De Bloemstraat 1

De meeste mensen die ik ken en hem weten te vinden karakteriseren de Bloemstraat als een onooglijk straatje. In het verleden had hij geen beste naam. Niet omdat het hier een ongure buurt was, maar omdat het er zo rommelig uitzag. Het is in de meer dan 125 jaar dat het bestaat alleen nog maar een groter allegaartje geworden. Zo als overal in de Bloemenbuurt zijn op bijna elk huis een nieuwe dakkapel en in veel gevels bredere ramen gezet zonder respect voor het originele metselwerk Er is geen enkele deur uit de bouwperiode meer te zien en al het eventueel aanwezige glas-in-lood is verdwenen.

Kees Buddingh’ had het in zijn boekje Dordtse Snippers (1960) over de “ Danteske droefgeestigheid”  van de Bloemstraat. Maar zo erg als Dante in 1315 de cirkels van de hel beschreef, is het nou ook weer niet. Vooral bij bewolkt en regenachtig weer vormt het vanaf de Dubbeldamseweg gezien echter geen uitnodigende wandelroute. Zie ook de foto bovenaan dit blog die ik op zo’n dag heb genomen.

Toch is de Bloemstraat de vroegst bebouwde zijstraat van de Bloemenbuurt en niet alleen daarom is hij uniek. Hij verschilt namelijk ook van de andere straten in de buurt doordat hij is opgebouwd uit kleine groepjes huizen. De meeste zijn in stelletjes van twee, drie, of vier naast elkaar opgetrokken. Er staat maar één rij van zes huizen in. Bij elkaar telt de straat 28 huizen van een bescheiden formaat met tamelijk kleine plaatsjes erachter. Ze bestonden uit een voor- en achterkamer met ertussen een bedstee en een trap naar de zolder. Daarop was dan misschien één slaapkamer afgetimmerd. De voorkamer was dikwijls oorspronkelijk niet eens verwarmd. Er zat een smalle uitgebouwde keuken achter, waar in de jaren twintig een echt toilet werd aangebouwd. Daarvoor bevond de plee zich in een hokje van 95 x 95 cm in diezelfde keuken. Kortom: de woningen hadden een standaard plattegrond van ca 4,5 x 8,5 m, plus de keuken van ca 2,25 x 3,25 m, zoals die voor arbeiders overal in de nieuwe wijken over de spoorlijn werden gebouwd. Alleen was de Bloemstraat al klaar voor de Woningwet van 1901 was ingevoerd.

Ik heb het al eerder gehad over de straatnaamgeving van de Bloemenbuurt die uit februari 1905 dateert. De Bloemstraat komt daarom pas voor in het adresboek van 1906. Hij bevat dan, net als nu, 28 huizen. Aan de even kant zijn er nu (2024) echter twee huizen (2-4) samengetrokken en dat pand heeft nu de ingang in de Rozendwarsstraat. Vandaar dat het laatste huis in die rij nummer nu 24 heeft en niet 28. Als je de bewoners uit 1906 gaat vergelijken met die in eerdere adresboeken kom je er achter dat een deel van hen er vóór 1906 al woonde. Dan merk je ook dat vóór het jaar van de naamgeving de huizen in die straat de nummering van de Dubbeldamseweg volgen.

BLS 25-27 voor de gevels grijs en wit geschilderd werden, foto 2016. De huizen zijn waarschijnlijk van tussen 1895 en 1897

Voordat de oudste rij van acht dubbele woonhuizen (toen 56-70, nu 76-102) aan de Dubbeldamseweg in 1897 gereed was, en de vier huizen (toen 72-78, nu 104-116) daarnaast tot aan de hoek van de Bloemstraat iets later klaar waren, nummerde men om de hoek door. Dat wil zeggen: in 1893 stonden aan de weg alleen de uitspanning, nr. 48, en de twee huizen 50-52, en begon die doornummering om de hoek met 54. De huizen die daar stonden kregen een letter achter die 54 en er bleken er in dat jaar twaalf te staan. Nog vier stonden weer aan de Dubbeldamseweg.

BLS 6-8 met de geprofileerde sluit- en aanzetstenen uit de periode net voor 1900

Aan de even kant stonden 2-4 (nu Rozendwarsstraat 4), een open stuk (nu 2-4), 6-8 en 22-24. Aan de oneven kant waren 1-3, 5-7-9 en 25-27 al aanwezig. De nummers 1-3, 5-9 en 22-24 zijn bijna identiek en waarschijnlijk tegelijk gebouwd. Nr 5 heeft zelfs nog een origineel dakkapelletje. Ik plaats ze in het jaar 1893; dit zijn dus de oudste huizen van de Bloemenbuurt!  Samen met de huizen op de hoek van de Dubbeldamseweg-Rozenstraat die uit 1895 dateren.

BLS 1-9 (van rechts naar links) die in dezelfde stijl zijn gebouwd, waarschijnlijk c 1893

In het volgende adresboek, dat uit 1897, is de rij dubbele woningen aan de Dubbeldamseweg al verrezen en de nummers die de hoek omgaan, die later de Bloemstraat zal heten, hebben alle nummer 80 en een letter erachter. De even kant telt nu 12 huizen, waarbij het kavel waar nu nrs 2-4 op staan nog onbebouwd is. De oneven kant telt er, net als nu, 14. Dat betekent dat de nummers 11-21 tussen 1893 en 1896 moeten zijn gebouwd en dat niet lang daarna nr 23 er nog is tussengevoegd.

BLS 22-24 hebben dezelfde stijl als de andere vroege woningen in de straat, ook voor 1895

Trouwens, als je met zonnig weer de Bloemstraat inkijkt valt het met die droefgeestigheid best mee; kijk maar.

Wordt vervolgd

Naar boven

5 gedachten over “De Bloemstraat 1”

  1. Cees Buddingh’? Henk toch! Kijk eens bij schrijversinfo.nl (fragmenten uit zijn boeken, waarin hij toch echt Kees heet):

    – En zo is het. Daar heeft Kees (niet Cees) Buddingh’ de spijker weer eens met grote nauwkeurigheid op de kop geslagen. (Mijn katten en ik, blz. 94)

    – Een heleboel mensen kunnen, vreemd genoeg, niet tegen initialen in een schrijversnaam. Dat je als C. Buddingh’ publiceert nemen ze – bewust of onbewust – ergens niet: die ‘C’ moet en zal een naam worden – en zo prijk je, zonder dat je het zelf wilt – ja, terwijl je het zelfs helemaal niet wilt – op de meest uiteenlopende plaatsen als ‘ Cees’, een voornaam die ik zelf wel als laatste zou uitkiezen.
    (En in een mum is het avond, blz. 231, 10-01-1973)

    Overigens weer een interessant stuk over de Bloemstraat.

    Beantwoorden
    • Gek is dat, in mijn kladversie staat wel degelijk Kees. Ik weet dat ook. want je bent er al diverse keren over gestruikeld in je door mij gelezen publicaties. Direct verbeterd dus.

      Beantwoorden
      • Ik ben misschien een beetje overgevoelig voor Cees, omdat het mij ook weleens overkomt. Het zal voor je onderzoek van weinig belang zijn, denk ik, maar in de Leliestraat 2 was ooit het eerste officiele adres van de inmiddels 51 jaar oude stichting Produktiegroep Bobby Kinghe, in de tijd dat penningmeester Herbert Bos daar (nog bij zijn ouders) woonde.

        Beantwoorden
    • Dat is een interessante reactie! Weet u daar meer van? Kende u de bewoners die dat hebben laten doen? Ik zal in ieder geval die alinea aan moeten passen.

      Beantwoorden

Plaats een reactie