De rijtjeswoningen 1907-1910 – 10

De Dubbeldamseweg 123-179

Het gedeelte van de Dubbeldamseweg tussen de Willem- en de Emmastraat had het kadasternummer K 2595. Ten behoeve van het eerste rijtje aan de Emmastraat 2-12 was er door Jan Blok al een een strook afgesplitst waar architect Tenentie in 1908-1909 zijn eerste huizen in de wijk bouwde. Pas in 1914-15 zou de even kant van de Hendrikstraat ten zuiden van de Emmastraat gebouwd worden, maar nu werd eerst de Dubbeldamseweg aangepakt. Het kavel werd in 16 percelen verdeeld (K 3079-3094), waarvan de laatste vier telkens een stukje teruggeschoven werden omdat de weg hier een bocht maakte. Die bocht zat er al sinds de vroege 17e eeuw en werd dus niet rechtgetrokken, maar gebruikt om een interessante hoek te ontwerpen. Aan de Hendrikstraat stond in 1910 dus nog niets.

De situatie van de rij op de bouwtekening uit 1909 waarop het verspringen van de huizen goed is te zien. In het witte kader de handtekening van baas Hoek

Er is nog een mooie ansichtkaart uit de jaren 30 van dit gedeelte van de Dubbeldamseweg waarop het verspringen van deze huizen goed is te zien. Het verschil in drukte met nu is ook opvallend, gezien de kinderen die midden op straat spelen. Autoverkeer was er nauwelijks. Bovenaan het blog de situatie nu.

De Dubbeldamseweg naar het noorden. Rechts de Madeliefstraat en het comlex van de stichting Woningzorg

Het was de bedoeling dat het geheel in drie stukken verdeeld zou worden en dan aan drie gegadigden zou worden verkocht. Dat lukte echter niet. Het kwam erop neer dat baas Hoek het hele kavel kocht en daar vanf 1910 16 dubbele ‘herenhuizen’ ging bouwen. In 1911 zijn ze in de kadastrale kaart ‘ingetekend’, maar volgens het adresboek van 1911 waren ze in dat jaar nog in aanbouw. In dat van 1913 is de hele rij zo goed als bewoond. In 1911-12 zullen ze dus opgeleverd zijn.

De vier keer herhaalde module van de dubbele herenhuizen

De begane grond heeft alleen maar twee bedsteden in een alkoof tussen de salon en de woonkamer. Verder zijn er alleen een keuken en een vestibule, terwijl de bovenverdiepingen met hun kamer en salon en suite veel ruimer zijn, want daar zit nog een zolder boven. Daar zou je makkelijk drie slaapkamers op kunnen maken, al zijn het er meestal twee. Op de plaats van de vestibule en trapopgang is op de verdieping de mogelijkheid van een spreekkamer opengelaten. Dat bewijst dat er voor bewoning wel werd gerekend op, bijvoorbeeld, onderwijzers of zogenaamde zelfstandige beroepen. Er is dus duidelijk verschil in wooncomfort tussen de verdiepingen. Boven zat om de twee huizen nog een balkonnetje aan de kamer en bij de andere nog inpandige balkons met openslaande deuren evenals om de twee zolderverdiepingen. De veranda op de begane grond ondersteunde nog een balkon op de verdieping.

Plattegronden van begane grond en verdieping uit 1909

Inmiddels is er veel aan de rij veranderd. Al tijdens de bouw zijn er in sommige panden in afwijking van de basistekening al brede ramen gezet. Ook zijn ten behoeve van winkels al vroeg enkele etalages op de begane grond toegevoegd. Soms zijn etalages weer terugveranderd in de brede ramen van een woonverdieping. Er zijn balkons weg, er zijn bij het samengaan van de onder- en bovenwoningen deuren verdwenen en er is zellfs een hele gevel achter een stuclaag verdwenen.

Gezicht op de situatie van het rechter gedeelte van de rij nu

Typerend voor deze rij zijn de lichtgebogen ontlastingsbogen boven een gele geprofileerde betonnen latei boven de deurenparen. Die oplossing heeft baas Hoek verder in de wijk niet meer gebruikt. In de rij zitten ook nogal wat originele deuren en er is ook nog wel wat glas-in-lood bewaard. De gepleegde veranderingen zijn natuurlijk wel jammer, maar voor het hele beeld van dit ensemble valt de schade over het algemeen mee.

Twee originele deuren met glas-in-lood erboven, de latei en de ontlastingsboog. Let ook op het smeedijzeren ornament in het deurvenstertje

Hierna komen de latere rijtjes aan de beurt in een eigen serietje.

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 2

De Hendrikstraat oneven

Naast het in 1906 ontworpen rijtje 29-39, vulde Gerrit van Hoek de ruimte tussen nummers 7-11 op met twee korte ensembles.

Het eerst was nummer 23-27 aan de beurt. Nog tijdens het bouwen van de oudste huizen, in 1907, was het perceel ernaast door eigenaar Jan Blok aan Van Hoek verkocht en die bouwde er een rijtje met exact dezelfde decoratieve gevels. Het kwam in 1908 af, maar in 1907 waren ze alle drie al verkocht.

Reconstructie van een deel van Hendrikstraat 23-27. De dakkapellen zijn op een bepaald moment aanzienlijk vereenvoudigd. Of zijn ze nooit zo gebouwd?

Ten noorden van de percelen waarop de huizen langs de Frederik-, Sophia- en Hendrikstraat gebouwd zouden worden lag, boven de gedempte noordelijke sloot van het landgoed van de heer van Dubbeldam een brede strook land met de kadasternummers 2357-2363. Middenover dit perceel was de Mauritsstraat (nu Mauritsweg) gepland. Dit gebied zou nog tot 1920 grotendeels onbebouwd blijven. Alleen op nummer 2 zou in 1912 een groot villa-achtig pand gebouwd worden, met een fabriek erachter. Nu is nummer 2 een gemeentelijk monument.

Omdat er tot ca 1920 vanaf de Mauritsstraat  nog niet gebouwd zou worden is de nummering van de straten nogal gewijzigd. Dus op het eerste perceel na de voormalige sloot werd in 1907 begonnen met nummer 1, maar nu is dat nummer 7, omdat er drie panden vóór kwamen te staan. Ik houd de nieuwe nummering aan, dan kan de lezer makkelijker zonder de kluts kwijt te raken zien hoe de panden er in het echt uitzien.

Nummers 7-9 nog met ‘kastrandje’

Op de erfscheiding van dit onbebouwde perceel met dat van de Hendrikstraat had ene B. (Bastiaan?) Kraaijeveld, een sleepbootkapitein, in 1907 een stuk grond gekocht. Hij liet Gerrit van Hoek er in september 1907 een tekening voor twee tegen elkaar staande huizen voor maken met de bedoeling dat die ze ook zou bouwen. Inmiddels kocht Van Hoek zelf de nog overblijvende 6 percelen (11-21) en plande het zo dat die aan die eerste twee aansloten en aan de andere kant tegen nummer 23 aansloot.

De rij 11-21, een voortzetting van 7-9

In de bouwtekening van 7-9 staat nog een Hoeks ‘kastrandje’ onder de goot, maar dat is niet gemetseld. Misschien was het decoratieplan van de eerder gebouwde woningen in de rij toch wat te duur uitgevallen en werd nog in 1907 besloten het wat eenvoudiger aan te pakken. Deze rij, dus 7-21 is in één keer gebouwd, want er is geen bouwnaad tussen 9 en 11. De rij was in 1908 af.

Bewijs dat de rij in een keer is gebouwd: geen bouwnaad tussen 9 (rechts) en 11

Dat was ook het jaar dat baas Hoek in de Emma-, Sophia- en Frederikstraat rijen bouwde. Maar ik maak eerst even de Hendrikstraat af voor ik aan die straten begin.

Het verschil in decoratie tussen dit rijtje en de iets oudere rij ernaast (zie bovenaan dit blog) is opvallend hoewel er maar net een jaar tussen zit

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 9 – een nawoord

De Emmastraat wordt door iedereen die onze wijk een beetje kent als de gaafst bewaard gebleven straat beoordeeld. Wie de acht hieraan voorafgaande blogs heeft gelezen weet dat er echter nogal wat veranderingen, aanvullingen en wijzigingen hebben plaatsgevonden. Er zijn daken bijgekomen en verwijderd, er zijn daklijsten gewijzigd en gevelvullingen en balkons aangepast aan de smaak van het moment. Ook hier vind je deuren die niet meer origineel zijn, glas-in-lood of roedeverdelingen die zijn verdwenen en warandes die in erkers zijn veranderd.

Veel van de smeedijzeren tuinhekken zijn vervangen door recentere versies of ze zijn verdwenen in de inmiddels volle heggen, die de straat trouwens een mooie groene zweem geven. Net als de rijen bomen natuurlijk. Net als de Dubbeldamseweg, de Mariastraat en de Willemstraat is de Emmastraat gezegend met een dubbele rij, en die draagt net als die in de genoemde straten bij aan de sfeer in dit deel van de wijk.

Een deel van de veranderingen aan de Emmastraat is door de hevig ingrijpende funderingsproblematiek veroorzaakt. Al in 1994 begonnen bewoners de gevolgen van het zakken van hun huizen op te merken. Door verlaging van het grondwaterpeil waren de koppen van de heipalen droog komen te staan en begonnen ze te verteren. Er ontstonden scheuren in gevels en muren. De bewoners sloegen alarm, vroegen rapporten van eerdere onderzoeken op, lieten hun verzakkingen door inspecteurs meten en schrokken zich rot. Ze richtten in 1997 een actiecomité op en probeerden de gemeente aansprakelijk te stellen via een juridische procedure. Dat mislukte. Er moest ingegrepen worden.

Omdat deze wijk in Nederland ongeveer de eerste was die naar buiten kwam met het probleem konden bij de gemeente nog subsidies geregeld worden om de aangetaste paalkoppen te laten vervangen. Vanaf 1999 tot in 2001 werd op enkele verschillende wijzen het werk door gespecialiseerde aannemers aangepakt. Onder de huizen werden langs de heipalen grote gangen uitgegraven, waar je via de tuinen in kon komen. Daar werden de koppen afgezaagd en vervangen door beton in stalen manchetten te storten. Het proces van verzakking is zo gestopt en men kon aan de slag om scheuren op te vullen en opnieuw te voegen, door gevels aan te pakken en in één geval opnieuw op te trekken. De tuinen met de gaten naar de gangen erin konden opnieuw beplant worden. De straat knapte er zienderogen van op, waar hij ervoor, vanwege de problemen, aan het verpieteren was. In andere straten (onder andere die waar ik woon) begon dit proces toen pas.

In 2008 werd  door de bewoners in de straat vanwege het 100-jarig bestaan een herinneringsboek uitgegeven met allerlei interessante informatie. Ik heb dat boek want ik werd gevraagd uit te doeken te doen hoe het er hier uitzag voor de Elisabethsvloed van 1421 en van wie het land ten zuiden van de oudste stad van Holland toen was. In de blogs heb ik ook gebruik gemaakt van de inhoud van dat boek en enkele van de samenstellers en schrijvers ervan hebben bijgedragen aan de Emmastraat blogs. En doen dat nog steeds. De conclusie van de mensen die in dat gedenkboek geinterviewd werden luidde bijna eenstemmig: een rustige straat (waar weinig tot niks gebeurt) maar toch dicht bij de stad en het station.

De doorstane problemen hadden duidelijk ook voor veel onderlinge saamhorigheid gezorgd en was er de oorzaak van dat er een prettige sociale sfeer heerst. Nieuwkomers merkten op dat mensen hier een bepaalde trots voor hun straat en huizen hebben en ze goed verzorgen. Mijn ervaringen met die straat en zijn bewoners zijn dezelfde. Het is een apart stukje Oranjebuurt. Ik heb het idee dat vanuit deze straat een impuls naar de omliggende buurten uit kan gaan. Maar ik kan het mis hebben. Laat me in ieder geval weten hoe u, als lezer van deze blogs, over mijn idee denkt. Vul het reactie formulier in.

Bovenaan het blog ziet u een tamelijk zeldzame foto uit de oorlogsjaren (1942) van de hoek Emmaplein-Emmastraat.

Naar boven

De Emmastraat 8

Nummer 25

Ook het laatste open stuk aan de Emmastraat tussen de Sophiastraat en de Frederikstaat was van de heer Blok uit ’s-Gravendeel. In 1913 werd het eerste van zes percelen waarin het was onderverdeeld gekocht door Leendert van Roosendaal (1872-1933), commissionair in granen, van de Dubbeldamseweg Noord 12. Hij vroeg al op 6 maart 1913 vergunning aan om op de hoek van de Sophiastraat een herenhuis te laten bouwen. Men kreeg toestemming en firma Schulders en Tas uit de Nieuwstraat ging er aan de slag.

EMS 25 gevel uit 1913

Op 5 oktober van dat jaar werd bevestigd dat het huis af was en de eigenaar trok er met zijn gezin in. Dat bestond, behalve uit hemzelf, uit zijn vrouw Geertruida Corpeleijn en de kinderen Cornelis Johannes (geb. 1899), Agatha (geb. 1900) en Alida Wilhelmina Philippina (geb. 1902). De laatste werd onderwijzeres; een veel voorkomend beroep bij de bewoners van de Emmastraat. De weduwe Van Roosendaal verhuurde het na de dood van haar man in 1933 en na haar dood in 1962 kwam het huis aan zoon C.J. Hij was journalist en heeft tot 1973 in het huis gewoond. Hij zei van zichzelf dat hij de laatste Van Roosendaal in Dordrecht was.

Plattegrond van EMS 25 1913

Nummers 27-37

Het laatste rijtje aan de Emmastraat, na het bouwen van nummer 25, heeft een wat ingewikkelde geschiedenis. Nadat de andere vijf percelen door Blok aan Simon Hurkmans, timmerman aan de Voorstraat 278, waren verkocht was het eerst de bedoeling dat er een rijtje van drie boven- en benedenwoningen zou komen met de nummers 27-31 (zwart en rood). Hurkmans vroeg daarvoor op 24 april 1914 vergunning aan. Vlak daarna werd er besloten dat er ook nog een hoekhuis met een verdieping zou komen op de hoek met de Frederikstraat en in die straat nog een enkele woonhuis. Er werd ook een bouwtekening geleverd waarop om de hoek niet minder dan drie kleine woningen met flinke erkers in plaats van één waren getekend. Maar ook weer waren doorgeschrapt. Bouwvergunning werd dus op 7 mei 1914 verleend voor vier huizen in de Emmastraat en één in de Frederikstraat.

De afgekeurde panden aan de Frederikstraat

5 februari 1915 werd hiervoor pas een officiële vergunning verleend, nadat een nieuwe tekening was gemaakt van één flink pand aan de Frederikstraat en een tamelijk ingewikkeld hoekpand. Op 3 april 1915 was inmiddels het rijtje van drie afgekomen. Er waren echter problemen met het dak van het hoekhuis: het was te ingewikkeld. En daardoor werd het te duur. De bouwer, J. Kompier uit Hurkmans’ Stoomtimmerfbriek aan het Matena’s Pad (zwager van Simon Hurkmans), kreeg op 8 april 1915 te horen dat de kap eraf moest en dat dit laatste huis in de rij en dat om de hoek een plat dak moesten krijgen. Zo gebeurde het. Op 10 juli 1915 was de hele rij af en dat werd door burgemeester en wethouders op 19 juli van dat jaar bevestigd.

De rij EMS 27-37 in 1915

De rij is door die wijzigingen wat onevenwichtig geworden, te meer omdat inmiddels het middelste van puntdakjes op het uitstekende balkonportaal verdwenen is. Op de foto bovenaan het blog, die uit 1938 dateert, zit het er nog wel op. Die torentjes doen een beetje baas Hoek-achtig aan, evenals de geel en oranje strekken boven de ramen en deuren. De speklagen zijn echter on-Hoeks neutraal beige. Nummer 25 is dan in vergelijking met de andere panden wel weer erg eenvoudig en terughoudend zonder enige kleur of versiering. Hier zit (nu) een simpele roedeverdeling met groen glas erachter in de bovenramen, terwijl in de rij ernaast daar een versie van glas-in-lood met een midden-medaillon zit. Kortom: dit is een wat bedaagdere versie van de Gerrit van Hoek-rijtjes in de straat.

De rij EMS 25-37 op de foto in begin 2021

Het blokje in de Frederikstraat, tenslotte, wijkt ook nog af van de laatste tekening, omdat er nu een ensemble met twee woningen (38-40) met twee voordeuren van is gemaakt. Hier zit ook geen glas-in-lood meer in. Het vreemde is dat na het Emmaplein het eerste dubbele huis in de Frederikstraat de nummers 40-42 heeft en dat op de plaats waar in het andere stuk het nummerbordje 40 zou moeten zit niets te zien is.

Het aanzicht van het pand aan de Frederikstraat 38. Inmiddels it er rechts van deze voordeur nog één

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 7

Nummers 14-36

Na een pauze van bijna vijf jaar werd in februari 1913 door Arie Brand Hzn. (1866-1939), een aannemer uit de Suikerstraat, een aanvraag voor een bouwvergunning ingediend om aan de Emmastraat een volgende rij woningen te mogen bouwen. Het zou gaan om zes dubbele woonhuizen die de nummers 14 tot 36 (moderne nummering; oorspronkelijk was het 14-24 zwart en rood voor de bovenwoningen) zouden krijgen. Het rijtje zou vanaf de hoek van de Hendrikstraat tot die met de Willemstraat reiken, naast wat  het Emmaplein zou worden, maar nu niet meer dan een omheind groen perkje was. Het blok was halverwege januari 1914 klaar.

De bouwtekening van EMS 14-36 uit 1913

Aan de bouwtekening is te zien dat het rijtje strict symmetrisch is opgebouwd met een verhoogd middendeel (22-28), waarin op de bovenste verdieping elk drie volledige ramen zitten, terwijl in de zijvleugels per bovenhuis maar een dakkapel per woning aanwezig is. De bovenhuizen in het middendeel zijn dan ook een stuk ruimer dan die aan de zijkanten. Alsof het nog benadrukt moet worden hebben beide op de dakrand een soort kasteelachtige kantelen. Die zijn overigens niet bewaard gebleven. De hele dakrand is gelijk getrokken en aan de zijkanten zijn bij elk pand nog elk vier ‘kantelen’ over.

De begane gronden van de rij zijn niet groot al hebben ze elk een klein achterhuis van 2 x 3,15 m. Dat is met een gangetje naast een plaatsje achter de keuken met het blok verbonden. Op de plattegronden heet het een slaapkamer. Waarschijnlijk was die bedoeld voor kinderen en sliepen de ouders in de alkoof tussen de zitkamer (voor) en de woonkamer. Hhet is me niet duidelijk of die achterhuizen tegenwoordig nog bestaan; Google Maps geeft het niet goed weer. Is er een bewoner die me dat kan vertellen? Graag in de reacties onderaan het blog.

Mijn foto van dit rijtje uit januari 2021

Zowel op de begane grond als op de verdieping zat in de bovenramen van zowel de erkers als de deuren glas-in-lood. Dat is gedeeltelijk nog bewaard gebleven. Het meest aangepast is het pand 14-16 waarbij het bakstenen balkonmuurtje is verdwenen, de roedeverdeling van alle ramen is hier gemoderniseerd en de deuren zijn ook vervangen. Bij 22-24, dat is doorgebroken, zijn de beide voordeuren vervangen door één exemplaar met smalle zijramen. Van 26-28 is ook één huis gemaakt, maar hier zijn de deuren gebleven. Deze deuren lijken oud, maar zijn niet hetzelfde als die op de bouwtekening.

Het balkon van nummer 34 verschilt van dat van de tekening – het is ‘doorboord’ met boogjes –  maar of die aanpassing al tijdens de bouw is gemaakt is me niet bekend. Bij 18 en 32 zijn de ‘dakjes’ boven de balkondeuren verwijderd en zijn die deuren met de gevel gelijk gemaakt, zoals bij de andere balkons. Dat lijkt, gezien de lichtere bakstenen van de opvulling, nog niet lang geleden te zijn gebeurd. De balkonhekjes, zowel de rechthoekige als die met gebogen zijkanten, lijken origineel, maar kunnen inmiddels al vervangen zijn  door nieuwe exemplaren.

Het hele ensemble is erg eenvoudig opgezet, zonder veel detaillering. Strak gemetseld, geen creatieve oplossingen bij de afwerking: een beetje saai zelfs. Deze rij is wat uitstraling betreft niet te vergelijken met de andere vier rijen. Dit deel van de Emmastraat is dan ook niet veel gefotografeerd. Ik kon met moeite een foto van circa 1915 vinden waarop het rijtje uiterst rechts is te zien. Zie bovenaan dit blog. Ook is er nog een glimp van het hek rond het perk op het toekomstige Emmaplein zichtbaar.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 6

Nummers 2-12

Het rijtje 2-12 is het derde dat in de Emmastraat werd gebouwd. Volgens de overlevering is het ontworpen door de architect Carel Tenenti, die tussen 1890-1920 in Dordrecht de nodige monumentale panden op zijn conto heeft. De uitvoerder zou baas Hoek kunnen zijn, maar de familie Tenenti had ook een aannemingsbedrijf dat door de vader van de architect werd geleid. Die was echter in 1901 overleden. Hoewel het bedrijf nog even werd voortgezet is niet zeker dat het deze rij nog heeft gebouwd. Het onderzoek naar het ontstaan van dit deel van de Emmastraat is nog bezig, dus houd dit blog in de gaten in verband met aanpassingen. Het perceel was in ieder geval in handen van de heer Jan Blok uit ‘s-Gravendeel en werd in 1908 door Tenenti gekocht. Hij verkocht in 1910 huis nummer 2. De andere vijf werden in 1917 door diverse particulieren gekocht, na dus zeven jaar verhuurd te wijn geweest. Dikwijls waren het de huurders die hun huis op die manier in eigendom kregen.

De bouwtekening van de gevels van EMS 2-12, 1908

In dit ensemble zijn de gevels echt symmetrisch van opzet. 2 en 12 zijn gespiegeld, 4 en 10 ook, evenals 6 en 8. Wel is de plattegrond van met name 2 en 12 afwijkend, omdat zowel de Dubbeldamseweg zuid als de Hendrikstraat schuin weg lopen. Hierdoor is de achterkant van het eerste huis bijna 2 meter breder dan de voorkant en is dat bij het laatste, in wat mindere mate, andersom. Ze zijn duidelijk als één geheel getekend en ook gebouwd, maar uit de kadastrale gegevens blijkt dat begin 1909 nummer 2 al af was, terwijl er aan de andere vijf woningen nog werd gebouwd. Ook die werden later datzelfde jaar opgeleverd.

Plattegrond van de begane grond van EMS 2-12, 1908

Vandaar dat de hal in deze woning veel ruimer is en de keuken veel breder. Al gaat hier iets van de lengte af. Bij nummer 12 heeft het trappenhuis veel meer ruimte, maar daar moet de keuken het van de lengte hebben en niet van de breedte. De rest van de plattegronden is allemaal identiek, inclusief de verdiepingen. Ook daar is bij 2 de kamer boven de keuken groter en op 12 kleiner.

Op het eerste gezicht is er aan de gevels weinig veranderd sinds de tekening van 1908, maar schijn bedriegt, want er is wel degelijk veel aangepast. Deels omdat oplossingen van de originele bouw niet voldeden, deels ook omdat de funderingsproblematiek eind jaren ’90 dat nodig maakte. Op een foto uit de jaren ’20 is al te zien dat er ook bij de bouw al zaken aangepast zijn.

Zeldzame foto van het rijtje EMS 2-12, ca 1920-25. Ik houd me aanbevolen voor een betere afdruk (dank Wim Muller)

Zo is er bovenin de gevels van 2 en 12 een soort vakwerk vulling gemaakt op de plaats waar op de tekening gewoon de baksteenwand werd voortgezet. En dat geldt ook voor de vakwerk randen bovenaan de deurpartijen van 4 en 10. De topgevel van 4 en 10 is trouwens anders en meer in stijl met 6-8. Ook zijn de brede serres met tuindeuren in het midden van 6 en 8 veranderd in open warandes. Inmiddels zijn ook de zijdeuren van de andere serres zo goed als verdwenen, evenals de treetjes met baluster naar die deuren. Ook zijn er op de daklijst veranderingen geweest. Zo zijn de open boogjes boven de deurpartij van 6 en 8 weggehaald en hebben de lijsten boven de gestucte raampartijen van diezelfde woningen een dubbele rij dakpannen gekregen tegen lekkage.

Foto uit het begin van 2021 van het rijtje. Na de Mauritsweg een van de eerste foto’s die ik in de wijk maakte

De gevel van nummer 6 was vanwege de in de wijk ruim verbreide paalrot zo verzakt dat hij na het funderingsherstel geheel is vervangen door een nieuwe. Deze rij en de twee aan de overkant hebben veel te lijden gehad van dat probleem en alle koppen van de heipalen zijn door betonnen exemplaren weer op niveau gebracht. Er was nog veel reparatie van het metselwerk nodig om het geheel weer in een goede staat te krijgen.

Op de begane grond is nog veel glas-in-lood aanwezig en ook de originele roedeverdeling in de bovenramen en die in de deuren is nog grotendeels aanwezig. De hekwerken van de balkons zijn dikwijls vervangen door modernere exemplaren.

Boven het blog ziet u een wintergezicht van dit rijtje gezien vanaf nummer 12 in de richting van de Dubbeldamseweg.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 5

Uit onderzoek van een bewoner bleek in welke volgorde de twee rijtjes uit 1908 aan de Emmastraat zijn gebouwd. Uit de bouwvergunningen kon dat niet opgemaakt worden, want die zijn niet bewaard gebleven. Alleen de bouwtekeningen zijn beschikbaar en ik heb ze dan ook hierbij geplaatst. Uit de kadastrale gegevens blijkt dat na 1-11 met de nummers 13-23 is begonnen. De grond voor de nummers 21 en 23 werd vanaf de bouwtekeningen het eerst verkocht aan twee particulieren. Degene die nummer 21 kocht wilde dat het huis wat breder werd dan gepland en kocht, net als die van 23, een extra strookje land achter het huis om er een schuurtje op te zetten. Een investeerder uit Antwerpen had het deel van het perceel waar 13-19 op zouden komen al gekocht. Deze huizen werden aanvankelijk eerst verhuurd. Hij kon voor nummer 19 ook nog een reepje grond extra kopen, maar achter 13-17 stonden de huizen in de Hendrikstraat al. Dat waren immers de oudste in de Oranjebuurt gebouwde woningen.

Boven het blog ziet u een foto die, gezien de vrouwenkleding nog uit de periode voor 1920 stamt, ik schat hem op ca 1915, waarop het rijtje uiterst links staat, met ernaast 1-11, de trapgevel van de bakker hoek Dubbeldamseweg-Rozenstraat en rechts 2-12.

Nummers 13-23

In ieder geval is zeker dat baas Hoek de rij heeft gebouwd. Deze keer is de symmetrie wat duidelijker dan in het eerste rijtje.

De bouwtekening van EMS 13-23 zoals hij in 1908 bij Baas Hoek is getekend

De beide hoekpanden (13 en 23) zijn gespiegeld en hebben een identiek hoektorentje en een warande onder een overstekend glazen en metalen dak. De buitenste van de vier panden ertussen (15 en 21) hebben dezelfde topgevels, maar de middelste twee (17-19) wijken een beetje van elkaar af. Wel hebben beide een datumsteen in de top; de linker ANNO en de rechter 1908. Ze behoren tot de weinige huizen in de wijk die een datum in de gevel hebben. We hebben in de Leliestraat de cijfers 1 – 9 – 0 – 1 gezien; dit is dus de tweede.

De jaarstenen in de topgevels van 17 en 19.

De gevelindelingen van de middelvier zijn verschillend op een speelse manier. Nummer 15 heeft een erker met tuindeuren en, volgens de tekening, een balkonnetje erop met ook weer een kleinere erker erboven. Die is weg, de dubbele deuren en hun zijramen zitten gewoon in de gevel en het balkon heeft de breedte van de erker. De tuindeuren zijn inmiddels ramen geworden.

Nummer 17 had een kamerbrede warande met een balkon erop, maar die is ook verdwenen en het rond lopende balkon steunt nu op ijzeren consoles. De tuindeuren zijn hier nog wel aanwezig.

De rij in januari 2021

Nummer 19 had en heeft nog een uitgebouwde serre met tuindeuren en trapvormige zijwangen. Het balkonhek is er ook nog, maar wel in een modernere vorm.

Nummer 21 bezit een breed uitgebouwde erker met tuindeuren, met erop een klein balkon waar ook weer een smallere open erker opuit kwam. Die is er nog helemaal.

Alle voordeuren, behalve de twee buitenste, waren verschillend. Voor zover ik weet zijn alle deuren vervangen, maar de één (17)  en de twee (21) smalle zijramen naast de deuren zijn er nog wel. Ook nu  zit er op de begane grond nog veel glas-in-lood in de bovenramen.

De plattegronden van de verdiepingen van de rij, met aangegeven de dienstbodenkamers (1908)

Dit is de rij die op de plattegronden van de etages boven de wat uitspringende keuken een diensbodenkamer laat ziet. Men hield hier dus aanvankelijk inwonend personeel. Maar op een wat latere tekening van nr 23 is het al een logeerkamer.

Op de plattegrond van de rij is te zien dat 13-17 minstens een halve meter korter zijn dan de andere drie huizen vanwege het gebrek aan ruimte door de bebouwing van de Hendrikstraat. De bijgekochte reepjes grond achter 19 en 21 maakte wat langere uitbouwen mogelijk dan bij 23. Wat in deze rij ook opvalt is dat nummer 21 inderdaad wat breder is dan de andere vijf panden, maar in de praktijk is dat wel 54 cm.

Foto Henk Veenstra, Merwesteyn, 1972-73

Vanuit nummer 21 werd in 1958 het weekblad Merwesteyn opgericht door de familie Elzerman. Later werd het kantoor op nummer 23 gevestigd. Nu nog is er op de verdieping een verbinding tussen beide panden. Ergens rond 1972-73 maakte persfotograaf Henk Veenstra deze foto van de grote groep jonge krantenbezorgers voor nrs. 21 en 23.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 4

Nummer 9

Aan dit pand is het meeste veranderd en het is er daardoor niet op vooruit gegaan. Op de daklijst zijn twee van de vier pilaartjes met bollen erop verdwenen en daardoor ook het smeedijzeren hekwerk daartussen. Het is trouwens de vraag het ontworpen hekwerk ooit geplaatst is, want de bouwtekening uit 1962 geeft aan dat dit in  die tijd eerder een gemetseld bogenrijtje was. Waarschijnlijk is het weggehaald omdat de gevel net als bij nummer 3 het gewicht niet kon dragen. Het hekwerk op het balkon is ook weg, maar wie weet was dat ook nooit geplaatst en was er een andere balustrade aanwezig.

Bouwtekening uit 1962 waarop de aanpassing van de daklijst is getekend

De modernisering heeft ervoor gezorgd dat de roedeverdeling in de ramen en balkondeuren op de verdieping niet meer past in de periodestijl. Bovendien is hij veel te nadrukkelijk aanwezig. Oorspronkelijk had dit huis een open warande, maar al snel na de bouw is die als serre bij de woonkamer getrokken. Dat was in 1912 en het werk werd uitgevoerd door Daniël Goudswaard uit Westmaas. De eigenaar destijds was de zwager van Daniël, Dirk Willem Gravendeel uit Klaaswaal. Die woonde in die tijd om de hoek aan de Dubbeldamseweg 69 (nu 111-113).

Detail van de bouwtekening uit 1912 van de serre-gevel van nummer 9 door Daniël Goudswaard

Er is daarna nog nog een wijziging geweest, want zoals het in 1912 werd getekend is het niet meer. De ramen van nu hebben geen middenstijl meer, de panelen onder de ramen – ook in de deuren – zijn verdwenen. De bovenramen hadden gebogen bovenkanten en waren gevuld met glas-in-lood (staat ook geschreven in het derde bovenraam van links), maar vast niet die fantasieloze vierkante ruitjes zoals nu. Die ruitjes vloeken trouwens in hun verhouding met de roedeverdeling op de verdieping. Wat wel bewaard is zijn de vier gietijzeren zuiltjes van de warande, die nog steeds het balkon steunen.

De mooie dubbele voordeuren en bovenlichten zijn vervangen door een soort fantasy-vormgeving die in de verte wat aan Disney doet denken. Volgens omwonenden was die het werk van een vroegere bewoner die scheepstimmerman was. Wat het nodige verklaart. Er is een barokkige luifel boven aangebracht met even fantastisch houtsnijwerk dat niets te maken heeft met 1907. Kortom: het een is eclectisch geheel dat nauwelijks past in dit rijtje in de Emmastraat. Ik zal het maar niet hebben over de grijsbetegelde ‘voortuin’ (dank Alain Mahieu voor de aanvullingen).

Mijn reconstructie van nummer 9 gedurende 1907-1912

Ik heb de vrijheid genomen dit pand te reconstrueren in de oudste versie, dus voor de serre werd gebouwd. De oorspronkelijke kleuren zijn niet bekend, dus die heb ik gegokt.

Nummer 11

Dit huis is het spiegelbeeld van nummer 1, maar natuurlijk zonder het dak. De daklijst is nog compleet, het lijstje boven de zijtravee is zelfs nog wat meer gedetailleerd. De ramen en deuren op de verdieping lijken vervangen en de roedeverdeling is tamelijk modern. Het glas-in-lood ziet er eerder uit als jaren 20-30 art deco dan jugendstil. En dat geldt ook voor die in de erker en boven de voordeur. Die deur is ook niet origineel meer en de zijramen zijn nu duidelijk minder smal dan op de tekening. Het balkonhek is net als in nummer 1 minder decoratief geworden.

Ook de zijgevel is vergelijkbaar met de originele van nummer 1, voor de winkel erin kwam.

U ziet dat in ieder geval dit rijtje van de Emmastraat niet onbeschadigd de 117 jaar van zijn bestaan is doorgekomen. De redenen van de meeste aanpassingen zijn waarschijnlijk ingegeven doordat baas Hoek de pilaartjes op de daklijsten te zwaar heeft gemaakt, waardoor de gevels te veel te verduren hadden. De gemiddelde voorbijganger zal de aanpassingen niet echt opmerken, want die weet niet wat het oorspronkelijke plan was. De kenner (en wie weet: de bewoner/eigenaar) ziet waar de afwijkingen zitten en dat maakt hem/haar niet echt blij. Moet hier wat gebeuren? Geduld: laten we eerst even de hele straat afwerken.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 3

Nummer 3

U ziet dat aan deze gevel de bovenkant flink gewijzigd is. De vijf pilaartjes zijn in ieder geval gebouwd want ze staan op een zeldzame oude foto (meestal valt deze gevel er helaas af) uit ongeveer 1922. Zie de hele foto boven dit blog.

Een parmantig heertje stapt op Emmastraat 1 af

Nu staan ze er niet meer op. In 1951 is hier funderingsherstel gepleegd omdat de gevel misschien te zwaar was. Wie weet zijn toen die zware elementen gesloopt. Wel zijn de beide ‘siervazen’ aan de buitenkanten nog aanwezig, maar die op de uitgebouwde golvende muren die het balkon steunen zijn verdwenen. Die eindigden op de tekening trouwens hoger, dus deze zijmuren zijn bij de bouw al gewijzigd. Dat is overigens niet bijzonder. In de praktijk wordt in de hele wijk dikwijls, in details, afgeweken van de bouwtekening. Ook is het overdekte terras bewaard gebleven, terwijl dat in nummer 9 een serre is geworden. Het balkonhek, dat zoals op de foto te zien is tamelijk decoratief was, is sterk vereenvoudigd.

Nummer 5

Dit is het huis met de simpelste gevel van dit rijtje en tevens de best bewaarde. Beide pilaartjes staan nog op de hoeken en de borstwering van het balkon die vanuit de erker opgemetseld is, is geheel intact. Helaas is de voordeur niet meer origineel. Het glas-in-lood in de bovenramen op de verdieping was verdwenen, maar er zijn berichten dat dat weer terugkomt. Op de begane grond is het er nog wel.

Nummer 7

Ook nummer 7 lijkt goed bewaard gebleven maar de volledige borstwering met pilaartjes is, waarschijnlijk tegelijk met nr. 3 en 9, gesloopt en opnieuw opgemetseld met de originele stenen. De draagconstructie was waarschijnlijk een van de vele experimenten van Gerrit Hoek, maar helaas niet succesvol. Lekkage en een kromtrekkende gevel waren het gevolg. Pilaartjes en borstweringspoortjes zijn dus weer aanwezig. De draagconstructie van het balkon van dit huis was door Gerrit van Hoek niet ontworpen om er ook gebruik van te kunnen maken. In de jaren ’80 is de volledige constructie van de uitbouw gesloopt, voorzien van een zwaardere balkconstructie en opbouw. Het glas-in-lood is hier en boven de voordeur niet origineel meer. Op de verdieping is het geheel verdwenen, waarschijnlijk tijdens de versteviging van het balkon. Ook hier is het balkonhek een keer vervangen door een eenvoudiger exemplaar. De voordeur is prettig excentriek met zijn ovalen ruit. Hij is niet de oorspronkelijke, maar afkomstig uit een gesloopte artsenpraktijk aan de Cornelis de Wittstraat (met dank aan Emmastraatbewoner Alain Mahieu voor de aanvullingen).

Met hulp van mijn Facebookvrienden heb ik uitgevonden dat de jongens een bokkenkar (met 2 wielen, met 4 is het een bokkenwagen) bij zich hebben. Dank Kees Huyser en Jan Verstraten!

Een bokkenkar in het Museum für Weinbau und Stadtgeschichte, Edenkoben (Dld), 19e eeuw

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 2

Nummers 1-11

Op de situatietekening uit 1907 van het eerst gebouwde rijtje aan de straat, de nummers 1 tot en met 11, blijkt de oppervlakte van die huizen: 66,5 m2. Er staat 86,5, maar als je de oppervlakte van de huizen vanaf de plattegrond berekent komt het ruwweg neer op 6,65 x 10 m. Met nog een voortuin van 26 en een achterplaats van 36 m2 daaraantoegevoegd, samen niet minder dan 128,5 m2.

Situatietekening van het blok 1-11 uit 1907. Het handschrift op deze tekeningen is typerend voor baas Hoek

De arbeidershuizen in de Bloemenbuurt haalden de 50 m2 niet, plus nog een plaatsje, en bleven soms onder de 40 m2. De huizenrijen voor gewone arbeiders tussen 1908 en 1914 in de rest van de Oranjebuurt zweefde wat totaal oppervlakte betreft tussen de 37 en de 55 m2 en hadden nog een wat groter plaatsje met misschien nog een schuurtje. De wat grotere huizen aan de Willemstraat-even deden tussen de 60 en 62 m2 , exclusief het voor- en achtertuintje en hier een minder hoge verdieping onder schuine daken. Er is dus een duidelijk verschil in status zichtbaar in de huisoppervlaktes in de wijk. In het derde rijtje van de Emmastraat, 13-23, dat ik later zal behandelen, kun je dat zien aan de specifieke toevoeging van een dienstbodekamer. Als dat niet duidelijk maakt dat hier de elite van de wijk woonde…

De volledige rij Emmastraat 1-11 (v.r.n.l.) zoals hij in 1907 werd getekend

Je kunt het natuurlijk ook aan de gevels zien. Hoewel de indeling met deur, ramen, balkons en warandes wel ongeveer gelijk is, is de afwerking van de voorkant bij elk van de zes huizen verschillend. Zie de bouwtekening uit 1907 hierboven. De variatie is zeer bijzonder en de creativiteit van baas Hoek en/of zijn tekenaar(s) is geweldig.

Ik heb de tekening uit elkaar gehaald en de individuele panden geplakt boven de foto’s van de rij zoals ik die de afgelopen jaren heb gemaakt. Dan zijn er toch wel wat opvallende afwijkingen te zien.

Nummer 1

De basis van nummer 1 is aan de voorkant wel hetzelfde gebleven, maar opvallend is dat er een mansarde-dak opgezet is. Dat zou te maken kunnen hebben met het feit dat de begane grond op een bepaald moment een winkel is geworden en zo verloren ging voor wonen. Maar dat is niet het geval. In een foto van de hoek Dubbeldamseweg-Emmastraat uit ca 1932 is het dak – met dakkapel in stijl – duidelijk aanwezig, maar er zit nog geen winkel aan de kant van de weg.

De hoek in ca 1932 met dak en zonder winkel

De erker in de voorgevel bevatte vroeger dubbele tuindeuren, maar die zijn een raam geworden. Het balkonhek is vereenvoudigd en de roedeverdeling in de erker is ook veranderd. Vroeger zat daar, net als op de verdieping, glas-in-lood in de bovenramen.

De bakkerswinkelingang zoals hij in 1951 werd gebouwd

De verbouwing tot winkel en bakkerij voor kleingoed en banket werd in 1951 verleend aan Chr. Schepers van de Krommedijk. Toen wij in 1988 aan de Dubbeldamseweg kwamen wonen was dat nog steeds een bakkerij. Je kon er trouwens behalve banket ook brood kopen. Nu is de poppenhuiswinkel  Little Dreamhouse in het pand gevestigd. De eigenaars wonen, net als de bakker destijds, boven de winkel. De ingang is nu op Dubbeldamseweg 121. Zie de huidige situatie bovenaan het blog. Het is nog steeds een mooi pand, maar de toppen van de pilaartjes op de dakranden zijn wel toe aan een sopje.

Wordt vervolgd

Naar boven