinmanshuis was het laatste stuk bebouwing dat werd afgebroken. In 1909 werd het gesloopt toen er werd begonnen met de bouw van de even kant van de Alexanderstraat.

Het Huys geprojecteerd op de kaart van ca 1924

Het kadaster was de plek waar je toen met nu kan vergelijken en dat heeft Alain Mahieu voor dit blog gedaan. Hij heeft de GIS[1] gegevens van de wijk over de plattegrond van het Huys te Dubbeldam en zijn landerijen gelegd en dan kan je precies zien waar het huis heeft gestaan. Dat  wil zeggen: we zijn nog bezig met de afmetingen van het huis en hoe die zich verhouden tot de huidige situatie. We kunnen in ieder geval zeggen dat het huis ruwweg even rechts van Hendrikstraat 65 – het bijzondere huis op de hoek van die straat en de Willemstraat – stond. Aan de noordrand van de rotonde die ik dus het Willemplein noem. Eigenlijk kijk je er tegenaan op de foto die als aandachttrekker van mijn website fungeert. En dan aan de rechterkant ervan. Dat wist ik dus echt niet toen ik met mijn blogs begon. Het gebouw moet ook gedeeltelijk gelegen hebben onder de nummers 96-100 van de Hendrikstraat en misschien ook nog onder het erf erachter. Boven dit blog zie je het Huys in lijn geprojecteerd in een foto van deze locatie. Het is wel een voorlopige, want we weten dus nog niet hoe groot het werkelijk was. De paardenstal annex koetshuis stond in de straat, naast de nummers 63-65.

Wordt vervolgd

Naar boven


[1] ‘Geografisch informatiesysteem’ dat bestaat uit landkaarten gecombineerd met allerlei andere gegevens,  zodat je een chronlogisch overzicht krijgt van waar de straten en gebouwen zich bevinden en wie de eigenaars zijn en wat ermee is gebeurd.

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 10

De Dubbeldamseweg 123-179

De Dubbeldamseweg tussen de Willem- en de Emmastraat werd in 16 percelen verdeeld, waarvan de laatste vier telkens een stukje teruggeschoven werden. De weg maakte hier namelijk een bocht. Die bocht zat er al sinds de vroege 17e eeuw en werd dus niet rechtgetrokken, maar gebruikt om een interessante hoek te ontwerpen. Aan de Hendrikstraat stond in 1910 dus nog niets. Ten behoeve van het eerste rijtje aan de Emmastraat 2-12 was er door Jan Blok van dit kavel al een een strook afgesplitst waar architect Tenentie in 1908-1909 zijn eerste huizen in de wijk bouwde. Pas in 1914-15 zou de even kant van de Hendrikstraat ten zuiden van de Emmastraat gebouwd worden, maar nu werd eerst de Dubbeldamseweg aangepakt.

De situatie van de rij op de bouwtekening uit 1909 waarop het verspringen van de huizen goed is te zien. In het witte kader de handtekening van baas Hoek

Er is nog een mooie ansichtkaart uit de jaren 30 van dit gedeelte van de Dubbeldamseweg waarop het verspringen van deze huizen goed is te zien. Het verschil in drukte met nu is ook opvallend, gezien de kinderen die midden op straat spelen. Autoverkeer was er nauwelijks. Bovenaan het blog de situatie nu.

De Dubbeldamseweg naar het noorden. Rechts de Madeliefstraat en het comlex van de stichting Woningzorg

Het was de bedoeling dat het geheel in drie stukken verdeeld zou worden en dan aan drie gegadigden zou worden verkocht. Dat lukte echter niet. Het kwam erop neer dat baas Hoek het hele kavel kocht en daar vanf 1910 16 dubbele ‘herenhuizen’ ging bouwen. In 1911 zijn ze in de kadastrale kaart ‘ingetekend’, maar volgens het adresboek van 1911 waren ze in dat jaar nog in aanbouw. In dat van 1913 is de hele rij zo goed als bewoond. In 1912 zullen ze dus opgeleverd zijn; net over het randje van de datering van deze serie blogs.

De vier keer herhaalde module van de dubbele herenhuizen

De begane grond heeft alleen maar twee bedsteden in een alkoof tussen de salon en de woonkamer. Verder zijn er alleen een keuken en een vestibule, terwijl de bovenverdiepingen met hun kamer en salon en suite veel ruimer zijn, want daar zit nog een zolder boven. Daar zou je makkelijk drie slaapkamers op kunnen maken, al zijn het er meestal twee. Op de plaats van de vestibule en trapopgang is op de verdieping de mogelijkheid van een spreekkamer opengelaten. Dat bewijst dat er voor bewoning wel werd gerekend op, bijvoorbeeld, onderwijzers of zogenaamde zelfstandige beroepen. Er is dus duidelijk verschil in wooncomfort tussen de verdiepingen. Boven zat om de twee huizen nog een balkonnetje aan de kamer en bij de andere nog inpandige balkons – eigenlijke kleine erkers – met openslaande deuren evenals om de twee zolderverdiepingen. De veranda op de begane grond achter ondersteunde nog een balkon op de verdieping.

Plattegronden van begane grond en verdieping uit 1909

Inmiddels is er veel aan de rij veranderd. Al tijdens de bouw zijn er in sommige panden in afwijking van de basistekening al brede ramen gezet. Ook zijn ten behoeve van winkels al vroeg enkele etalages op de begane grond toegevoegd. Soms zijn etalages weer terugveranderd in de brede ramen van een woonverdieping. Er zijn balkons weg, er zijn bij het samengaan van de onder- en bovenwoningen deuren verdwenen en er is zellfs een hele gevel achter een stuclaag verdwenen.

Gezicht op de situatie van het rechter gedeelte van de rij nu

Typerend voor deze rij zijn de lichtgebogen ontlastingsbogen boven een gele geprofileerde betonnen latei boven de deurenparen. Die oplossing heeft baas Hoek verder in de wijk niet meer gebruikt. In de rij zitten ook nogal wat originele deuren en er is ook nog wel wat glas-in-lood bewaard. De gepleegde veranderingen zijn natuurlijk wel jammer, maar voor het hele beeld van dit ensemble valt de schade over het algemeen mee.

Twee originele deuren met glas-in-lood erboven, de latei en de bakstenen ontlastingsboog. Let ook op het smeedijzeren ornament in het deurvenstertje (zie hieronder)

Hierna komen de latere rijtjes aan de beurt in een eigen serietje.

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 8

De Alexanderstraat even

Voor er aan die kant van de Alexanderstraat gebouwd kon worden moesten er eerst nog wat resten van bestaande bebouwing opgeruimd worden. Er stond daar nog een deel van de tuinmanswoning van het huis te Dubbeldam, die inmiddels een boerderij was geworden. Met wat losse schuurtjes ernaast. Dat gebeurde in december 1909. Er was al in januari 1909 een bouwaanvraag ingediend (in februari goedgekeurd) door de eigenaars Otto Dicke, die de huizen 1-10 had gekocht van Jan Blok, en J. van Heeren voor de andere 5. Een andere koper, G. de Bruijn, was al afgehaakt. Gerrit van Hoek zou ook hier het bouwen voor zijn rekening nemen. Op de bouwtekening (door Otto Dicke?) van dit rijtje is al rekening gehouden met de nummers 2-6 die ernaast zou komen. De ramen in die panden zouden op dezelfde hoogte komen als die in het korte rijtje.

Alexanderstraat 8-36, de tekening is identiek met die van HES even

Deze rij is wat gevels en plattegrond betreft identiek met de nummers 22-50 in de Hendrikstraat, alleen de strekken boven de deuren en ramen zijn geel-rood, in plaats van alleen rood zoals daar. Net als aan de overkant van de straat hebben bewoners de voegen tussen de rode spekranden donker gemaakt, zodat die er minder uitspringen dan die in de Hendrikstraat. Ik vind dat zonde. Ook hier zitten er in de puntgevels – de middelste is evenals die in de Hendrikstraat groter – makelaars, waarvan er hier net wat meer bewaard zijn gebleven. Ook hier waren Dicke, Van Heeren en De Bruijn trouwens eigenaren.

Reconstructie van de gevels in Alexanderstraat even

Op diezelfde bouwtekening is te zien dat een achter de erven doorlopend ‘achterom’ was gepland met een toegang aan de zijkanten van het blok. Nummer 8 sluit echter direct aan bij het rechterpand, nummer 6, van het korte rijtje. Aan de andere kant, naast nummer 36, zou een toegang geweest kunnen zijn, maar hier is een garage tegen het huis aangebouwd, die direct tegen een garage aan de Frederiksstraat grenst. Wat er met het achterom is gebeurd is me niet bekend. Bij de erven getrokken?

Plattegrond van Alexanderstraat 8-10 met de ingang naar het achterom

Tijdens de bouw van de lange rij had baas Hoek voor een eveneens van Jan Blok gekocht perceel op de hoek met de Willemstraat in oktober 1909 een aanvraag ingediend voor het bouwen van drie huizen daar. Dat zijn de nummers 2-6, die inmiddels gemeentelijke monument zijn, zie mijn blog over dit monument. Ik vroeg me daarin al af waarom deze huizen wat gevels betreft zo afweken van de rest van het ensemble. Verder komen nergens dit soort gevels met zo’n balkonnetje voor, dus misschien is het inderdaad een soort visitekaartje (dit kan ik ook!) voor een stijl die verder in de buurt niet is opgepikt. Het wordt  wel de chaletstijl genoemd.

Bouwtekening van Alexanderstraat 2-6

Ook de stijl van de strekken boven is apart. Ze zijn opgebouwd uit bakstenen, maar die vormen een gele ‘sluitsteen’ in het midden en twee gele ‘aanzetstenen’ opgebouwd uit een stapeltje baksteen-koppen. Daartussen zitten gewoon oranje-rode strekstenen.

De aparte strekken van het monument Alexanderstraat 2-6

Of baas Hoek de gebouwde rij van Dicke en Van Heeren kocht is niet bekend, maar wel waarschijnlijk. Hij deed de nog niet verkochte panden met het failliet gaan van de timmerfabriek in 1917 namelijk van de hand aan particulieren. Er waren eerder, in 1910, al enkele huizen verkocht.

Allexanderstraat 2-6 in 2023; alle balkons zijn nu weer wit, alleen het rechter heeft nog blauwe elementen

Bovenaan het blog ziet u enkele huizen uit de lange rij zoals ze er in 2021 uitzagen. Let op de nog originele deur van het pand rechts. Daarvan zitten er nog enkele in de rij, terwijl er ook nog wat glas-in-lood over is.

De originele deur uit 1910 in nummer 36

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 3

De Hendrikstraat even

Iets meer dan de helft van het perceel waar Hendrikstraat 22-50 op gebouwd zou worden werd in een keer door Jan Blok in 1909 als ‘huizen in aanbouw’ verkocht aan Otto Dingeman Dicke (1884-1948), bouwkundig ingenieur te Dordrecht. Dicke was als tekenaar in dienst van Gerrit van Hoek en zal veel van de tekeningen die bij de bouwaanvragen van de door zijn baas gebouwde blokken gemaakt hebben. Hij was in dat jaar nog jong, 25 jaar, en volgens Leo van Hoek, Gerrits zoon, een “levendig jong mens, dat door allerlei grappen de vrolijke noot aanbracht in het nijvere bouwwereldje”. Toen hij bij Hoek kwam werken was hij nog ‘volontair’ – wij zouden zeggen: stagiair – want hij studeerde nog voor architect. Zijn familie was niet onbemiddeld, zodat het niet vreemd was dat hij soms percelen of huizen kocht voor familieleden. Hier schafte hij dus meer dan een halve straatkant aan.

De volledige rij van 15 huizen in Hendrikstraat 22-50

In 1910 waren de eerste acht huizen gereed (22-36). Wat later volgden de andere twee. Otto Dicke verkocht echter de hele boel, nu dus met een gloednieuwe rij huizen erop, in 1910-11 aan investeerders, die ze daarna verhuurden. Waarschijnlijk heeft hij daar wel een behoorlijke winst op gemaakt.

Inmiddels waren de vijf percelen (42-50) ernaast door Blok, eveneens met de huizen in aanbouw, verkocht aan Jan van Heeren en Gerrit de Bruijn, beide metselaars, respectievelijk in Dordrecht en Dubbeldam. Ook die huizen waren in de loop van 1910 gereed. Van Heeren kocht even daarna zijn collega uit en verhuurde zelf de huizen.

Het renvooi van de verdeling van de eigenaren

De hele rij is volgens de tekening van Dicke, gedateerd januari 1909, en daarna door zijn baas en diens arbeiders gebouwd. Dat is beschreven in de bouwaanvraag. Baas Hoek heeft op de tekening de verdeling aangegeven.

De reconstructie van drie van de huizen in de rij

Ook deze rij is wat eenvoudiger en minder kleurig van opzet dan 23-39 aan de overkant. En ook hier heerst symmetrie, alleen het pand in het midden, nummer 36, heeft een wat grotere en hogere puntgevel dan de vier aan weerszijden. Al die puntgevels hadden ‘gevelmakelaars’ in hun punt, die hen een wat speels aanzicht gaven. Een makelaar is een geveldecoratie die door middel van een balkje, dat boven de nok uitsteekt, en een ligger de windveren van het dak met elkaar verbindt. Daar zijn er nu nog maar twee van over. Ertussen zijn wat uitgebouwde dakkapellen gecreëerd met een dubbele deur erin, een balkonhekje, en een puntig torendakje erop, dat wat lijkt op die in de Emmastraat 13 en 23. De balkonhekjes zijn inmiddels alle vervangen door een houten wandje met openslaande ramen erboven. De strekken en speklagen in de gevels zijn van oranje persbaksteen, net als bij Hendrikstraat 7-21, behalve waar de ramen zijn vervangen door moderne exemplaren. Daar zitten rollagen van gewone baksteen boven. Helaas zit het originele torendakje er alleen nog maar bij nummer 46. Alleen in nummer 28 is het glas-in-lood in de bovenramen van deur en ramen bewaard gebleven.

De  basis van die rijtjes is in die bijna 120 jaar hetzelfde gebleven. Wel zijn de dakkapellen dus aangepast, deuren vervangen (behalve op nummer 28) en roedeverdelingen in de ramen gemoderniseerd. Zie de foto uit 2021 van de complete rij bovenaan het blog, waarop de veranderingen op het eerste gezicht niet opvallen, maar wel degelijk zichtbaar zijn.

Wordt vervolgd

Naar boven