De Sophiastraat oneven
Ongeveer tegelijkertijdmet de even kant, dus in 1908, werden plannen gemaakt voor de bouw van woningen aan de oneven kant van de Sophiastraat. Jan Blok had het kavel onderverdeeld in 12 percelen bedoeld voor twee rijen van zes gelijkvormige, steeds gespiegelde ‘burgerwoningen’. Hij verkocht ze datzelfde jaar nog aan Gerrit van Hoek. Op de bouwtekening van 1908 (waarschijnlijk van de hand van Otto Dicke) is deze situatie te zien. Ze bestaan uit afwisselend twee aan twee gevels met pilasters en een balkonnetje en twee aan twee versmalde puntgevels met waarschijnlijk een houten driehoekig bord, met steeds een even puntdakkig kapelraam boven de deur. Een eigenaardige toevoeging was een metalen tuinhek tussen de vooruitspringende deuren van de panden; daar moest waarschijnlijk een voortuintje komen. Je kon erin komen via een deur in het portaaltje achter de deur. Het tuintje was ondiep (ca 1.10 m), de toegang dus smal. De plattegronden waren exact hetzelfde als die van de overkant.
Het zou er niet van komen. Er werd een andere tekening gemaakt waarop de rij ineens 13 panden telde. Daarbij waren de beide buitenste huizen en dat in het midden tweehoog en bedoeld als winkel met bovenwoning. Ze waren wat breder en ook wat dieper, want er kon achter de winkel gewoond worden; er waren twee bedsteden in een alkoof beschikbaar. De keuken was ook nog wat uitgebouwd.
Waar kwam dat dertiende pand dan vandaan? Dat werd, waarschijnlijk tegelijkertijd (dus in 1908) voor baaas Hoek gebouwd als zijn werkplaats en bovenwoning. Ik heb het er in een eerder blog over gehad. Er moet een besluit genomen zijn om dit zelfde type woon-winkelpand (of werkplaatspand) ook aan het andere einde en in het midden neer te zetten, om een mooie symmetrische rij te krijgen. Om in stijl te blijven moest dan wel de nogal uitbundige decoratie met tweekleurige strekken en spekranden plus de kastrandjes overgenomen worden. De twee keer vijf tussenliggende woningen moesten dan wel eenvoudiger gedecoreerd worden, maar kregen wel decoratieve gevels boven de beide ramen op de benedenverdieping. De puntige dakkapellen bleven, evenals de tuinhekken.
Er is een foto waarop een deel van dit rijtje, nu nr. 21-25 te zien kort na de bouw. De werkplaatsen van baas Hoek en de eerste fietsenfabriek van Woerdenbag staan afgebeeld. De kwalitiet is niet geweldig, maar het geeft wel een indruk van de donkere afwerking van het houtwerk. Welke kleur dat precies had is naturlijk niet uit te maken.
In deze rij, en vooral bij de linker vijf tussenpanden, is het meest veranderd. Er is bijgebouwd, kamers zijn uitgebreid met aanbouwen, er zijn ramen vervangen, glas-lood-verwijderd, deuren zijn niet origineel meer en de dakkapellen zijn flink aangepakt. De eerste vijf hebben nog wat origineel glas-in-lood, twee originele deuren en nog vier dakkapellen in enigszins oorspronkelijke staat. Nummer 25 heeft zelfs de zijdeur naar het voortuintje nog, terwijl die in de rest van de rij is dichtgemaakt of vervangen door een raampje. Natuurlijk zijn al die hekken, en de voortuintjes, verdwenen. En al die veranderingen zijn dikwijls niet bepaald vakkundig uitgevoerd.
Wordt vervolgd