Het volgende te behandelen rijtje is al eens eerder in een blog van mij verschenen. Eigenlijk vormde het de eerste aanleiding voor mijn acties om de aandacht te vestigen op het unieke van Nieuw-Krispijn-Oost. En dan met name naar de afdeling Monumentenzorg van de gemeente Dordrecht toe. Ik zag toen al de nodige verwaarlozing en dat was nog vlak voor mijn coronawandelingen begonnen. Ik kende toen al de hierboven getoonde foto, een zeldzame opname van een gezicht in de, toen nog, Mauritsstraat uit ca 1930, of iets vroeger. Links staat nummer 2, het recente monument, met rechts ernaast één van de toen nog niet ‘verwaarloosde hoeken’. Rechts is de in die tijd nog nieuwgebouwde rij 1-23 te zien, met erachter een soort (bouw?)keet.
Ik kende de rij woningen goed. Als ik door de jaren heen van het station naar huis fietste kwam ik op de Mauritsweg altijd langs dat blok tweehoog woningen. De bakstenen gevel was wat smoezelig geworden en ik werd altijd wat kriegelig als ik de ‘moderne’ aanpassingen van veel van de ramen en deuren zag. Ik stond er verder niet bij stil, maar ik had er geen positief gevoel bij. Het was pas rond 2019 dat ik in de straten in mijn wijk (en ook in andere buurten in Dordrecht) in rijen van in één keer gebouwde woningen begon te zoeken naar de huizen die nog hun originele kozijnen en verder houtwerk hadden. Het ‘wat-is-nog-origineel’ (WINO) spel dus. Gek genoeg was er dikwijls nog altijd wel één die min of meer onaangetast was. In het genoemde blok was het zelfs nog beter: de rechterhelft leek, hoewel wat verwaarloosd, tamelijk onaangetast.
In 2020, tijdens de lockdowns, ontdekte ik de bouwdossiers op de site van het Regionaal Archief van Dordrecht. Een echte vondst. Alle bewaard gebleven Dordtse bouwdossiers, inclusief aanvragen, bestekken en blauwdrukken van voor de Tweede Wereldoorlog waren gewoon beschikbaar. Ook die van Mauritsstraat (de oudere naam van de Mauritsweg) 1-23. De bouwaanvraag dateerde van december 1923 en uit een Aanvraag tot afgifte van eene verklaring van voltooiing van 24 november 1924 bleek het rijtje afgebouwd te zijn. De initiatiefnemer was ene A. Hooijkaas en de bouwmeester/uitvoerder zou G. van Hoek worden. Dat was dus baas Hoek. Die het jaar daarvoor aan de overkant de nummers 14-24 had afgewerkt.
Het was het eerste rijtje huizen dat ik vroeg in 2021 fotografeerde toen ik in mijn hoofd begon mijn plan voor een totale foto- en bouwdocumentatie van Nieuw-Krispijn-Oost te verwezenlijken. Ik stond in de Hendrikstraat en had een perfect beeld van een harmonisch tussen de bestaande bouw passend blok. Eigenlijk viel me toen pas echt op wat er allemaal was gebeurd met die huizen en hoe leuk de detaillering van de muren en daklijsten eigenlijk was. Nu kon ik het geheel ook vergelijken met de blauwdruk van de gevel. Je kon daarop ook zien dat tijdens de bouw al aanpassingen aan die gevel waren gedaan.
Ik besloot, toen ik die vergelijking maakte, die blauwdruk te gebruiken om een reconstructie te maken van de oorspronkelijk plannen (inclusief de deuren, die een eigen blauwdruk hadden). Het resultaat ziet u hieronder.
De bakstenen gevel is geheel bewaard gebleven; er zijn geen lekplekken of vochtuitslag te zien en er is geen bewijs van verzakkingen en daardoor ontstane scheuren. U ziet dat in de rechterhelft van de rij de roedeverdeling van de ramen, behalve in de rij op de tweede verdieping, intact is gebleven. Ik heb de indruk dat de drie raampjes bovenin de deuren van de eerste zes huizen ook nog origineel zijn, maar dat voor de rest van de deuren een plaat board is getimmerd die de detaillering verbergt. Het linkerdeel is echter een rommeltje. Nr 15 heeft nog een origineel raam op de begane grond, maar de rest is allemaal vervangen door kunststof ramen en bouwmarkt deuren van allerlei typen. Ik heb gedacht dat het verschil lag in het feit dat het rechtergedeelte van één eigenaar bleef en de linkerhelft er meerdere had. Dat bleek niet waar. Vanaf 1924 zijn er drie eigenaars: A. Hooijkaas (1-15), R.D. van Kooij (17-19) en A.H. Schillemans (21-23). Die samenhang is op den duur verbroken. Onlangs is vergunning aangevraagd voor het splitsen van het rechterdeel van Mauritsweg 1 in zes appartementen. Dat bleek een misverstand. De nummers 1-11 zijn al sinds de oplevering in 1924 zes aparte boven- en benedenwoningen. Maar het blijkt een technische term te zijn voor de verhuur door een nieuwe eigenaar van die zes panden. Ambtenarentaal, dus.
Ik blijf het een gaaf geheel vinden en ik zou willen dat de eigenaren van de linker zes panden zich bij hun buren rechts zouden aansluiten en er weer een harmonische rij van zouden maken. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Is daar het onderdeel worden van een beschermd stadsgezicht voor nodig?
Wordt vervolgd