Het ensemble van drie aaneengesloten huizen aan de Alexanderstraat 2-6 is evenals dat aan Willemstraat 1-9 door baas Hoek gebouwd. De aanvraag is van eind 1909, maar tegelijkertijd bouwde hij de rijen aan de even en iets eerder aan de oneven kant van diezelfde straat. Waarom deze drie huizen in stijl – men noemt het de ‘chaletstijl’ – afwijken van die andere rijen is onbekend. Was het misschien ook weer een openbaar proefje van zijn kunnen?
Ik citeer weer de monumentencommissie: De bouwwijze is ongeveer hetzelfde als bij alle panden die Van Hoek neerzette, maar het balkon onder de overkapping van het ‘wolfseind’ van het dak (afgeplatte nok), met open houten hekwerk van stijlen en regels en ondersteund door houten kolommen is wel heel apart. Dat is het chalet-element, een in de late 19e eeuw veel toegepaste bouwwijze bij villa’s. Maar dat zijn deze huizen bepaald niet: ze hebben maar een oppervlakte van ca 50 m2. Het dak eindigt met een licht overstek en een houten ‘windveer’ (houten planken langs de puntgevel), ondersteund door houten klossen. Onder de goten zijn opengewerkte houten klossen aangebracht. De dakbedekking bestaat uit de originele kruispannen met aan de voorzijde op de nok een siersmeedijzeren spits. Maar dit alles was aanwezig bij de oplevering van de huizen in 1910; dat is nu, ondanks de monumentstatus, wel anders.
De ramen zijn niet allemaal origineel meer: hun glas-in-lood is bijna overal verwijderd en de panelen staan nu binnen op de vensterbank tegen de inkijk. Nr 2 heeft een ‘moderne’ deur met een groot glaspaneel waarop een typerend stuk smeedwerk, bestaande uit punten en cirkels, zoals ze dat in de jaren ’50 deden. Alleen de deuren van 4 en 6 hebben nog hun Jugendstil indeling, met smeedijzeren roostertje, en beide hebben nog hun glas-in-lood in het bovenlicht. Alleen zitten en staan bij nr 4 alle panelen – ook die in de vensterbanken – ondersteboven. De achterkanten van de huizen zijn verder, op nr 6 na, nogal aangetast, maar die zie je natuurlijk niet vanaf de straat.
Ook dit woningblok Alexanderstraat 2 t/m 6 heeft cultuurhistorische en architectonische waarde door de karakteristieke voorgevels, met name vanwege de uitkragende balkons met de open houten hekwerken en de smeedijzeren spitsen op het dak. Ook hier is de ensemblewaarde in relatie tot elkaar en tot de overige bebouwing van de straat en de omgeving belangrijk. Het is nog een tamelijk gaaf geheel behalve dat bij nummer 2 in de jaren ’50, zoals gezegd, de voordeur is gewijzigd.
Het schilderen van een deel van het houtwerk in lichtere kleuren (alleen nr 6 heeft nog blauwe accenten) is wel bevorderlijk geweest voor de monumentale waarde van het rijtje. Twee van de dubbele balkondeuren zijn nog wel donker. Ook de spitsen op de nokken zijn weer terug. Het is jammer dat er in heel Krispijn nooit onderzoek is gedaan naar de kleuren die het houtwerk net na de bouw had. Een bevriende huisschilder heeft me wel eens verteld dat de kleur (donker)olijfgroen in de wijk wel voorkwam als die basiskleur en dan gecombineerd werd met crème-achtige tinten. Het zou de moeite waard kunnen zijn daar in de toekomst bij renovaties eens op te letten. Ik houd me in ieder geval nu aanbevolen om berichten over die kleuren te horen als iemand daar wel eens mee bezig is geweest. De vraag blijft echter: als een huis een monument is moet dan niet tenminste toestemming gevraagd worden voor er van kleur veranderd wordt? En zou die dan gegeven worden?
Mag je dan aan zo’n monument ook een regenpijp vanaf een van die balkons tegen de gevel aanbrengen zoals in 2022 bij nr 6 is gebeurd? Ik kan het me nauwelijks voorstellen.
Dank voor de informatie, ik heb nooit geweten dat het monumenten zijn.🎩
Dat zijn ze ook nog niet zo lang. De beoordelingen zijn pas uit de eerste helft van 2019 en pas sinds augustus 2020 zijn ze echt monument.