Dubbeldamseweg in stukken 5

Na de bouwfase 1909-1910 bleef tussen nummer 49 en 67 (toen 39 en 47) een ruimte over waar nog vier percelen bebouwd konden worden. Pas tegen het eind van 1912 kwam daar wat beweging in. Hoe het precies verlopen is kan moeilijk worden gereconstrueerd, ook niet met hulp van het kadaster. Jan Blok verkocht eind 1912, begin 1913 de vier percelen aan Jacob van Welsenes, een timmerman die aan de Singel ter hoogte van het Stek gevestigd was. Die diende 31 december 1912 een bouwaanvraag in voor het bouwen van vier huizen, maar op 13 januari daarna werd de aanvraag ingetrokken. Tien dagen later diende hij een nieuwe aanvraag in voor één dubbel woonhuis, dat tegen nummer 49 aan zou komen en dus 51-53 zou worden. Jonkers en Van Harten van het Kromhout zouden het gaan bouwen en tekenden het huis. Links ervan blijft dus nog een open ruimte.

Tekening van Jonkers en Van Harten van nummer 51-53 uit 1913
Nummer 51-53 nu

Die werd een paar maanden later van Van Welsenes gekocht door Coenraad Jan den Duijtsen. We zijn hem al tegengekomen als bouwer van het hoekhuis Hendrikstraat-Mauritsstraat, zie ook het blog dat ik daaraan weidde. Naast dat pakhuis met bovenwoningen had hij blijkbaar nog behoefte aan een kantoor, bergplaats plus een stal. Hij diende 16 mei 1913 een bouwaanvraag in, maar die werd geweigerd!

Tekening en plan van het kantoorpand plus stal van Den Duijtsen uit 1913

Dat kwam niet veel voor in deze fase van de uitbreiding van de stad. De reden? Gemeentewerken voerde aan dat ze gehoord had dat de bergplaats er een voor steenkool zou worden. Dat was de bedoeling niet: in deze rij van dubbele burgerwoonhuizen – soms ook herenhuizen genoemd – paste geen kantoor met een kolenzolder. Dat stond klaarblijkelijk in het bestemmingsplan en de politie bleek ook niet gelukkig met zo’n bergplaats in een woonstraat. Het ging dus niet door. Persoonlijk ben ik daar ook wel gelukkig mee, want de kolenzolder was gepland op de plaats waar nu ons huis staat en waar ik zit te werken.

De tekening van 55-65 waarnaar timmerman Kooijmans het rijtje in 1913-1914 bouwde

Toen Den Duijtsen zijn plan niet door zag gaan verkocht hij het perceel nog datzelfde jaar door aan de Dordtse timmerman Johannes Jacobus Kooijmans. Die tekende een plan voor drie dubbele huizen onder één kap dat in 1913-14 werd gerealiseerd. Kooijmans verkocht de huizen in 1916 door aan de weduwe  Van der Matten, koffiehuishoudster te Dordrecht. Helaas kan ik in de adresboeken van die tijd niet vinden waar dat koffiehuis stond. Er woonde in de stad enkele heren Van der Matten die bier brouwden, dus er zal niet alleen koffie gedronken zijn bij de weduwe.

Reconstructie van 55-65 naar de tekening uit 1913

Het rijtje kreeg de nummers 41-45 (nu 55-65). In 1918 werd de gevel op de begane grond van het middelste huis nog voorzien van een etalage en de rechterdeur (nummer 59) werd vervangen door een winkeldeur. Dat gebeurde op verzoek van spekslager Braun, die er in 1917 was komen wonen. Hij wilde er een slagerij in beginnen, waarvoor de kamers op de benedenetage werden omgebouwd tot een tot voor kort nog bestaande winkel. Inmiddels is het ook een eengezinswoning.

Tekening uit 1918 met het ontwerp voor de nieuwe winkelpui voor slager Braun

Braun voorzag het achterhuis, dat op staal gebouwd was en twee slaapkamers bevatte, van een verdieping, omdat hij een heleboel kinderen moest bergen. Dat achterhuis was via een gemetseld gangetje met vier deuren verbonden met de woonkamer van het huis. Die extra belasting was er de oorzaak van dat de achtergevels van de nummers 59-65 scheef getrokken werden en er scheuren in de muren ontstonden. Toen wij er kwamen wonen hebben we het gangetje weggebroken, zodat de verbinding werd verbroken en het scheef zakken stopte.

Eigen tekening uit oktober 1987. Links het achterhuis, waardoor de terrasdeuren tamelijk smal waren. Er zat nog wel glas-in-lood in de bovenramen

Omdat wij sinds 1987 eigenaar zijn van 63-65, waarbij het nummer 65 is opgeheven, en ik lang op het stadsarchief heb gewerkt, heb ik uitgebreid onderzoek gedaan naar de vroegere bewoners. Daar ga ik u echter niet mee vermoeien. Alleen vermeld ik dat we het pand hebben gekocht van de kleindochter van de eerste eigenaar van de bovenwoning. Het gezin was in 1926 naar Nederlands Indië vertrokken. Tijdens de oorlog was haar vader in Indië omgekomen en zij, haar broer en haar moeder verbleven van 1943 tot in 1945 in een Jappenkamp. Na hun terugkomst zijn de kinderen bij hun grootmoeder in het bovenhuis opgegroeid. Haar tante, ook weduwe, woonde beneden. Zij en haar broer erfden het hele huis. Ik zit nu te werken in haar voorkamer.

Boven het blog ziet u een foto van de Dubbeldamseweg uit ca 1925, met links het bewuste rijtje. Ik zit nu in de linker erker, naast het balkon van 67-69. Rechts ziet u het hotel-café-restaurant, nu Oishi, en midden de voetgangersbrug over het spoor bij de drukste overweg van Dordrecht.

Wordt vervolgd

Naar boven

2 gedachten over “Dubbeldamseweg in stukken 5”

  1. Slagerij Braun was er toch nog in mijn jeugd. Jaren 50/60. Mijnheer puzzelde heel graag de puzzels uit de krant. Mijn moeder had een krantenwijk in onze buurt (daar opgegroeid) van het Vrije Volk. Hij loste graag de kruiswoordpuzzel op na het werk. Ik moest de hele Dubbeldamseweg doen na school. Ik vond mevrouw als kind niet aardig waarom weet ik niet meer. Dus op een kwade dag de krant expres bij familie Braun niet bezorgd. Mevrouw kwam ‘s avonds verhaal halen. In bijzijn van mevrouw een draai om de oren gekregen geen beste herinnering. Ben hem nooit meer “vergeten “ vond het toch niet grappig

    Beantwoorden

Plaats een reactie