Oranje straatnamen 4

De Hendrikstraat is in 1906 genoemd naar de ondernemende prins Hendrik, voluit Willem Frederik Hendrik (13 juni 1820 – 13 januari 1879). Hij was de derde zoon van koning Willem II en Anna Paulowna. Ook hij was, net als zijn oom prins Frits, een militair die het zelfs schopte tot admiraal van de vloot. Bovendien bezat hij een geweldige martiale snor en bakkebaarden. Hij was de eerste Oranje  die zowel ‘ons’ Indië als de koloniën in de Caribische Zee bezocht. In Indië bemoeide hij zich met de tinmijnen daar en bouwde er een fortuin op met de handel in dat metaal. Hij was ook stadhouder van Luxemburg toen dat nog bezit van de Oranjes was.

Prins Hendrik in volle glorie, ca 1870

Maar waarom de Mariastraat naar zijn tweede vrouw Maria van Pruisen heet is me een raadsel. Zijn eerste vrouw was Amalia van Saksen-Weimar-Eisenach (1830-1872), maar die verbleef voornamelijk in Luxemburg. Na haar dood trouwde hij dus met Maria, voluit Marie Elisabeth Louise Frederika van Pruisen (14 september 1855 — 20 juni 1888). Zij huwden op 24 augustus 1878 in Potsdam bij Berlijn. Helaas waren ze nog maar vijf maanden getrouwd toen prins Hendrik aan een hersenbloeding overleed. Prinses Marie bleef weliswaar, tot zij in 1885 met een Duitse prins hertrouwde, in Den Haag wonen en had goede connecties met de familie, onder wie koningin Emma, maar erg bekend was ze in Nederland niet.

Prinses Marie, ca 1878

De enig overgebleven straat is dan nog de Saksen-Weimarstraat die ook in 1925 zijn naam kreeg. Volgens het straatnaambord is die genoemd naar Karel Alexander (1818-1901). Dat was dus Karel Alexander August Johan, groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach. Hij was een zoon van de toenmalige erfgroothertog Karel Frederik en Maria Paulowna, dochter van tsaar Paul I van Rusland en zuster van de Nederlandse koningin Anna Paulowna. Karel Alexander leerde in 1834 zijn nicht prinses Sophie der Nederlanden kennen, dochter van koning Willem II en Anna Paulowna, en zuster van Willem III, Alexander en Hendrik (zie hiervoor). Hij trouwde met haar in Den Haag in 1842. Ze woonden in Weimar, maar voor bezoeken aan Nederland had Willem III voor zijn zus Sophie een pand op het Lange Voorhout in Den Haag aangekocht. Dat staat er nog steeds. Ook zij was niet erg bekend in Nederland (behalve in Tilburg…) en daarom zal zij ook niet de naamgeefster van de Sophiastraat zijn geweest. Maar waarom haar man dan wel een straat naar zich genoemd kreeg is dan de vraag.

Prinses Sophie en haar man groothertog Karel (Carl) Alexander, ca 1885

Zoals u ziet zijn er nogal wat vragen te stellen over de naamgeving van wat we eigenlijk de Oranjebuurt moeten noemen. In 1906 werden, zoals ik hoop te hebben aangetoond, de halfbroers van koningin Wilhelmina, haar moeder en de eerste vrouw van koning Willem III, haar vader, vernoemd. Iedereen was toen al dood. Het vroeg overleden Mauritsje kreeg een doodlopend industriestraat naar zich genoemd. Of zou van meet af aan toch de roemruchte prins Maurits, zoon van de Vader des Vaderlands, zijn bedoeld? Maar wat deed hij dan als 17e eeuwer tussen de 19e eeuwse andere leden van deze Oranjetak? Juist in het deel van de weg langs Nieuw-Krispijn-West vind je wat tijdgenoten, maar die wijk raakte de weg pas toen die na de oorlog werd doorgetrokken tot aan de Krispijnseweg. Was daar al rekening mee gehouden? Ik betwijfel het.

Prinses Marie en Prins Hendrik, 1878

Vervolgens is de keuze van de prinsen Frederik en Hendrik, uit eerdere 19e eeuwse generaties tamelijk afwijkend. En die van de tweede vrouw van de laatste, Maria, was helemaal vreemd. De pas in 1925 toegevoegde straten die zijn genoemd naar koningin Anna Paulowna, de echtgenoot van haar nicht Sophie Karel Frederik, en haar schandalige aangetrouwde tante Marianne, roepen nog meer vraagtekens op. Was men op het stadhuis niet zo op de hoogte van de relaties tussen en de levenslopen van de gekozen Oranjes? Zat er iemand in de naamgevingscommissie die het niet zo op die familie had? Dordrecht was en is niet echt een koningsgezinde stad, zoals we hebben gezien toen het beeld van Willem van Oranje aan de stad werd opgedrongen. Of speelde iemand een cynisch spelletje en stelde hij een ondoorgrondelijk lijstje elitenamen op dat vooral vragen opriep. Tot iedereen er zo gewend aan was geraakt dat niemand (zich) meer vragen stelde. Tot dat de straatnamen gewoon vanzelfsprekend waren geworden. Tot nu…

Bovenaan het blog ziet u een foto van het bezoek van prinses Wilhelmina en regentes koningin Emma aan Dordrecht in augustus 1897. Ze staan omgeven door notabelen op een voor de gelegenheid aangepast bordes van het stadhuis dat nogal barok is versierd en met groen en bloemen is opgefleurd. Let op de zee van bloemenhoeden onderaan de foto.

Naar boven

Oranje straatnamen 3

De rest van de straatnamen in de Oranjebuurt gaat nog wel een generatie verder terug; die van de Frederikstraat en de Mariannestraat zelfs twee.

Frederik, die Frits werd genoemd, heette voluit Willem Frederik Karel, prins der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau (28 februari 1797 – 8 september 1881), was de tweede zoon uit het huwelijk van koning Willem I der Nederlanden en Wilhelmina van Pruisen en daarmee de jongere broer van de latere koning Willem II. Hij vervulde voornamelijk hoge militaire functies en heeft nog tegen Napoleon gevochten in 1813 en 1815 en in de Belgische afscheiding van 1830 een rol gespeeld. Prins Frederik richttte ook de Koninklijke Militaire Academie in Breda op. Daarnaast leverde zijn rol in het bestrijden van de armoede in die tijd hem ook veel goodwill op. Bij alle problemen waar de Oranjes gedurende zijn leven mee te maken hadden heeft hij verder een bemiddelende rol gespeeld. Hij werd daar, ook in het land en in de politiek, zeer om gewaardeerd. Naast dat alles was hij een grote steun voor de Orde van Vrijmetselaren in Nederland, die veel aan hem te danken heeft.

Prins Frederik als Pruisisch officier, foto ca 1855

Frederik werd 84 en was daarom de langst levende Oranje ooit. Hij was zelfs nog aanwezig bij de doop van de latere koningin Wilhelmina in 1880.

Met zijn jongere zuster ging het minder voorspoedig. Marianne, voluit Wilhelmina Frederica Louisa Charlotte Marianne (9 mei 1810 — 29 mei 1883), prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, was dus ook een kind van koning Willem I. Zij trouwde in 1830 met haar neef Albert van Pruisen, had met hem een slecht huwelijk en ontvluchtte Berlijn. Ze vestigde zich in Voorburg. In 1849 scheidde ze officieel van haar man. Dat was tamelijk ongewoon in die tijd, maar het had een reden. Ze veroorzaakte namelijk een nationaal en internationaal schandaal doordat ze toen al een relatie had met haar lakei en later secretaris Johannes van Rossum. Bovendien kreeg ze in datzelfde jaar 1849 een zoon van hem die Johannes Willem van Reinhartshausen werd genoemd. Het was dus duidelijk voor het hof en niet lang daarna in het land en buitenland wat er aan de hand was. Broer Frits bemiddelde bij de scheiding.

Prinses Marianne, litho naar een schilderij, 1835

De jongen overleed al op 12-jarige leeftijd, kort daarna gevolgd door zijn vader Johannes. Prinses Marianne vervreemde van haar familie en ging haar eigen gang. Ze was door haar onorthodoxe gedrag het zwarte schaap van de familie. Ze verbleef voornamelijk in het buitenland, waar ze overal huizen bezat en aan liefdadigheid deed. Maar ze heeft dan toch maar een straat in Dordrecht die naar haar genoemd is.

Het is de vraag waarom een gemeente dat zou doen. Was het omdat de al genoemde Anna Paulowna- en Saksen-Weimarstraten ergens op uit moesten komen? Of zat er een diepere betekenis achter? In 1939 was de straat nog geheel onbebouwd en pas na de oorlog zou die aanvangen. In 1948-49 werden net als in straten in de omgeving rijen gebouwd met van oorlogspuin gemaakt beton; het zogenaamde Witte Dorp. Aan de even kant werden samen met de Frederikstraat en een kant van de Saksen-Weimarstraat in 1952 nog enkele rijen fantasieloze bakstenen panden opgetrokken. Je zou bijnna denken dat de gemeente door de straat de naam van een in ongenade gevallen prinses te geven zelf ook niet veel liefde voor het gebied had. Natuurlijk is ook deze gevolgtrekking niet te bewijzen.

De litho bovenaan het blog is een familieportret uit 1827 door Claudio Linati (?) van het gezin van koning Willem I Frederik die zittend wordt afgebeeld met koningin Wilhelmina links naast zich. Hun zoon, de latere koning Willem II (1792) staat links met zijn echtgenote Anna Paulowna gezeten in een stoel. Hun vier kinderen zijn om hen heen gerangschikt. De oudste, de latere Willem III (1817), staat met zijn rug naar de kijker gekeerd, zijn broer Alexander (1818) leunt helemaal links op zijn moeders stoel. Prins Hendrik (1820) staat naast zijn opa, de koning, en Sophie (1824) zit achter haar moeders stoel. Prins Frederik (1797) met echtgenote Louise van Pruisen staan rechts. Zij kregen hun eerste kind in 1828 en de litho moet dus van voor dat jaar worden gedateerd. Het meisje links naast Louise is prinses Marianne (1810), dan ca 16-17 jaar oud.

Prins Frederik, ca 1827, ook door Linati, die zelf de litho ondertekende: de geportretteerde lijkt hier wel degelijk

De prent bevindt zich eveneens als de eerdere in deze blogs, in het Rijksmuseum. De kunstenaar was een kleurrijk figuur die in 1827 inderdaad in Brussel was, waar de oorsponkelijke aquarel of tekening moet zijn gemaakt. De koninklijke familie verbleef voor de Belgische revolutie afwisselend in Den Haag en Brussel. Linati was een leerling van de beroemde Franse schilder J.-L. David. Hij was een capabel kunstenaar, maar de litho is dan waarschijnlijk door een veel minder deskundige collega naar het origineel vervaardigd.

Wordt vervolgd

Naar boven

Oranje straatnamen 2

Als de Willemstraat niet naar de vader van Willem, Maurits en Alexander genoemd is (als, hè, het is niet zeker!) is dat dan een verborgen kritiek op de vader van de in 1906 regerende koning Wilhelmina? De koning Willem III (1817-1890) was in zijn tijd niet populair. Vanwege zijn onheus, lomp en wispelturig gedrag werd hij door een politiek commentaror koning Gorilla genoemd. Die bijnaam bleef hangen. Hij lag regelmatig overhoop met de regering, die hem veel te liberaal was. Met zijn twee overblijvende zoons kon hij ook niet opschieten. Verder had hij allerlei affaires met dames en stond in het land bekend om zijn sexuele uitspattingen.

Koningin Sophie, ca 1850, foto van geschilderd portret

Koningin Sophie, daarentegen, kreeg wel een straat naar zich genoemd. Sophie, voluit Sophia Frederika Mathilda, prinses van Württemberg (17 juni 1818 — 3 juni 1877), was sinds 1839 getrouwd met haar volle neef koning Willem III: hun moeders waren  zusters. Van 1849 tot haar overlijden was ze koningin der Nederlanden en groothertogin van Luxemburg. Ze was een ontwikkelde vrouw die neerkeek op haar echtgenoot. Ze correspondeerde liever met Europese intellectuelen en bevorderde en subsidieerde de vaderlandse kunsten. Na 1855 leefde ze volledig gescheiden van haar man. Ze had niet veel contact met het volk, maar was wel begaan met de toestand van het land en deed veel aan liefdadigheid.

Koningin Emma, kort na haar huwelijk met Willem III

De koning wilde na haar dood hertrouwen met een Franse operazangers, maar daar stak de regering een stokje voor. Hij ging dus maar op zoek naar een Duitse hoog-adellijke bruid en vond  die in de toen 19-jarige prinses Emma van Waldeck en Pyrmont, voluit Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, (2 augustus 1858 – 20 maart 1934). Ze trouwden 7 januari 1879 in Duitsland. Willem was toen 61. Al in  augustus 1880 werd zijn enige kind, dochter Wilhelmina, geboren. Na zijn dood in 1890 werd koningin Emma de voogd van haar toen 10-jarige dochter, en was regentes tot die in 1898 zelf ging regeren. Emma was geliefd in Nederland en de straatvernoeming in Dordrecht, evenals die van Sophia, was daar een teken van. Het gezinsportret bovenaan dit blog is een nogal geposeerd geheel, dat niet erg lijkt. Ik denk niet dat de tekenaar/lithograaf Ten Kate ze echt voor zich heeft gehad. Het was een kleurenlitho die als ‘premieplaat’ bij de krant Het Nieuws van de Dag werd verspreid en dateert van rond 1886.

Koningin Anna Paulowna, 1841, olieverfschilderij door Jean-Baptiste van der Hulst

De moeder van koning Willem III was de Russische grootvorstin Anna Paulowna (18 januari 1795 – 1 maart 1865). Zij was de dochter van tsaar aller Russen Paul I en de zuster van de volgende tsaar Alexander I en behoorde tot het huis Romanov. Haar zuster Catharina was de moeder van koningin Sophie. Willem II en Anna kregen vijf kinderen van wie vier overleefden: Willem dus, Alexander, die op 29-jarige leeftijd overleed, Hendrik, die we nog tegen zullen komen, en Sophie. Het is niet waarschijnlijk dat deze Alexander en Sophie de naamgevers van Dordtse straten waren, aangezien ze niet erg bekend waren in Nederland, terwijl Hendrik en natuurlijk Willem dat wel waren. Anna Paulowna had na de dood van koning Willem II nog vrij veel invloed in het land en op de volgende generatie van de familie, maar de straat die pas sinds 1925 haar naam draagt was pas rond 1930 gedeeltelijk bebouwd en de naamgeving is net als die van de Saksen-Weimarstraat (ook uit 1925) een beetje een nakomertje.

Wordt vervolgd

Naar boven

Oranje straatnamen 1

Op deze Koningsdag leek het me wel aardig een paar blogs te beginnen over de straatnamen in wat wel de Oranjebuurt werd genoemd. De Dordtse archivaris Jan van Dalen was in 1931 nogal kritisch op die bij raadsbesluit van 21 november 1906 aan de nieuwe straten gegeven namen. Hij schreef dat ze waren “ontleend aan die van leden van het Huis van Oranje Nassau, maar ontdaan van alle bijvoegingen, zoodat men evengoed aan allerlei andere personen kan denken.” De Willemstraat kon volgens hem genoemd zijn  naar “Koning Willem III of een der vele andere Willems” in die familie. Daar had hij natuurlijk gelijk in. Tot vandaag staat er onder het bord Willemstraat niets, dus naar wie die genoemd is blijft de vraag. Toch zijn er wel verwijzingen naar de gedachtengang van de gemeentelijke naamgevers uit de andere vernoemingen te halen.

Als je alle namen onder elkaar zet blijkt namelijk dat, op één na, alle genoemde tussen 1850 en 1875 in leven waren en dat ze alle onderling nauw aan elkaar verwant waren. Die ene afwijking was prins Maurits. Nu staat er op het naambord dat de naam Mauritsweg genomen is van de tweede zoon van Willem de Zwijger, prins Maurits (1567-1625). Maar die Oranje (hij is inderdaad prins van Oranje geweest, maar eigenlijk was alleen zijn oudere broer Filips Willem daartoe gerechtigd) leefde veel vroeger dan de rest van de naamgevers in de buurt. Het lijkt een late ingreep, zeker van na de oorlog, toen de Mauritsstraat werd doorgetrokken naar de Krispijnseweg en zelf ook weg werd. Daarvoor was het een onaanzienlijk straatje met een slachthuis en een gashouder dat doodliep tegen het DFC voetbalveld. Hij werd ook, zoals u gezien hebt, pas na 1920 echt bebouwd.

Prins Maurits in 1849, de hand op zijn schouder is die van oudere broer Wiwill

Het is daarom veel waarschijnlijker dat de eigenlijke naamgever prins Maurits der Nederlanden was, de tweede zoon van koning Willem III en koningin Sophie. Dat was een prinsje met de volledige naam Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik Karel  (15 september 1843 – 4 juni 1850). Zoals u ziet werd hij niet oud, nog geen zeven jaar. Zijn dood was te wijten aan hersenvliesontsteking. Zijn vader de koning ontzegde de door koningin Sophie uitgekozen arts de toegang tot het ziekbed. De koningin had namelijk geweigerd de lijfarts van de koning haar zoontje te laten behandelen. Hun relatie was al op een dieptepunt en de dood van haar geliefde Maurits maakte dat het huwelijk definitief over was. In 1855 scheidden ze na langdurige onderhandelingen van tafel en bed.

Prins Alexander, ca 1870-75

Maurits oudere en jongere broers werden eveneens vernoemd in de straten. Alexander, de derde broer, is de naamgever van de gelijknamige straat in de wijk. Hij heette voluit Willem Alexander Karel Hendrik Frederik van Oranje-Nassau (25 augustus 1851 – 21 juni 1884). U ziet dat hij ook niet oud werd, 32, want hij was ziekelijk, nerveus en onzeker. Hij had echter een goed stel hersens en had rechten gestudeerd in Leiden. Na de dood van zijn moeder en van zijn oudste broer, de kroonprins, bleef hij wanhopig en eenzaam achter, zonder steun van zijn vader. Hij trouwde niet en stierf in 1884 kinderloos.

Kroonprins Willem, ca 1875

Die oudere broer was Willem, ook Wiwill genoemd. Voluit heette hij Willem Nicolaas Alexander Frederik Karel Hendrik (4 september 1840 – 11 juni 1879). Hij was de officiële troonopvolger. Na de scheiding van zijn ouders zou hij onder toezicht van zijn vader verder opgeleid worden. Hij had een goed verstand en heeft eveneens in Leiden gestudeerd. Hij ging echter liever naar Parijs dan dat hij de verplichte militaire opleiding volgde of prinsessen uitzocht om te trouwen. Hij kon ook totaal niet opschieten met zijn vader en het draaide eropuit dat hij in zelfgekozen ballingschap naar zijn geliefde Parijs ging. Daar leidde hij, volgens de pers, een ‘liederlijk’ leven en maakte hoge schulden. Hij overleed er aan de gevolgen van een longontsteking op 38-jarige leeftijd. Ik denk dus dat hij het was die werd bedoeld met de Willemstraat. Wat de keuze voor jonggestorven Oranjes zegt over de bedoelingen van de naamgevingscommissie is de vraag, maar ik denk er het mijne van.

De afbeelding boven dit blog stelt het gezin van koning Willem III en konngin Sophie in 1851-52 voor, met de drie kinderen die ze kregen. Links staande kroonprins Willem, ca 11 jaar, en rechts de net geboren Alexander in de wieg. Maurits, die in 1850 was overleden staat op het schilderijtje rechtsboven. Het huwelijk van het koninklijk paar was toen al grondig verpest. Iedereen kijkt nogal neutraal, de koning staart in de verte en doet of hij er niet bij is, maar aan de jonge Willem kan je zien dat hij niet erg gelukkig is. Deze kleurenlitho bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam.

Wordt vervolgd

Naar boven