De timmerfabriek 1

Tijdens de bouw van Alexanderstraat oneven en Willemstraat even in 1909 moet baas Hoek de mogelijkheden van het driehoekige terrein daartussen hebben bekeken. Zijn werkplaats met bovenwoning aan de Sophiastraat werd te klein. Hij stelde, waarschijnlijk in overleg met Jan Blok, een plan op voor een werkplaats, opslag en een huis voor zijn gezin aan de Frederikstraat en diende in maart 1910 een vergunningsaanvraag in voor het bouwen van “een woning met timmerwinkel en machinale schaverij en zagerij”. Er kwam in de praktijk ook nog een kantoor aan de winkel/fabriek en een bergplaats en magazijn, een lijmkamer en de bescheiden stoommachine kreeg een aparte kamer. De timmerwinkel en de schaverij-zagerij zaten in dezelfde ruimte met een wand ertussen. De fabriek was officieel gevestigd aan de Frederikstraat en kreeg nummer 48 en het huis van baas Hoek nummer 46.

Datzelfde jaar, in augustus, vroeg hij al vergunning voor het uitbreiden van zijn fabriekje met nog een werkplaats. Nu kwam in de noordelijke ruimte, op de plaats van het kantoor, een grote stoomketel en een grotere stoommachine, met nog een droogkamer en een vergrote lijmkamer. De middelste loods werd nu de fabriek genoemd en de werkplaats aan de zuidelijke kant werd de zagerij waar een grote zaagmachine kwam te staan. Was die al electrisch, of werd hij nog via drijfriemen door de stoommachine aangedreven? Erachter bouwde Van Hoek nog een zaagselhok en een wc. Na deze toevoegingen kocht Gerrit van Hoek het terrein van Jan Blok, iets wat we hem elders ook hebben zien doen: eerst bouwen, dan kopen.

Interieur in de zaagloods. Rechts zijn de drijfriemen van de zaagbank te zien, die naar de stoommachine liepen die in de ruimte ten noordwesten van de zagerij stond

De zaken gingen goed en in 1911 werd officieel de NV Dordrechtsche Electrische Timmerfabiek De Industrie opgericht door G. van Hoek en zijn vennoot Lebret. De laatste bracht het geld in en baas Hoek de woning, fabriek, machines en houtvoorraad.

Advertentie van de fabriek uit ca 1914-15 toen het kantoor aan huis bij baas Hoek was gevestigd

Zij kochten ook de rest van het nog onbebouwde terrein. Er waren, gezien de naam, dus ook al machines die op electriciteit werkten. De nieuwe fabriek had nu zoveel capaciteit dat niet alleen aan de eigen opdrachten werd gewerkt, maar dat ook andere timmerlui er hun deuren, ramen en kozijnen konden bestellen.

Naast het nieuwe woonhuis aan de Frederikstraat werd in juni 1911 ook nog een grote dubbele houtloods gepland. Een breed en hoog geval met een rij standvinken over de middenas. Hij werd gebouwd. Ook kregen de ingangen van de grote loodsen een overkapping, zodat de timmerlui droog van de ene loods naar de andere konden lopen als het regende. Het was het begin van de overkapping van de rest van de open ruimte. In 1912 kwam er nog een grotere lijmkamer aan de zagerij. Naast de stoommachinezaal kwam daarbij nog een extra ketelhuis, nu met een hoge schoorsteen. In 1913 ging Van Hoek helemaal op electricireit over. Er werd een electromotor naast de stoommachine geplaatst.

De fabriek kreeg er ook een verdieping bij en dus moest in 1913 de kap worden verhoogd en gewijzigd. Achter de Willemstraat werd in 1914-15 een brede houtbergplaats met reparatie-inrichting gebouwd. Ook hier hielden standvinken de kap op. De voormalige houtloods aan de Frederikstraat werd nu benut  als een werkplaats met machines. Aan de rest van de Frederikstraat en wat nu het Emmaplein is waren lange, aan één kant open houtbergplaatsen verrezen. Op de foto boven het blog kijkt u tegen de zijgevel van een van deze bergplaatsen aan. De fabriek was technisch van alle gemakken voorzien. Er was zelfs een vervoerssysteem met lorries over rails, die via een goederenlift ook aansloten op rails op de verdieping.

Het personeel van de fabriek poserend in de Frederikstraat. Rechts, staande met de strohoed een beetje achterover, baas Hoek. Schuinboven hem de stee van Molendijk aan de Mariastraat

Er werkten inmiddels ongeveer 150 mensen. Baas Hoek zorgde goed voor zijn personeel; hij was een voor die tijd zeer moderne en sociale ondernemer. Hij introduceerde als eerste de vrije zaterdag, betaalde het hoogste loon aan zijn mensen (en reed de vakbond hierbij in de wielen), richtte een moderne bedrijfsbrandweer op, organiseerde uitjes en feesten voor het personeel en hun gezinnen en begon allerlei soorten clubs en verenigingen ter lering en vermaak. Bovenaan het blog ziet u een brandoefening vanaf waar nu het Emmaplein is. Rechts kijkt u in de Frederikstraat en links is de houtbergplaats langs de Willemsraat in aanbouw. In een nieuw groot schaftlokaal konden die activiteiten voor en door het personeel allemaal gerealiseerd worden; er was zelfs een podium voor toneel, muziek en zanguitvoeringen. Ernaast werd nog een machinebankwerkerij ingericht.

Willemstraat 32 zoals het er nu uitziet

In het jaar 1914 verhuisde het gezin Van Hoek naar Willemstraat 32 (toen 20), terwijl het huis aan de Frederikstraat 46 tot kantoor en tekenkamer werd verbouwd. Hiervoor werd de serre waar dochter Jeanne ziek had gelegen afgebroken. Die werd nu aan het huis in de Willemstraat gebouwd. Daar was ook het kantoor van Gerrit van Hoek zelf. De opslagloods naast het huis werd als werkplaats ingericht.

  • De zwart-wit foto’s zijn afkomstig uit het boekje Baas Hoek 1880-1958 (1988) en hebben vanwege het drukproces van toen een moiré-effect. Dat is ook met een modern fotoprogramma niet helemaal te verwijderen. Ik houd me nog steeds aanbevolen voor betere exemplaren.

Wordt vervolgd

Naar boven

Plaats een reactie