Dordrecht is zoals iedereen weet een eigentijdse stad met een rijk verleden: oudste en eerste stad van Holland sinds 1200. Haar historische stadsgezicht en spectaculaire ligging aan het drierivierenpunt zijn beroemd. Het is dan ook geen wonder dat de stad vol monumenten staat. Het gemeentelijke beleid maakt via citymarketing daar gebruik van om de stad aantrekkelijk te maken voor toerisme. En ook als economische lokker voor mensen met geld die zich in al die oude panden vestigen. De stedelijke monumentenzorg en archeologie worden daarbij ingeschakeld om het oude te bewaren en de geschiedenis verder op te graven. Met andere woorden en in ambtenarentaal: “Het erfgoed van Dordrecht – zowel onder als boven de grond – wordt ingezet om alle potenties op deze terreinen optimaal te benutten. Dit is vastgelegd in de beleidsnota ‘Dordrecht maakt geschiedenis. Monumentenzorg en archeologie’”.
Al lang geleden, in 1875, is er na hevige protesten toen er in de 19e eeuw wel erg veel ouds afgebroken werd in Nederland een monumentenbeleid van de grond getild. Het begrip rijksmonument ontstond en er werd geïnventariseerd wat er nog stond en wat bewaard moest blijven. Nu noemen we dat erfgoed. Er werden definities verzonnen: “een rijksmonument is een object of complex dat ouder is dan 50 jaar en, zoals de Monumentenwet 1988 stelt, van belang is ‘wegens schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde’. Deze waarden worden gezien in een landelijke context.”
Er staan volgens de laatste telling 892 rijksmonumenten in Dordrecht. Die staan zo goed als allemaal in de binnenstad. Er staat maar één complex in Nieuw Krispijn bij de Dubbeldamseweg: de dienstwoning van de Algemene Begraafplaats met het hek en de heul en de oude aula van wat nu de Essenhof heet, plus het oudste deel en zijn grafmonumenten bij de vijver en inclusief de Joodse begraafplaats aan de Achterweg.
Daarnaast hoort ook de molen op de Noordendijk erbij, villa Rozenhof en de huizen eromheen, het ‘kasteeltje’ Crabbehof en bijgebouwen, de fontein op het Beverwijcksplein, de ruïne van het huis te Merwede, het landgoed Dordtwijk en de buitenplaats Gravesteyn, en wat boerderijen en heulen op het eiland. Plus de Helsluis met de bijbehorende woning. Daarnaast natuurlijk de kapitale panden aan de Singel en wat huizenrijen in de 19e eeuwse schil. De hele lijst is hier te vinden.
We hebben echter niet alleen rijksmonumenten. Tijdens de kaalslag die vanwege de betere bereikbaarheid van binnensteden in de jaren 1960 plaatsvond – en waar we in Dordrecht alles van weten – kwam er veel protest. In die jaren werd een begin gemaakt met het opstellen van lijsten van gemeentelijke monumenten. Elke stad had wel zo’n lijst en ook in veel dorpen werden ze opgesteld. Het beschermen ervan werd opgenomen in het gemeentelijk beleid. De Erfgoedverordening Dordrecht stelt, dat zo’n monument van algemeen belang moet zijn “wegens schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarden. Dit zijn dezelfde waarden als bij rijksmonumenten, maar dan beoordeeld in een lokale context. Gebouwen hoeven geen bepaalde leeftijd te hebben om voor aanwijzing tot gemeentelijk monument in aanmerking te komen. Een gemeentelijk monument is beschermd vanaf het moment dat Burgemeester en Wethouders daartoe hebben besloten.”
Er staan 660 gemeentelijke monumenten in Dordrecht, waarvan 368 in de binnenstad, 178 in de Noordflank, 69 in Dubbeldam, 25 in Oud-Krispijn, 4 in Nieuw-Krispijn (de kerk aan de Krispijnseweg plus de drie die er sinds 2020 zijn bijgekomen), 10 in het Reeland, 2 in de Wielwijk, 1 in Zuidhoven, 1 in Sterrenburg en 2 in het buitengebied. Samen zijn dat 1552 monumenten, en dat is nog wel 448 stuks verwijderd van de zogenaamde 2000 monumenten die Dordrecht zou tellen. En waar Dordt Marketing goede sier mee maakt. Daar worden dan trucjes voor gebruikt, zoals bij een rij huizen elk huis als monument mee te tellen, of bijgebouwen in een groter complex ook apart te tellen. Beetje kinderachtig dus.
Alle monumenten staan afgebeeld op de interactieve monumentenkaart.
Dordrecht staat landelijk op de achtste plaats waar het rijksmonumenten betreft en dat is helemaal niet gek voor wat eigenlijk helemaal geen grote stad is. Amsterdam staat bovenaan met 7562, Maastricht op 2 met 1695, Utrecht op 3 met 1510, Leiden op 4 met 1243, Haarlem op 5 met 1180, Den Haag en Middelburg op 6 en 7 met 1167 en na Dordt komt Groningen op 9 met 861. En die hebben natuurlijk ook allemaal hun gemeentelijke monumenten nog.
Toch is er al eerder gekeken naar panden met potentieel en karakteristieke huizenrijen ten zuiden van de spoorlijnen. In de Bijlage bij het Bestemmingsplan Krispijn van 28.10.2014 staat naast die voor Oud-Krispijn ook een lijst van voor nadere beoordeling in aanmerking komende huizen in Nieuw-Krispijn. Hij is onderdeel van het Monumenten Inventarisatie Project 1850-1940 (2002, inclusief inmiddels beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten) en bevat de volgende objecten:
Ik heb de data, die bij de opstellers niet bekend waren, maar bij mij wel, aangepast:
- Alexanderstraat 1-21, burgerwoningen 1909 (Hoek).
- Alexanderstraat 2-36, burgerwoningen, 1909-10 (Hoek) (2-6 zijn sinds 2020 gemeentelijk monument).
- Dubbeldamseweg Zuid 91-121, dubbele woonhuizen, 1908 (Hoek).
- Dubbeldamseweg Zuid 158-238, woningbouwcomplex 1914-1918 (door Hoek afgemaakt), recentelijk onherstelbaar verpest.
- Emmastraat 1-11, herenhuizen, 1907 (Hoek).
- Emmastraat 2-12, herenhuizen, 1908 (Hoek).
- Emmastraat 13-23, herenhuizen, 1908 (Hoek).
- Emmastraat 27-39, dubbele woningen, 1913-14 (Hurkmans).
- Frederikstraat 10-36, burgerwoningen, 1908 (Hoek).
- Hendrikstraat 7-21, burgerwoningen, 1907 (Hoek).
- Hendrikstraat 22-50, burgerwoningen, 1909-10 (Hoek).
- Hendrikstraat 23-39, burgerwoningen, 1906-07 (Hoek).
- Mauritsweg 2, 1912 (Schmidt). Is inmiddels gemeentelijk monument
- Sophiastraat 8-36, burgerwoningen, 1908 (Hoek).
- Sophiastraat 21-51, burgerwoningen, 1908 (Hoek).
- Willemstraat 1-9, 1 dubbel woonhuis en 3 herenhuizen, 1908 (gemeentelijk monument) (Hoek).
- Willemstraat 28-46, burgerwoningen, 1909 (Hoek).
Een lijst van 17 mogelijke monumenten dus, die op twee na door Gerrit van Hoek zijn ontworpen en gebouwd en waarvan hij één groot complex, dat van stichting Woningzorg, heeft afgemaakt. Het feit alleen al dat deskundigen in 2014 zo’n groot deel van zijn werk in Nieuw Krispijn de moeite van het vermelden en voordragen waard vonden zou voor mij voldoende reden zijn om deze unieke wijk de status van beschermd stadsgezicht te verlenen.
Wat er met deze aanbeveling is gebeurd – behalve dat er drie voorstellen echt monument zijn geworden – is me niet bekend. Misschien ligt hij nog ergens in een la te wachten op het verlenen van die status. Ik wil pleiten om haast te maken. Anders zit het erin dat de verloedering en verwaarlozing nog verder Nieuw-Krispijn-Oost zullen ondermijnen.