De rijtjeswoningen 1907-1910 – 5

De Sophiastraat even

In 1908 werd het perceel aan de oostkant van de Sophiastraat door Jan Blok in tweeën gesplitst. Er was plaats voor 15 huizen, dus ze kregen aanvankelijk de nummers 2-30. Toen later nog drie huizen links tegen de rij aangebouwd werden, werd dat 8-36. En zo is de nummering nog steeds. De eerste 7 kavels werden in datzelfde jaar door Blok verkocht aan baas Hoek en de rest aan Otto Dicke. Ze maakten op hun beider naam een plan voor de hele rij. Gedurende dat jaar werden de zo genoemde ‘burgerhuizen’ gebouwd. Vanaf 1909 werden dan de huizen individueel aan diverse personen doorverkocht. Er bleef nog een smal achterom over tussen nummer 36 en de tuinen van de Emmastraat.

De rij SOS 8-36 in de tekening uit 1908

Ik heb van de bouwtekening de twee verschillende gevels, die steeds als duo’s naast elkaar wisselen, gereconstrueerd. Ook hier blijkt weer dat niet aan het ontwerp is vastgehouden.

Reconstructie naar de originele tekening, de kleuren zijn niet bekend

De gevels met de pilasters zijn duidelijk veranderd en de dakramen hebben een uiterlijk gekregen dat hetzelfde is als die van de rij aan de overkant van de straat. Niet dat daar hier inmiddels nog veel van over is; nog acht, in diverse staten van onttakeling. De eigenaardige constructie is dikwijls aangepast en soms helemaal verdwenen. Op de tekening waren het niet meer dan een paar vierkantjes boven elkaar; misschien was het ontwerp toen nog niet helemaal af. De afdakjes boven de deurenparen zijn uniek in de wijk.

De uiteindelijke versie van de gevels met pilasters en een van de nog originele dakkapellen

De oppervlakte van de huizen met hun inpandige keuken is niet meer dan ca 9.25 x 5.5 m (ca 51 m2), maar ze hebben natuurlijk wel een verdieping waar drie slaapkamers op passen. Er zit in 1908 op de begane grond nog een alkoof met bedstee in die inmiddels overal is verdwenen. Ook bevatte elk huis een ouwerwetse plee, die in de loop van de jaren 20 meestal is vervangen. Maar wel had elke kamer een haard, evenals de keuken.

De originele plattegrond uit 1908

In deze rij is gelukkig nogal wat glas-in-lood in de bovenramen van de begane grond aanwezig. Op de verdieping heeft waarschijn niets gezeten. In maar één dakraam is nog wel de oorspronkelijke roedeverdeling bewaard gebleven. Er zijn ook nog wat originele deuren.

De Sophiastraat even in aanbouw, dus waarschijnlijk zomer 1908

Uniek voor de wijk is een foto van de bouw van deze rij uit de tijd van de bouw, 1908 dus. Er is goed op te zien hoeveel bouwvakkers er aan zo’n project werkten. En dan waren er waarschijnlijk aan de overkant tegelijkertijd net zoveel bezig.

De Sophiastraat gezien vanaf de Emmastraat ergens in de jaren ’10

Ik wilde ook nog even laten  zien dat na de bouw van de Sophiastraat aan beide kanten bomen werden geplant. Daar was na de oorlog niet veel meer van over. Er is een foto uit de jaren 70 waar alleen aan de even kant nog bomen stonden. Nu zijn er aan die kant nog maar weinig bomen over, al zijn er niet lang geleden wat nieuwe geplant.

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 4

De Frederikstraat even

De tekeningen bij de bouwaanvraag voor Frederikstraat 10-36 dateren uit 1908. Ze zijn gemaakt door Reinier Bordewijk (1887-1937), bouwkundige uit Rotterdam. Zijn handtekening staat onder de tekening en de stijl ervan, met name het schrift, wijkt wat af van wat meestal bij baas Hoek werd geproduceerd. De gevels zijn echter typerend voor de panden die er in de zijstraten werden neergezet. Bordewijk was in 1908 nog maar 21 jaar en net als Otto Dicke nog student en volontair op het kantoor van Gerrit van Hoek. Het is dan ook geen wonder dat baas Hoek deze rij eveneens bouwde.

De complete rij van 14 woningen

Jan Blok verkocht het terrein begin 1909 aan diezelfde Reinier Bordewijk en nog dat jaar waren de huizen af. Daarna nam Gerrit van Hoek het hele blok in 1910 van hem over en verkocht ze in de jaren daarna per stuk aan nieuwe eigenaars. Hopelijk maakte Reinier er wat winst op.

Plattegronden van de twee typen woningen

Het waren net wat grotere huizen dan die in de Hendrik- en Sophiastraat. De kamers waren wat breder en langer, er zat geen alkoof in en er zat een serre achter, onder een balkon. De voorkamer heet op de plattegrond de Salon en het huis heeft een echte Vestibule en een ruime trapopgang daarachter. De keuken is dan wel inpandig en niet in een aanbouw, maar hij is eveneens breder en dieper dan elders. Op de verdieping zijn naast de open zolderruimte twee slaapkamers en een ‘logeerkamer’; ook iets dat je niet in de gewone arbeidershuizen vindt. Het is geen Emmastraat plattegrond, maar hij is ruimer dan de rest van de rijtjeswoningen.

Reconsructie van de typen huizen naar de originele tekening

De rij wordt in de Zuidhollandse Monumenten Inventarisatie (ZMI) beschreven als “eenlaagswoningen met een mansardedak parallel aan de straat” met “steekdaken” boven de “erkers met balkons met afgeschuinde hoeken of rechthoekig. In het laatste geval tegen elkaar aangebouwd.” Boven de erker is de gevel ‘risalerend’ (vooruitspringend) met wolfsgevel of recht afgesloten met een tentdak. Als je echter goed kijkt wijkt de huidige situatie, die wat bouw bedreft niet gewijzigd is, af van de tekening. Tijdens de bouw heeft baas Hoek de nodige nogal ingrijpende besluiten genomen.

Op deze foto van dichtbij (ca 1987) is te zien hoeveel variatie er in de balkonhekken te zien is, maar dat de balkondeuren nog overal hetzelfde zijn

De balkons en hun hekken van de rechthoekige erkers zitten, net als de erkers, tegen elkaar aan. De deuren met hun ramen ernaast zijn nu bij alle balkons hetzelfde, hoewel ze inmiddels dikwijls zijn gemoderniseerd met een andere roedeindeling. In enkele bovenramen zit nog wel glas-in-lood, maar met die modernisering is dat elders wel verdwenen. Veel van de balkonhekken zijn ook nogal rigoreus aangepakt. Op de begane grond zit nog wel wat meer origineel glas-in-lood, plus wat aangepast glas-in-lood in een eenvoudiger vorm. Er is zelfs een voordeur die een middenpaneel van deze ruitjes heeft. Het opvallendst is dat de ingang op de begane grond, de voordeur dus, is gespiegeld in vergelijking met het originele ontwerp. Het raampje naast de deur zit nu aan de kant van de erker en niet naast dat van de deur van de buren.

De kleuren van de entree van nummer 10

Deze kant van de Frederikstraat staat erom bekend dat hij nog tamelijk authentiek is, maar hierboven en aan de foto’s hebt u kunnen zien dat dat nogal tegenvalt. Hoe de staat van de huizen is weet ik niet, maar ik vond het altijd leuk op te zien dat de kleuren van het houtwerk van nummer 10 het olijfgroen laten zien waarvan schilders zeggen dat dat op meer huizen in de wijk moet hebben gezeten.

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 3

De Hendrikstraat even

Iets meer dan de helft van het perceel waar Hendrikstraat 22-50 op gebouwd zou worden werd in een keer door Jan Blok in 1909 als ‘huizen in aanbouw’ verkocht aan Otto Dingeman Dicke (1884-1948), bouwkundig ingenieur te Dordrecht. Dicke was als tekenaar in dienst van Gerrit van Hoek en zal veel van de tekeningen die bij de bouwaanvragen van de door zijn baas gebouwde blokken gemaakt hebben. Hij was in dat jaar nog jong, 25 jaar, en volgens Leo van Hoek, Gerrits zoon, een “levendig jong mens, dat door allerlei grappen de vrolijke noot aanbracht in het nijvere bouwwereldje”. Toen hij bij Hoek kwam werken was hij nog ‘volontair’ – wij zouden zeggen: stagiair – want hij studeerde nog voor architect. Zijn familie was niet onbemiddeld, zodat het niet vreemd was dat hij soms percelen of huizen kocht voor familieleden. Hier schafte hij dus meer dan een halve straatkant aan.

De volledige rij van 15 huizen in Hendrikstraat 22-50

In 1910 waren de eerste acht huizen gereed (22-36). Wat later volgden de andere twee. Otto Dicke verkocht echter de hele boel, nu dus met een gloednieuwe rij huizen erop, in 1910-11 aan investeerders, die ze daarna verhuurden. Waarschijnlijk heeft hij daar wel een behoorlijke winst op gemaakt.

Inmiddels waren de vijf percelen (42-50) ernaast door Blok, eveneens met de huizen in aanbouw, verkocht aan Jan van Heeren en Gerrit de Bruijn, beide metselaars, respectievelijk in Dordrecht en Dubbeldam. Ook die huizen waren in de loop van 1910 gereed. Van Heeren kocht even daarna zijn collega uit en verhuurde zelf de huizen. Zijn weduwe deed in 1916 de huizen van de hand.

Het renvooi van de verdeling van de eigenaren

De hele rij is volgens de tekening van Dicke, gedateerd januari 1909, en daarna door zijn baas en diens arbeiders gebouwd. Dat is beschreven in de bouwaanvraag. Baas Hoek heeft op de tekening de verdeling aangegeven.

De reconstructie van drie van de huizen in de rij

Ook deze rij is wat eenvoudiger en minder kleurig van opzet dan 23-39 aan de overkant. En ook hier heerst symmetrie, alleen het pand in het midden, nummer 36, heeft een wat grotere en hogere puntgevel dan de vier aan weerszijden. Al die puntgevels hadden ‘gevelmakelaars’ in hun punt, die hen een wat speels aanzicht gaven. Dat is een geveldecoratie die door middel van een balkje, dat boven de nok uitsteekt, en een ligger de windveren van het dak met elkaar verbindt. Daar zijn er nu nog maar twee van over. Ertussen zijn wat uitgebouwde dakkapellen gecreëerd met een dubbele deur erin, een balkonhekje, en een puntig torendakje erop, dat wat lijkt op die in de Emmastraat 13 en 23. De balkonhekjes zijn inmiddels alle vervangen door een houten wandje met openslaande ramen erboven. De strekken en speklagen in de gevels zijn van oranje persbaksteen, net als bij Hendrikstraat 7-21, behalve waar de ramen zijn vervangen door moderne exemplaren. Daar zitten rollagen van gewone baksteen boven. Helaas zit het originele torendakje er alleen nog maar bij nummer 46. Alleen in nummer 28 is het glas-in-lood in de bovenramen van deur en ramen bewaard gebleven.

De  basis van al die rijtjes is in die bijna 120 jaar hetzelfde gebleven. Wel zijn de dakkapellen dus aangepast, deuren vervangen (behalve op nummer 28) en roedeverdelingen in de ramen gemoderniseerd. Zie de foto uit 2021 van de complete rij bovenaan het blog waarop de veranderingen op het eerste gezicht niet opvallen, maar wel degelijk zichtbaar zijn.

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 2

De Hendrikstraat oneven

Naast het in 1906 ontworpen rijtje 29-39, vulde Gerrit van Hoek de ruimte tussen nummers 7-11 op met twee korte ensembles.

Het eerst was nummer 23-27 aan de beurt. Nog tijdens het bouwen van de oudste huizen, in 1907, was het perceel ernaast door eigenaar Jan Blok aan Van Hoek verkocht en die bouwde er een rijtje met exact dezelfde decoratieve gevels. Het kwam in 1908 af, maar in 1907 waren ze alle drie al verkocht.

Reconstructie van een deel van Hendrikstraat 23-27. De dakkapellen zijn op een bepaald moment aanzienlijk vereenvoudigd. Of zijn ze nooit zo gebouwd?

Ten noorden van de percelen waarop de huizen langs de Frederik-, Sophia- en Hendrikstraat gebouwd zouden worden lag, boven de gedempte noordelijke sloot van het landgoed van de heer van Dubbeldam een brede strook land met de kadasternummers 2357-2363. Middenover dit perceel was de Mauritsstraat (nu Mauritsweg) gepland. Dit gebied zou nog tot 1920 grotendeels onbebouwd blijven. Alleen op nummer 2 zou in 1912 een groot villa-achtig pand gebouwd worden, met een fabriek erachter. Nu is nummer 2 een gemeentelijk monument.

Omdat er tot ca 1920 vanaf de Mauritsstraat  nog niet gebouwd zou worden is de nummering van de straten nogal gewijzigd. Dus op het eerste perceel na de voormalige sloot werd in 1907 begonnen met nummer 1, maar nu is dat nummer 7, omdat er drie panden vóór kwamen te staan. Ik houd de nieuwe nummering aan, dan kan de lezer makkelijker zonder de kluts kwijt te raken zien hoe de panden er in het echt uitzien.

Nummers 7-9 nog met ‘kastrandje’

Op de erfscheiding van dit onbebouwde perceel met dat van de Hendrikstraat had ene B. (Bastiaan?) Kraaijeveld, een sleepbootkapitein, in 1907 een stuk grond gekocht. Hij liet Gerrit van Hoek er in september 1907 een tekening voor twee tegen elkaar staande huizen voor maken met de bedoeling dat die ze ook zou bouwen. Inmiddels kocht Van Hoek zelf de nog overblijvende 6 percelen (11-21) en plande het zo dat die aan die eerste twee aansloten en aan de andere kant tegen nummer 23 aansloot.

De rij 11-21, een voortzetting van 7-9

In de bouwtekening van 7-9 staat nog een Hoeks ‘kastrandje’ onder de goot, maar dat is niet gemetseld. Misschien was het decoratieplan van de eerder gebouwde woningen in de rij toch wat te duur uitgevallen en werd nog in 1907 besloten het wat eenvoudiger aan te pakken. Deze rij, dus 7-21 is in één keer gebouwd, want er is geen bouwnaad tussen 9 en 11. De rij was in 1908 af.

Bewijs dat de rij in een keer is gebouwd: geen bouwnaad tussen 9 (rechts) en 11

Dat was ook het jaar dat baas Hoek in de Emma-, Sophia- en Frederikstraat rijen bouwde. Maar ik maak eerst even de Hendrikstraat af voor ik aan die straten begin.

Het verschil in decoratie tussen dit rijtje en de iets oudere rij ernaast (zie bovenaan dit blog) is opvallend hoewel er maar net een jaar tussen zit

Wordt vervolgd

Naar boven

De rijtjeswoningen 1907-1910 – 1

We zijn toe aan de rijen arbeiderswoningen in de Oranjebuurt. Al een jaar lang hebt u glimpen opgevangen van wat baas Hoek in die zijstraten van de Dubbeldamseweg en de Mauritsweg heeft gebouwd. De eerste serie van deze huizen werd in de zeer korte tijd van nog geen vier jaar op de gloednieuwe door landmeters en gemeente uitgezette percelen opgetrokken en daarna verkocht of verhuurd.

Zoals eerder vermeld was het land ten westen van de Dubbeldamseweg, dat oorspronkelijk van de heer van Dubbeldam was geweest, even na 1900 in handen gekomen van Jan Blok uit ’s-Gravendeel. Hij had het samen met zijn twee broers gekocht van de bekende Simon van Gijn die het van zijn moeder had geërfd. In 1904 kreeg Jan Blok het hele stuk land in bezit, want zijn broers overleden in 1903 en 1905. De jonge Gerrit van Hoek legde hem een plan voor om langs een achttal straten het geheel in bouwpercelen te verdelen. Die kon Blok dan verkopen,  zodat de nieuwe eigenaars ze dan door Van Hoek konden laten bebouwen. Zo gebeurde het. Blok schonk overigens de tracees van de straten aan de gemeente.

Een landmeter maakte een logische verdeling van het land tussen de straten en de eigenaar verkocht vervolgens in de loop van 1906 en 1909 de acht percelen, soms aan particulieren, soms aan investeerders. Baas Hoek kon aan de slag, want zijn voorbeelden sloegen blijkbaar aan. Het waren allemaal gewone arbeidershuizen met bijna allemaal dezelfde plattegrond, maar met heel verschillende gevels. Er zat een systeem in het neerzetten van die ruim 180 huizen. Elke rij had twee typen gevels naast elkaar, meestal gespiegeld en tussen de zes en vijftien keer herhaald. Ramen en deuren waren dikwijls hetzelfde, maar vooral de vormgeving van de gevels was speels en fantasierijk. Er verschenen pilaartjes, torentjes, aparte dakkapellen, balkonnetjes, etc. Ongeveer zoals in de Emmastraat maar net wat bescheidener. Ook de geveldecoratie was kleurrijk met strekken boven ramen en deuren en in banden en spekranden van oranjerode en gele strengperssteen over de hele rij. En, in het begin, de van Hoek bekende ‘kastrandjes’: figuurtjes van diezelfde gekleurde baksteentjes vlak onder de goot.

Na het oudste ensemble van zes in de Hendrikstraat (29-39), het showrijtje aan de Willemstraat (1-9) en twee van de drie blokjes aan de Emmastraat (1-13, 15-23) ging baas Hoek al tijdens het bouwen van die voorbeeldpanden in 1907 aan de slag in de zijstraten. Achtereenvolgens werden langere rijen gebouwd in de Hendrikstraat, de Frederikstraat, de Sophiastraat, de Alexanderstraat en de Willemstraat. In dit serietje neem ik elke straat apart en kijk naar de typen huizen die Van Hoek er neerzette.

Ik blijf nog even weg van de Dubbeldamseweg waar hij sinds 1908 ook rijen bouwde, maar dat waren boven- en benedenwoningen die een wat andere aanpak vergen.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 9 – een nawoord

De Emmastraat wordt door iedereen die onze wijk een beetje kent als de gaafst bewaard gebleven straat beoordeeld. Wie de acht hieraan voorafgaande blogs heeft gelezen weet dat er echter nogal wat veranderingen, aanvullingen en wijzigingen hebben plaatsgevonden. Er zijn daken bijgekomen en verwijderd, er zijn daklijsten gewijzigd en gevelvullingen en balkons aangepast aan de smaak van het moment. Ook hier vind je deuren die niet meer origineel zijn, glas-in-lood of roedeverdelingen die zijn verdwenen en warandes die in erkers zijn veranderd.

Veel van de smeedijzeren tuinhekken zijn vervangen door recentere versies of ze zijn verdwenen in de inmiddels volle heggen, die de straat trouwens een mooie groene zweem geven. Net als de rijen bomen natuurlijk. Net als de Dubbeldamseweg, de Mariastraat en de Willemstraat is de Emmastraat gezegend met een dubbele rij, en die draagt net als die in de genoemde straten bij aan de sfeer in dit deel van de wijk.

Een deel van de veranderingen aan de Emmastraat is door de hevig ingrijpende funderingsproblematiek veroorzaakt. Al in 1994 begonnen bewoners de gevolgen van het zakken van hun huizen op te merken. Door verlaging van het grondwaterpeil waren de koppen van de heipalen droog komen te staan en begonnen ze te verteren. Er ontstonden scheuren in gevels en muren. De bewoners sloegen alarm, vroegen rapporten van eerdere onderzoeken op, lieten hun verzakkingen door inspecteurs meten en schrokken zich rot. Ze richtten in 1997 een actiecomité op en probeerden de gemeente aansprakelijk te stellen via een juridische procedure. Dat mislukte. Er moest ingegrepen worden.

Omdat deze wijk in Nederland ongeveer de eerste was die naar buiten kwam met het probleem konden bij de gemeente nog subsidies geregeld worden om de aangetaste paalkoppen te laten vervangen. Vanaf 1999 tot in 2001 werd op enkele verschillende wijzen het werk door gespecialiseerde aannemers aangepakt. Onder de huizen werden langs de heipalen grote gangen uitgegraven, waar je via de tuinen in kon komen. Daar werden de koppen afgezaagd en vervangen door beton in stalen manchetten te storten. Het proces van verzakking is zo gestopt en men kon aan de slag om scheuren op te vullen en opnieuw te voegen, door gevels aan te pakken en in één geval opnieuw op te trekken. De tuinen met de gaten naar de gangen erin konden opnieuw beplant worden. De straat knapte er zienderogen van op, waar hij ervoor, vanwege de problemen, aan het verpieteren was. In andere straten (onder andere die waar ik woon) begon dit proces toen pas.

In 2008 werd  door de bewoners in de straat vanwege het 100-jarig bestaan een herinneringsboek uitgegeven met allerlei interessante informatie. Ik heb dat boek want ik werd gevraagd uit te doeken te doen hoe het er hier uitzag voor de Elisabethsvloed van 1421 en van wie het land ten zuiden van de oudste stad van Holland toen was. In de blogs heb ik ook gebruik gemaakt van de inhoud van dat boek en enkele van de samenstellers en schrijvers ervan hebben bijgedragen aan de Emmastraat blogs. En doen dat nog steeds. De conclusie van de mensen die in dat gedenkboek geinterviewd werden luidde bijna eenstemmig: een rustige straat (waar weinig tot niks gebeurt) maar toch dicht bij de stad en het station.

De doorstane problemen hadden duidelijk ook voor veel onderlinge saamhorigheid gezorgd en was er de oorzaak van dat er een prettige sociale sfeer heerst. Nieuwkomers merkten op dat mensen hier een bepaalde trots voor hun straat en huizen hebben en ze goed verzorgen. Mijn ervaringen met die straat en zijn bewoners zijn dezelfde. Het is een apart stukje Oranjebuurt. Ik heb het idee dat vanuit deze straat een impuls naar de omliggende buurten uit kan gaan. Maar ik kan het mis hebben. Laat me in ieder geval weten hoe u, als lezer van deze blogs, over mijn idee denkt. Vul het reactie formulier in.

Bovenaan het blog ziet u een tamelijk zeldzame foto uit de oorlogsjaren (1942) van de hoek Emmaplein-Emmastraat.

Naar boven

De Emmastraat 8

Nummer 25

Ook het laatste open stuk aan de Emmastraat tussen de Sophiastraat en de Frederikstaat was van de heer Blok uit ’s-Gravendeel. In 1913 werd het eerste van zes percelen waarin het was onderverdeeld gekocht door Leendert van Roosendaal (1872-1933), commissionair in granen, van de Dubbeldamseweg Noord 12. Hij vroeg al op 6 maart 1913 vergunning aan om op de hoek van de Sophiastraat een herenhuis te laten bouwen. Men kreeg toestemming en firma Schulders en Tas uit de Nieuwstraat ging er aan de slag.

EMS 25 gevel uit 1913

Op 5 oktober van dat jaar werd bevestigd dat het huis af was en de eigenaar trok er met zijn gezin in. Dat bestond, behalve uit hemzelf, uit zijn vrouw Geertruida Corpeleijn en de kinderen Cornelis Johannes (geb. 1899), Agatha (geb. 1900) en Alida Wilhelmina Philippina (geb. 1902). De laatste werd onderwijzeres; een veel voorkomend beroep bij de bewoners van de Emmastraat. De weduwe Van Roosendaal verhuurde het na de dood van haar man in 1933 en na haar dood in 1962 kwam het huis aan zoon C.J. Hij was journalist en heeft tot 1973 in het huis gewoond. Hij zei van zichzelf dat hij de laatste Van Roosendaal in Dordrecht was.

Plattegrond van EMS 25 1913

Nummers 27-37

Het laatste rijtje aan de Emmastraat, na het bouwen van nummer 25, heeft een wat ingewikkelde geschiedenis. Nadat de andere vijf percelen door Blok aan Simon Hurkmans, timmerman aan de Voorstraat 278, waren verkocht was het eerst de bedoeling dat er een rijtje van drie boven- en benedenwoningen zou komen met de nummers 27-31 (zwart en rood). Hurkmans vroeg daarvoor op 24 april 1914 vergunning aan. Vlak daarna werd er besloten dat er ook nog een hoekhuis met een verdieping zou komen op de hoek met de Frederikstraat en in die straat nog een enkele woonhuis. Er werd ook een bouwtekening geleverd waarop om de hoek niet minder dan drie kleine woningen met flinke erkers in plaats van één waren getekend. Maar ook weer waren doorgeschrapt. Bouwvergunning werd dus op 7 mei 1914 verleend voor vier huizen in de Emmastraat en één in de Frederikstraat.

De afgekeurde panden aan de Frederikstraat

5 februari 1915 werd hiervoor pas een officiële vergunning verleend, nadat een nieuwe tekening was gemaakt van één flink pand aan de Frederikstraat en een tamelijk ingewikkeld hoekpand. Op 3 april 1915 was inmiddels het rijtje van drie afgekomen. Er waren echter problemen met het dak van het hoekhuis: het was te ingewikkeld. En daardoor werd het te duur. De bouwer, J. Kompier uit Hurkmans’ Stoomtimmerfbriek aan het Matena’s Pad (zwager van Simon Hurkmans), kreeg op 8 april 1915 te horen dat de kap eraf moest en dat dit laatste huis in de rij en dat om de hoek een plat dak moesten krijgen. Zo gebeurde het. Op 10 juli 1915 was de hele rij af en dat werd door burgemeester en wethouders op 19 juli van dat jaar bevestigd.

De rij EMS 27-37 in 1915

De rij is door die wijzigingen wat onevenwichtig geworden, te meer omdat inmiddels het middelste van puntdakjes op het uitstekende balkonportaal verdwenen is. Op de foto bovenaan het blog, die uit 1938 dateert, zit het er nog wel op. Die torentjes doen een beetje baas Hoek-achtig aan, evenals de geel en oranje strekken boven de ramen en deuren. De speklagen zijn echter on-Hoeks neutraal beige. Nummer 25 is dan in vergelijking met de andere panden wel weer erg eenvoudig en terughoudend zonder enige kleur of versiering. Hier zit (nu) een simpele roedeverdeling met groen glas erachter in de bovenramen, terwijl in de rij ernaast daar een versie van glas-in-lood met een midden-medaillon zit. Kortom: dit is een wat bedaagdere versie van de Gerrit van Hoek-rijtjes in de straat.

De rij EMS 25-37 op de foto in begin 2021

Het blokje in de Frederikstraat, tenslotte, wijkt ook nog af van de laatste tekening, omdat er nu een ensemble met twee woningen (38-40) met twee voordeuren van is gemaakt. Hier zit ook geen glas-in-lood meer in. Het vreemde is dat na het Emmaplein het eerste dubbele huis in de Frederikstraat de nummers 40-42 heeft en dat op de plaats waar in het andere stuk het nummerbordje 40 zou moeten zit niets te zien is.

Het aanzicht van het pand aan de Frederikstraat 38. Inmiddels it er rechts van deze voordeur nog één

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 7

Nummers 14-36

Na een pauze van bijna vijf jaar werd in februari 1913 door Arie Brand Hzn. (1866-1939), een aannemer uit de Suikerstraat, een aanvraag voor een bouwvergunning ingediend om aan de Emmastraat een volgende rij woningen te mogen bouwen. Het zou gaan om zes dubbele woonhuizen die de nummers 14 tot 36 (moderne nummering; oorspronkelijk was het 14-24 zwart en rood voor de bovenwoningen) zouden krijgen. Het rijtje zou vanaf de hoek van de Hendrikstraat tot die met de Willemstraat reiken, naast wat  het Emmaplein zou worden, maar nu niet meer dan een omheind groen perkje was. Het blok was halverwege januari 1914 klaar.

De bouwtekening van EMS 14-36 uit 1913

Aan de bouwtekening is te zien dat het rijtje strict symmetrisch is opgebouwd met een verhoogd middendeel (22-28), waarin op de bovenste verdieping elk drie volledige ramen zitten, terwijl in de zijvleugels per bovenhuis maar een dakkapel per woning aanwezig is. De bovenhuizen in het middendeel zijn dan ook een stuk ruimer dan die aan de zijkanten. Alsof het nog benadrukt moet worden hebben beide op de dakrand een soort kasteelachtige kantelen. Die zijn overigens niet bewaard gebleven. De hele dakrand is gelijk getrokken en aan de zijkanten zijn bij elk pand nog elk vier ‘kantelen’ over.

De begane gronden van de rij zijn niet groot al hebben ze elk een klein achterhuis van 2 x 3,15 m. Dat is met een gangetje naast een plaatsje achter de keuken met het blok verbonden. Op de plattegronden heet het een slaapkamer. Waarschijnlijk was die bedoeld voor kinderen en sliepen de ouders in de alkoof tussen de zitkamer (voor) en de woonkamer. Hhet is me niet duidelijk of die achterhuizen tegenwoordig nog bestaan; Google Maps geeft het niet goed weer. Is er een bewoner die me dat kan vertellen? Graag in de reacties onderaan het blog.

Mijn foto van dit rijtje uit januari 2021

Zowel op de begane grond als op de verdieping zat in de bovenramen van zowel de erkers als de deuren glas-in-lood. Dat is gedeeltelijk nog bewaard gebleven. Het meest aangepast is het pand 14-16 waarbij het bakstenen balkonmuurtje is verdwenen, de roedeverdeling van alle ramen is hier gemoderniseerd en de deuren zijn ook vervangen. Bij 22-24, dat is doorgebroken, zijn de beide voordeuren vervangen door één exemplaar met smalle zijramen. Van 26-28 is ook één huis gemaakt, maar hier zijn de deuren gebleven. Deze deuren lijken oud, maar zijn niet hetzelfde als die op de bouwtekening.

Het balkon van nummer 34 verschilt van dat van de tekening – het is ‘doorboord’ met boogjes –  maar of die aanpassing al tijdens de bouw is gemaakt is me niet bekend. Bij 18 en 32 zijn de ‘dakjes’ boven de balkondeuren verwijderd en zijn die deuren met de gevel gelijk gemaakt, zoals bij de andere balkons. Dat lijkt, gezien de lichtere bakstenen van de opvulling, nog niet lang geleden te zijn gebeurd. De balkonhekjes, zowel de rechthoekige als die met gebogen zijkanten, lijken origineel, maar kunnen inmiddels al vervangen zijn  door nieuwe exemplaren.

Het hele ensemble is erg eenvoudig opgezet, zonder veel detaillering. Strak gemetseld, geen creatieve oplossingen bij de afwerking: een beetje saai zelfs. Deze rij is wat uitstraling betreft niet te vergelijken met de andere vier rijen. Dit deel van de Emmastraat is dan ook niet veel gefotografeerd. Ik kon met moeite een foto van circa 1915 vinden waarop het rijtje uiterst rechts is te zien. Zie bovenaan dit blog. Ook is er nog een glimp van het hek rond het perk op het toekomstige Emmaplein zichtbaar.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 6

Nummers 2-12

Het rijtje 2-12 is het derde dat in de Emmastraat werd gebouwd. Volgens de overlevering is het ontworpen door de architect Carel Tenenti, die tussen 1890-1920 in Dordrecht de nodige monumentale panden op zijn conto heeft. De uitvoerder zou baas Hoek kunnen zijn, maar de familie Tenenti had ook een aannemingsbedrijf dat door de vader van de architect werd geleid. Die was echter in 1901 overleden. Hoewel het bedrijf nog even werd voortgezet is niet zeker dat het deze rij nog heeft gebouwd. Het onderzoek naar het ontstaan van dit deel van de Emmastraat is nog bezig, dus houd dit blog in de gaten in verband met aanpassingen. Het perceel was in ieder geval in handen van de heer Jan Blok uit ‘s-Gravendeel en werd in 1908 door Tenenti gekocht. Hij verkocht in 1910 huis nummer 2. De andere vijf werden in 1917 door diverse particulieren gekocht, na dus zeven jaar verhuurd te wijn geweest. Dikwijls waren het de huurders die hun huis op die manier in eigendom kregen.

De bouwtekening van de gevels van EMS 2-12, 1908

In dit ensemble zijn de gevels echt symmetrisch van opzet. 2 en 12 zijn gespiegeld, 4 en 10 ook, evenals 6 en 8. Wel is de plattegrond van met name 2 en 12 afwijkend, omdat zowel de Dubbeldamseweg zuid als de Hendrikstraat schuin weg lopen. Hierdoor is de achterkant van het eerste huis bijna 2 meter breder dan de voorkant en is dat bij het laatste, in wat mindere mate, andersom. Ze zijn duidelijk als één geheel getekend en ook gebouwd, maar uit de kadastrale gegevens blijkt dat begin 1909 nummer 2 al af was, terwijl er aan de andere vijf woningen nog werd gebouwd. Ook die werden later datzelfde jaar opgeleverd.

Plattegrond van de begane grond van EMS 2-12, 1908

Vandaar dat de hal in deze woning veel ruimer is en de keuken veel breder. Al gaat hier iets van de lengte af. Bij nummer 12 heeft het trappenhuis veel meer ruimte, maar daar moet de keuken het van de lengte hebben en niet van de breedte. De rest van de plattegronden is allemaal identiek, inclusief de verdiepingen. Ook daar is bij 2 de kamer boven de keuken groter en op 12 kleiner.

Op het eerste gezicht is er aan de gevels weinig veranderd sinds de tekening van 1908, maar schijn bedriegt, want er is wel degelijk veel aangepast. Deels omdat oplossingen van de originele bouw niet voldeden, deels ook omdat de funderingsproblematiek eind jaren ’90 dat nodig maakte. Op een foto uit de jaren ’20 is al te zien dat er ook bij de bouw al zaken aangepast zijn.

Zeldzame foto van het rijtje EMS 2-12, ca 1920-25. Ik houd me aanbevolen voor een betere afdruk (dank Wim Muller)

Zo is er bovenin de gevels van 2 en 12 een soort vakwerk vulling gemaakt op de plaats waar op de tekening gewoon de baksteenwand werd voortgezet. En dat geldt ook voor de vakwerk randen bovenaan de deurpartijen van 4 en 10. De topgevel van 4 en 10 is trouwens anders en meer in stijl met 6-8. Ook zijn de brede serres met tuindeuren in het midden van 6 en 8 veranderd in open warandes. Inmiddels zijn ook de zijdeuren van de andere serres zo goed als verdwenen, evenals de treetjes met baluster naar die deuren. Ook zijn er op de daklijst veranderingen geweest. Zo zijn de open boogjes boven de deurpartij van 6 en 8 weggehaald en hebben de lijsten boven de gestucte raampartijen van diezelfde woningen een dubbele rij dakpannen gekregen tegen lekkage.

Foto uit het begin van 2021 van het rijtje. Na de Mauritsweg een van de eerste foto’s die ik in de wijk maakte

De gevel van nummer 6 was vanwege de in de wijk ruim verbreide paalrot zo verzakt dat hij na het funderingsherstel geheel is vervangen door een nieuwe. Deze rij en de twee aan de overkant hebben veel te lijden gehad van dat probleem en alle koppen van de heipalen zijn door betonnen exemplaren weer op niveau gebracht. Er was nog veel reparatie van het metselwerk nodig om het geheel weer in een goede staat te krijgen.

Op de begane grond is nog veel glas-in-lood aanwezig en ook de originele roedeverdeling in de bovenramen en die in de deuren is nog grotendeels aanwezig. De hekwerken van de balkons zijn dikwijls vervangen door modernere exemplaren.

Boven het blog ziet u een wintergezicht van dit rijtje gezien vanaf nummer 12 in de richting van de Dubbeldamseweg.

Wordt vervolgd

Naar boven

De Emmastraat 5

Uit onderzoek van een bewoner bleek in welke volgorde de twee rijtjes uit 1908 aan de Emmastraat zijn gebouwd. Uit de bouwvergunningen kon dat niet opgemaakt worden, want die zijn niet bewaard gebleven. Alleen de bouwtekeningen zijn beschikbaar en ik heb ze dan ook hierbij geplaatst. Uit de kadastrale gegevens blijkt dat na 1-11 met de nummers 13-23 is begonnen. De grond voor de nummers 21 en 23 werd vanaf de bouwtekeningen het eerst verkocht aan twee particulieren. Degene die nummer 21 kocht wilde dat het huis wat breder werd dan gepland en kocht, net als die van 23, een extra strookje land achter het huis om er een schuurtje op te zetten. Een investeerder uit Antwerpen had het deel van het perceel waar 13-19 op zouden komen al gekocht. Deze huizen werden aanvankelijk eerst verhuurd. Hij kon voor nummer 19 ook nog een reepje grond extra kopen, maar achter 13-17 stonden de huizen in de Hendrikstraat al. Dat waren immers de oudste in de Oranjebuurt gebouwde woningen.

Boven het blog ziet u een foto die, gezien de vrouwenkleding nog uit de periode voor 1920 stamt, ik schat hem op ca 1915, waarop het rijtje uiterst links staat, met ernaast 1-11, de trapgevel van de bakker hoek Dubbeldamseweg-Rozenstraat en rechts 2-12.

Nummers 13-23

In ieder geval is zeker dat baas Hoek de rij heeft gebouwd. Deze keer is de symmetrie wat duidelijker dan in het eerste rijtje.

De bouwtekening van EMS 13-23 zoals hij in 1908 bij Baas Hoek is getekend

De beide hoekpanden (13 en 23) zijn gespiegeld en hebben een identiek hoektorentje en een warande onder een overstekend glazen en metalen dak. De buitenste van de vier panden ertussen (15 en 21) hebben dezelfde topgevels, maar de middelste twee (17-19) wijken een beetje van elkaar af. Wel hebben beide een datumsteen in de top; de linker ANNO en de rechter 1908. Ze behoren tot de weinige huizen in de wijk die een datum in de gevel hebben. We hebben in de Leliestraat de cijfers 1 – 9 – 0 – 1 gezien; dit is dus de tweede.

De jaarstenen in de topgevels van 17 en 19.

De gevelindelingen van de middelvier zijn verschillend op een speelse manier. Nummer 15 heeft een erker met tuindeuren en, volgens de tekening, een balkonnetje erop met ook weer een kleinere erker erboven. Die is weg, de dubbele deuren en hun zijramen zitten gewoon in de gevel en het balkon heeft de breedte van de erker. De tuindeuren zijn inmiddels ramen geworden.

Nummer 17 had een kamerbrede warande met een balkon erop, maar die is ook verdwenen en het rond lopende balkon steunt nu op ijzeren consoles. De tuindeuren zijn hier nog wel aanwezig.

De rij in januari 2021

Nummer 19 had en heeft nog een uitgebouwde serre met tuindeuren en trapvormige zijwangen. Het balkonhek is er ook nog, maar wel in een modernere vorm.

Nummer 21 bezit een breed uitgebouwde erker met tuindeuren, met erop een klein balkon waar ook weer een smallere open erker opuit kwam. Die is er nog helemaal.

Alle voordeuren, behalve de twee buitenste, waren verschillend. Voor zover ik weet zijn alle deuren vervangen, maar de één (17)  en de twee (21) smalle zijramen naast de deuren zijn er nog wel. Ook nu  zit er op de begane grond nog veel glas-in-lood in de bovenramen.

De plattegronden van de verdiepingen van de rij, met aangegeven de dienstbodenkamers (1908)

Dit is de rij die op de plattegronden van de etages boven de wat uitspringende keuken een diensbodenkamer laat ziet. Men hield hier dus aanvankelijk inwonend personeel. Maar op een wat latere tekening van nr 23 is het al een logeerkamer.

Op de plattegrond van de rij is te zien dat 13-17 minstens een halve meter korter zijn dan de andere drie huizen vanwege het gebrek aan ruimte door de bebouwing van de Hendrikstraat. De bijgekochte reepjes grond achter 19 en 21 maakte wat langere uitbouwen mogelijk dan bij 23. Wat in deze rij ook opvalt is dat nummer 21 inderdaad wat breder is dan de andere vijf panden, maar in de praktijk is dat wel 54 cm.

Foto Henk Veenstra, Merwesteyn, 1972-73

Vanuit nummer 21 werd in 1958 het weekblad Merwesteyn opgericht door de familie Elzerman. Later werd het kantoor op nummer 23 gevestigd. Nu nog is er op de verdieping een verbinding tussen beide panden. Ergens rond 1972-73 maakte persfotograaf Henk Veenstra deze foto van de grote groep jonge krantenbezorgers voor nrs. 21 en 23.

Wordt vervolgd

Naar boven