Ik vond het tijd worden dat de Bloemenbuurt eens goed uitgelegd werd. Diverse straatnamen binnen de bocht van de spoorlijn zijn inmiddels al in de blogs voorbij gekomen, vooral in combinatie met de Dubbeldamseweg. Daar zijn de straten in die buurt immers zijstraten van? Maar ik wil nu eens een beetje de diepte in.
Behalve bij de (ex)bewoners en bij een deel van de buren in de wijk, zijn die straten tamelijk onbekend. Als je er niet woont heb je er weinig te zoeken. Het zijn ook niet echt aantrekkelijke straten om een wandelingetje doorheen te maken. Er zijn geen winkels en er is zelden iets te doen. Omdat er altijd wel rijen auto’s in de smalle straten staan, met ook nog smalle trottoirs ernaast, loop je er ook niet bepaald lekker.
Er is ook zo goed als geen groen: er staat geen enkele boom, behalve in wat tuinen van hoekhuizen en tussen de heg aan de Tulpstraat en het geluidsscherm naast het spoor. Ook staan er wat struiken en gevelklimmers, maar niet veel. Er zit wel veel mos op de trottoirtegels. Wat het meest opvalt is de afwezigheid van bloemen in die straten. Er zijn wat gevelperkjes waarin wat bloeiende planten staan en er hangen een paar bloemige hangplanten naast een paar voordeuren. Tulpen, rozen en lelies kom je er niet tegen. Er groeien in het seizoen wat madeliefjes in het gras naast de Tulpstraat, maar meer is het niet.
Als je er toch gaat rondlopen is het nogal opvallend wat mensen met de gevels van hun kleine huizen hebben gedaan. En dan zie je nog niet eens wat er aan de achterkanten is gebeurd. Daar begonnen ze in de jaren twintig al echte wc’s tegen de keukens aan te bouwen in plaats van de pleeën – een plank met een gat – in hokjes IN die keukens. Op zolders bouwden ze eerst aan de achterkant slaapkamers met een brede dakkapel. En dat gebeurde op den duur ook boven de voorgevels; als daar een goot liep tenminste. Er zijn nog maar een paar smalle dakkapellen, de rest is allemaal kamerbreed. Kortom: er is niet veel origineels meer te zien in de Bloemenbuurt. Dat is niet leuk, want het is wel de vroegst bebouwde buurt van de uitbreiding van Dordrecht over de spoorlijn heen. De oudste rijtjes dateren al van 1893, ver voor de Woningwet van 1901 vanaf 1902 werd uitgevoerd.
Men dacht vóór 1900 nog niet zo aan ruime woningen voor arbeiders. Het is dus geen wonder dat de bewoners, dikwijls ook gesteund door de verhuurders, op den duur meer comfort, licht en ruimte wilden. Ik heb niet de indruk dat de gemeente toen, dus tussen de jaren twintig en de jaren zeventig, erg bezig was met de eisen van welstand voor de buurt. Wat de bevolking van deze buurt en de andere straten in de wijk, de mogelijkheid gaf op eigen houtje, eventueel met hulp van de huisbaas, ‘al die ouwe troep’ te moderniseren.
Er werd verder ook nog het nodige tussen- en aangebouwd. Aan het begin van de Bloemstraat zijn nrs 2-4 verbouwd tot een nieuw pand met allerlei toevoegingen en een nieuwe ingang aan de Rozendwarsstraat. Elders zijn, in combinatie met de achtererven van de Dubbeldamseweg, tussenvoegsels en aanbouwen gerealiseerd of brandgangen overbouwd.
Hierna schrijf ik dus een paar blogs over de bouwgeschiedenis van de Bloemenbuurt. Voor zover daar achter was te komen, teminste, want behalve van wat verbouwingen uit de jaren twintig en dertig, bestaat er op één na geen enkele bouwtekening of –vergunning van de eerste huizen in die straten.
Wordt vervolgd