Dubbeldam 4

Na de inval van de geuzen in 1572 stelde Arend van der Mijle zich in Dordrecht echter teweer tegen de Spaanse troepen. Dat kostte hem wel zijn magistraat-functies toen de stad naar het calvinisme overging. Hij verhuisde naar Delft en overleed daar ook in 1586. Als heer van zijn ambachten werd hij opgevolgd door zijn zonen en na hen door een kleinzoon, Cornelis, wiens zoon de meest opvallende heer van Dubbeldam werd. Dat was Adriaen van der Mijle (ca 1610-1664), die nogal in politieke kringen verkeerde. Aan zijn portret te zien was hij een opvallende verschijning. Hij woonde waarschijnlijk in het aloude familiehuis in de Dordtse Wijnstraat, maar als heer van Dubbeldam zal hij een indrukwekkend statussymbool nodig hebben gehad. Dat houdt in dat ergens vroeg in de 17e eeuw, toen in Dubbeldam de zaken wat op orde raakten, er een flinke villa werd gebouwd als zomerresidentie van de ambachtsheren.

Portret van Adriaen van der Mijle door Jan van Teylingen (ca 1645), een van 27 kapiteinsportretten

De familie was door die politieke carriƫre nogal op Den Haag gericht. Het is daar dat hij enkele voordelige huwelijken met dames van oude adel sloot. Zijn tweede vrouw, Petronella van Wassenaar, was vrouwe van Marquette bij Heemskerk in Noord-Holland. Haar titel is bewaard gebleven in de Marketteweg.

Gewassen pentekening van het huis te Marquette bij Heemskerk door Abraham Rademaker (ca 1720)

Adriaen overleed er ook. Hij en zijn nakomelingen zullen het Huys als zomerhuis hebben gebruikt en in de winter een huis in de hofstad hebben geprefereerd, boven de Dordtse woning. Den Haag had meer te bieden dan het wat induttende Dordrecht. Adriaens zoon Jan trouwde niet en zijn dochters verbleven bijna hun hele leven in Den Haag en trouwden daar ook met edelen. Na de dood van dochter Clara Elisabeth vererfde de heerlijkheid Dubbeldam (dus niet het huis) op de bekende Dordtse familie Stoop tot de dood van Nicolaas Stoop in 1750.

Glas-in-lood en gebrandschilderd wapen van de Dordtse familie Stoop

Na nogal wat bewoners/eigenaars in de 18e eeuw was het huis waarschijnlijk wat sleets geworden en naar de smaak van de tijd te ouderwets. In 1770 werd het huis afgebroken en restten er alleen nog wat stukken van de tuinen, waterpartijen en boomgaarden. En een boerderij die er nog tot in de jaren 30 van de 20ste eeuw heeft gestaan. Hij werd de stee van Molendijk genoemd.

De stee van Molendijk (rechts) aan de latere Mariastraat, ca 1900

Bovenaan het blog een gezicht in Dubbeldam dicht bij het centrum van het dorp (ca 1905) met links een hondenkar en rechts Bakker, de post(bode).

Wordt vervolgd

Naar boven

1 gedachte over “Dubbeldam 4”

Plaats een reactie