Nu de Dubbeldamse geschiedenis van onze buurt zo’n beetje afgewerkt is, ga ik weer verder met de bebouwing van de straten. Nu beschrijf ik de langere rijen, zoals ze tussen 1912 en 1915 werden opgetrokken. Op een paar plekken stonden toen al wat huizen op een kluitje bij elkaar. Die keken enkele jaren uit over een nog grotendeels kaal terrein. Maar dat veranderde gauw.
Hendrikstraat oneven
In de Hendrikstraat ten zuiden van de Emmastraat stonden al sinds 1909-10 een paar panden waarvan er één bestond uit een huis met stal en erf, waar een groothanndel in spek en kaas inkwam, met ernaast een winkel in kruideniers- en grutterswaren met een woning erachter en erboven.
Tegenwoodig hebben ze de nummers 49-53. Ze vallen tamelijk op, want de gevels zijn speels versierd met gekleurde strekken en hebben mooi glas-in-lood. Later werden het twee winkel(s) met twee bovenwoningen. Nu zijn het een kinderdagverblijf en een atelier, eveneens met bovenwoningen.
Ernaast kwam in 1912-13 een apart pand (55); een gewoon woonhuis. Het werd gebouwd voor Bastiaan Lanser (1872-1927), een Sliedrechtse molenbaas, die het in 1916 weer doorverkocht. Kort daarna moet de pui zijn gewijzigd want de deur met twee vensters ernaast werden vervangen door een winkeldeur naast een groot winkelraam.
De gevel ziet er nog redelijk uit, maar aan de zijkant van het huis is te zien dat hij bijna loskomt van de zijwanden. Daar moet echt naar gekeken worden.
Arie Brand Hzn. (1866-1939), metselaar-aannemer en bouwondernemer uit Dubbeldam, met een werkplaats aan de Suikerstraat, kocht in 1913 de rest van het driehoekige perceel ten zuiden van de Emmastraat tussen Hendrikstraat en Willemstraat van Jan Blok. De Emmastraat 14-38 met de dubbele huizen werden er eerst gebouwd (zie dit blog). De rest van het terrein vulde hij met een rij van met zes dubbele huizen aan de Willemstraat (zie hieronder) en met aan de Hendrikstraat kant drie huizen (57-61) die wat minder ruimte achter zich hadden. Zodra ze klaar waren in maart 1914, verkocht hij ze door. Tegenwoordig zijn de gevels nogal gemoderniseerd en zit er geen originele deur meer in.
Willemstraat oneven
De dubbele huizen, die ook nog voortuintjes hadden, met de nummers 11-21 (nu 13-23) bouwde Brand ook zelf. Hij begon er in juli 1913 aan en de rij was in juni 1914 klaar.
Er was toen nog een stukje over en ook hier was nog ruimte voor zes dubbele huizen met voor- en achtertuin. En kelders. Boven dit blog ziet u een foto van deze rij zoals die zich voordoet in de zomer achter het welige groen van de straatbomen en de voortuinen.
Brand bouwde eveneens de rij met de nummers 25-47 in 1914-15, maar verkocht de huizen al in 1914 door aan Arie Visser, een Dordtse slager.
De meeste huizen in de rij hebben de nodige aanpassingen aan de gevels ondergaan. In 13-23 zijn nog wel tamelijk veel originele vensterindelingen, maar in 25-47 is veel houtwerk vervangen door kunststof en zijn er geen oorspronkelijke deuren meer. Daar staat ook een aantal panden met kamers die aan gastarbeiders zijn verhuurd. Er is ook nogal wat achterstallig onderhoud zichtbaar. Met nam 45-47 is sterk verwaarloosd. De tuintjes zijn hier of betegeld en lichtelijk overwoekerd. Dat laatste geldt ook voor de andere rij. Maar boven dit blog kunt u zien dat dat er wel sfeervol uit kan zien.
Wordt vervolgd
Hoekhuis 45/47: ons fraaie uitzicht.🫣
Van nov 1974 tot nov 1978 op kamers gewoond Willemstraat 23. Het huis was behoorlijk scheef; onderaan een poort tussen 23 en 25 en boven braakten de dakgoten elkaar ongeveer aan. Het huis was geweest van de ouders van mevrouw van Twist, zij hield het aan en verhuurde de 4 kamers: voor beneden (daar woonde ik, met openslaande deuren naar het voortuintje), en gescheiden door een schuifdeur beneden achter, dan nog boven voor en boven achter. Als ik mij goed herinner betaald ik daar 100 gulden per maand voor. Naarmate er mensen vertrokken namen we die kamers over en woonden er nog met 2: boven en beneden. Altijd met veel plezier gewoond, precies achter de A&O en de vriendelijke groenteman.